Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Naam in de Nieuwe Bijbel Vertaling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Naam in de Nieuwe Bijbel Vertaling

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De verschijning van een nieuwe bijbelvertaling gaat ieder aan, die bij de Schriften leeft en de Schrift in handen wenst van alle mensen. Als zodanig is de verschijning van de Nieuwe Bijbel Vertaling (NBV), die onder auspiciën van het Nederlands Bijbel Genootschap en de Katholieke Bijbel Stichting wordt voorbereid, van niet te onderschatten betekenis. Aan welke bijbelvertaling mensen (of kerken) ook de voorkeur geven en welke bezwaren ook tegen de NBV (zullen) worden aangevoerd, deze nieuwe vertaling zal, naar het zich laat aanzien, breed een plaats gaan krijgen in kerken, op scholen, in boeken en geschriften, in (kerk)bladen en in de media.

Van vele zijden kreeg de NBV al een (voorlopige) beoordeelding n.a.v. de uitgaven van deelvertalingen, die als proeve zijn gepubliceerd (in Werk in uitvoering). Er zullen kerken en kerkelijke kringen zijn, waar de NBV, wanneer die in 2004 verschijnt, officieel zal worden ingevoerd. Er zullen kerken zijn waar het verschillend ligt. Er zullen ook kerken zijn, waar deze vertaling officieel niet wordt doorgevoerd, terwijl er toch ook van privé-gebruik sprake zal zijn. Ook is reeds aangekondigd een mogelijk alternatief in een revisie van de Statenvertaling binnen de gereformeerde gezindte, op initiatief van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond, zo mogelijk in samenwerking met anderen. Daaruit blijkt, dat de vraag om een vertaling, die dicht(er) bij de mensen vandaag staat breed leeft. Maar in de breedte van de kerken zal de NBV gemeengoed worden. De hoop wordt ook uitgesproken, dat de NBV ook de samenleving zal bereiken. Reden genoeg om de ontwikkeling van deze vertaling nauwlettend en betrokken te blijven volgen.

De Naam
Over de vertaling zelf gaat het in dit artikel niet. Een definitieve beoordeling ervan wacht nog. Maar één van de punten, die in de NBV zwaar wegen, is de weergave van 'de Naam', het zogeheten tetragrammaton. In Exodus 3, waar wordt beschreven hoe Mozes bij de Horeb werd geroepen om Israël uit Egypte te gaan bevrijden, kwam God tot hem in de brandende braamstruik en openbaarde Hij Zich als 'de God uws vaders, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jacob'. Toen Mozes, die op die heilige plaats de schoenen van de voeten moest doen, naar de Naam vroeg, kreeg hij ten antwoord JHWH, in vertaling 'IK ZAL ZIJN DIE IK ZIJN ZAL', 'IK BEN DIE IK BEN'. In veel vertalingen is het tetragrammaton JHWH onvertaald blijven staan, zoals in de vroegere rooms-katholieke Petrus Canisiusvertaling. Van de in totaal 593 aanbevelingen, die bij het bijbelgenootschap binnenkwamen, waren er 89, die ook voor die aanduiding in de NBV pleitten. Ook dr. Jan Fokkelman (Hebraïcus te Leiden) deed dit op een door het NBG belegde studiedag.

In de vertaling als geheel vallen de vertaalbeslissingen bij de vertaalgroepen en de begeleidingscommissie ofwel de supervisoren. Inzake de weergave van de Naam hebben de besturen van NBG en KBS de beslissing echter zelf in handen genomen. Zo belangrijk werd dit punt geacht.
Dezer dagen werd bekend gemaakt dat JHWH zal worden weergegeven met HEER, met kleine hoofdletters, in klein kapitaal. Bij het lezen van de NBV springt de Naam er op deze wijze uit, wordt duidelijk, dat het niet om een gewone naam gaat maar om de aanduiding van God. In de toelichting op deze weergave is gezegd, dat er zo van een 'signaalfunctie' sprake is. Dat is ook zo. Maar dat geldt slechts bij het lezen, niet bij het horen. Daarom zal - zo kondigden NBG en KBS reeds aan - de discussie erover opnieuw oplaaien. Opmerkelijk was namelijk, dat er van de 122 alternatieven, die in de genoemde aanbevelingen werden aangedragen, er enkele waren, die ook breed gedragen werden: Aanwezige (47J, Eeuwige (133), Here/Heere (43), Levende (24). Handhaving van het tetragrammaton (uitgesproken als Jahwèh) noemde ik reeds. In dat verband werd ook gepleit voor de Onnoembare (13). Joden spreken de Naam niet uit en schrijven G-d of duiden aan met de Eeuwige. Deze laatste aanduiding wordt in buitenlandse vertalingen soms ook gebruikt. In de editie van Met andere woorden, aangereikt bij de bekendmaking van de aanduiding in de NBV, pleit de liberaal joodse rabbijn drs. Edward van Voolen ook voor deze aanduiding. L'Eternel bijvoorbeeld komt in Franse vertalingen voor. Ook Calvijn heeft er in zijn dagen voor gepleit dat L'Eternel de adequate weergave (in het Frans) zou zijn.

Motief

In de verantwoording voor de weergave van de Naam met HEER wordt een beroep op de geschiedenis gedaan. In de Griekse vertaling van het Oude Testament, de zogeheten Septuagint (de vertaling van 'de zeventig', die tweehonderd jaar voor Christus in Antiochië tot stand kwam), werd JHWH al weergegeven met de aanduiding Kurios, wat Heer betekent. Daarom werd 'Kurios' ook in de nieuwtestamentische geschriften gebruikt. En bij de latere 'canonieke vaststelling' van de Hebreeuwse tekst, zegt dr. S. J. Noorda in een toelichting op de keuze voor de Naam in de NBV, werd 'Heer', in het Hebreeuws 'Adonaj', de vervanging van JHWH.
Bij de beslissing om HEER te gebruiken heeft het bestuur van NBG/KBS zich terdege gerealiseerd, dat deze weergave verzet zou oproepen. Bijvoorbeeld bij 'de feministen', die bezwaar hebben tegen een (te) mannelijke aanduiding, die in HEER ligt opgesloten. Bij de persconferentie gaf een vertegenwoordigster vanuit die hoek reeds te kennen medewerking aan de NBV te beëindigen. De eerder genoemde rabbijn Vooistra vindt Heer of Heere of HEER, hoe dan ook geschreven, niet alleen archaïsch maar ook niet 'sekseneutraal'. Hij pleit daarom als gezegd voor De Eeuwige, en anders gewoon voor God. Onvermeld blijft dat orthodoxe joden zwaarwegende bezwaren hebben tegen het benoemen van de Onbenoembare, zeker wanneer dat gebeurt met Heer.

HE(E)RE
In de opnieuw opgelaaide discussie komen (uiteraard) ook de bezwaren aan de orde, die vanuit kringen, waar de Statenvertaling in ere is, worden opgevoerd. In de Statenvertaling wordt HEERE gebruikt. De zogeheten stomme E aan het eind werd, in de toelichting op de nu opgevoerde Naam HEER, geplaatst in het kader van de tijd van het ontstaan, toen ook over vrouwe werd gesproken.

Feit is (naar mijn oordeel), dat het in een vertaling van JHWH niet om een eigennaam gaat in de directe zin van het woord. Die Naam is slechts in het Hebreeuws met het onbenoembare tetragrammaton aangegeven en in vertalingen in allerlei vormen weergegeven. In oorspronkelijke edities van de Statenvertaling staat Jehova. Welke aanduiding men ook kiest, het gaat om Dezelfde, die zich in vier Hebreeuwse letters kennen liet. Maar hoe dan ook, in elke weergave ervan zal toch tot uitdrukking moeten (mogen) komen, dat het om de Gans Andere gaat, met geen mens te vergelijken; om Diegene voor Wie Mozes de schoenen van de voeten moest doen. Daarom moet de argumentatie worden verworpen, dat aanduiding van de Naam met HE(E)RE slechts archaïsch is. Daarin steekt ook eerbied bij het naderen tot de eeuwige God. Wanneer HEERE wordt geschreven heeft de stomme E naar het schijnt vandaag slechts een traditionele functie. Laat die E weg en er blijft HEER over. Bij weergave met HERE heeft de E aan het eind functionele betekenis, om namelijk de Godsnaam te onderscheiden van elke menselijke duiding, zoals toch bij HEER (of HEER) het geval is. Laat hier de slot-E weg en er blijft niets over. Daarom valt het te betreuren dat in de NBV de knoop is doorgehakt en toch voor die (te) menselijke aanduiding is gekozen, het 'kleinkapitaal' ten spijt. Daartegen kan worden aangevoerd, dat bij het lezen ook HE(E)RE kan worden uitgesproken. Maar in het lezen wordt een nieuwe generatie opgevoed bij de (te) menselijke aanduiding. Waar de NBV in gebruik raakt zal langzaam maar zeker de lezer of gebruiker vertrouwd raken met de Naam zoals die in die vertaling wordt weergegeven.

Ooit maakte ik zelf een discussie mee met orthodoxe joden over een gedenkplaat, waarop de tekst uit Psalm 23, 'de HEERE is mijn Herder', zou worden afgedrukt. Als het dan maar HE(E)RE zou zijn en niet HEER, zei men van joodse zijde.

Bezwaren
Er zijn in ons land duizenden christenen en honderden gemeenten, waar de aanduiding van de Naam met HEER op bezwaren stuit, waar men die Naam, bijvoorbeeld in de eredienst, niet over de lippen krijgt. In ons blad is daarvan eerder rekenschap gegeven door dr. W. Verboom en ds. C. den Boer. Het gaat dan niet om bezwaren, die slechts met traditie hebben te maken. Het gaat om doorleefde eerbied. Aardig was dat tijdens een dezer dagen gehouden symposium bij de oprichting van de Dr. Dirk Monshouwerstichting in Hoevelaken, door prof. dr. K. Deurlo (Amsterdamse School) ook werd gepleit voor HERE.

Overigens moet worden gezegd, dat hier geen definitieve beslissingen vallen inzake 'eerbied' bij het gebruik van Gods Naam. Ook vandaag zijn er dwarsverbindingen tussen mensen, die met betrekking tot het aanspreken van God in verschillende tradities staan. Terwijl ik dit schrijf vraagt me een broeder per telefoon of ik er aan wil denken, dat de mannen van het Reveil in de achttiende eeuw ook Heer beiden.
Toch willen en mogen we de zaak, waarom het gaat niet als onbelangrijk afdoen. Het is niet voor niets dat het NBG zoveel aanbevelingen binnenkreeg. Naar onze waarneming leven de bezwaren tegen HEER breed, vooral in protestants christelijke kring. Tijdens de persconferentie bleek dat in rooms katholieke kring bij de invoering van de Willibrordvertaling reeds werd overgegaan van het oorspronkelijke onvertaalde JHWH op HEER. Heeft Rome hier nu de doorslag gegeven? Die vraag werd tijdens de persconferentie in de Engelse Kerk aan het Amsterdamse Begijnhof niet echt duidelijk beantwoord.

Nabij
Intussen zullen we ons realiseren, dat de Eeuwige God, de Onbenoembare, die in het Hoge en Verhevene woont, nochtans laag tot de (gevallen) mens wilde afdalen en Zich ook laat aanroepen en aanbidden. Daarom is er in de aanduiding van de Naam niet alleen afstand tussen God en mens maar ook nabijheid. God kwam in de brandende braamstruik neer tot bevrijding van Zijn volk. Hij is ons het meest nabij gekomen in de zending en het komen van Zijn Zoon, Jezus Christus, die ooit tastbaar onder de mensen aanwezig was. Ook hier is sprake van afstand (Zoon van God) en nabijheid (Zoon des mensen). Zijn Naam mocht voluit worden uitgesproken: Jezus Christus. Hij is Kurios, Here van de wereld, Hoofd van Zijn gemeente. En niemand komt tot de Vader dan door Hem. Maar zo is Hij ook Heiland, Verlosser, Redder. Een Naam die Wonderlijk is.

V.D.G.

P.S. Wie verder geïnformeerd wil worden over de gedachtevorming bij de keuze voor de weergave van de Naam in de NBV kan terecht in twee uitgaven van het Nederlands Bijbel Genoot schap, t.w. Met andere Woorden (kwartaalblad over Bijbelvertalen, nr 3; een speciaal nummer gewijd aan de studiedag over de weergave van de Godsnaam) en De weergave van de Godsnaam (NBV-in/ormatie nr. 13).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De Naam in de Nieuwe Bijbel Vertaling

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's