Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN MERKWAARDIGE VERKLARING

Bekijk het origineel

EEN MERKWAARDIGE VERKLARING

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onlangs hebben we in de grote dagbladen kunnen lezen dat de overgrote meerderheid van de predikanten der Ned. Hervormde gemeente te Amsterdam een verklaring heeft uitgegeven waarin er bij het Amsterdamse gemeentebestuur op aangedrongen werd een ruim beleid te gaan voeren ten aanzien van demonstraties.

Het ministerie van predikanten wijst erop dat het een democratisch grondrecht is dat ieder, die zijn kritiek op de maatschappelijke orde kenbaar wil maken, daarvoor ook voldoende ruimte moet hebben en daarom menen deze predikanten dat ook de provo's in Amsterdam voldoende gelegenheid dienen te krijgen tot het houden van hun z.g. „happenings”.

Het krantenbericht vermeldde verder ook nog dat de predikanten ook nog getracht hadden te bemiddelen tussen het gemeentebestuur en de z.g. provo's, doch dit was niet gelukt omdat de burgemeester geen gelegenheid had om de predikanten te ontvangen.

Zeer zacht uitgedrukt is dit toch een merkwaardige verklaring, gezien in het licht van de „aktiviteiten" die de provo's in Amsterdam aan de dag leggen.

Immers deze groep jongelieden heeft alleen al door het bewust kiezen van hun groepsnaam (provo, afgeleid van provoceren = uittarten, tergen, uitlokken) blijk gegeven niet te willen handelen overeenkomstig de bestaande orde. De te Amsterdam gehouden z.g. „happenings" (gebeurtenissen) hebben voldoende aangetoond dat zij hun naam ook eer aan doen.

Zouden de Amsterdamse predikanten deze verklaring hebben opgesteld nadat zij gezamenlijk artikel 36 van de Ned. Geloofsbelijdenis hadden gelezen? De oorzaak van het instellen van overheidsorganen wordt hier wel duidelijk gesteld, namelijk uit oorzaak der verdorvenheid van de mensen. De goede ordinantie waarover artikel 36 spreekt, is bij de provo's toch wel ver te zoeken.

Ook kan de vraag worden gesteld of deze predikanten gehandeld hebben in de geest van de Kerkorde, waarin we kunnen lezen dat de Kerk medeverantwoordelijk is voor de opvoeding van en het onderwijs aan de jeugd van het gehele volk in gezin en school, opdat ook daarin de gehoorzaamheid aan Gods geboden gestalte krijgt en dat de Kerk ook tot taak heeft mede te werken aan de vorming van onze jeugd, om haar de weg te wijzen in deze wereld.

De predikanten stellen dat kritiek op de maatschappij mogelijk moet zijn. Dit zal niemand onzer betwisten en het is de kerk die het tot haar taak moet rekenen dat ook te doen indien de overheden falen en niet handelen overeenkomstig de Bijbel. Het kerkelijk geluid wordt echter in deze zaak ook steeds minder, hoewel het gelukkig hier en daar nog klinkt.

De overeenkomst in de verklaring van de Amsterdamse predikanten tussen wat zij noemen „een democratisch grondrecht" en de z.g. happenings van de provo's ligt echter toch wel wereldwijd uit elkaar. Deze z.g. happenings hebben toch keer op keer geleid tot ernstige ordeverstoringen te Amsterdam. Daar komt nog bij dat deze z.g. happenings als regel plaats vonden op zaterdagavond omstreeks het middernachtelijk uur. Het ontgaat de predikanten blijkbaar dat de zondag te 00.00 uur ingaat. Ordeverstoring of happening, hoe ook genaamd, op een zondag moet toch ook de afkeuring van deze predikanten (als dienaar van Gods Woord) wegdragen. Daarover heeft nog niemand een woord gelezen, ook niet in de verklaring. Dat is zeer te betreuren.

Wat heeft deze predikanten toch bewogen deze verklaring uit te geven? Het is niet denkbaar dat alle provo's nu opeens gaan behoren tot een kerkelijke jeugdgroep en hun schouders gaan zetten onder het kerkelijk werk.

Ook moet het ondenkbaar worden geacht dat deze predikanten in het gevlei van deze provocerende jeugd willen komen.

Moest de herv. gemeente te Amsterdam zonodig een geluid laten horen in deze zaak, waarover elke Nederlander heeft kunnen lezen. Dan was dit geluid in elk geval niet overtuigend, doch had meer weg van een merkwaardige en krampachtige poging toch een geluid te laten klinken.

Veelmeer was dan het vermanende woord op zijn plaats geweest, gericht aan het adres van alle provo's: „Verblijdt u, jongeling, in uw jeugd en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen van uw hart, en in de aanschouwing van uw ogen, maar weet dat God u om al deze dingen zal doen komen voor het gericht”.

Door dit woord zouden de predikanten hebben getoond dat de kerk nog steeds kerk was, ook in haar vermanende taak.

Intussen blijft het te betreuren dat de overheid te Amsterdam geen tijd of gelegenheid kon vinden om de predikanten te ontvangen, met welke boodschap de kerk dan ook kwam. Uit de verhouding kerk-overheid kan zeker iets goeds geboren worden en zeker in tijden van spanningen. Dat dit ook steeds wordt verstaan door onze overheden. In een tijd van verschraling, ook op bestuurlijk terrein, kan een krachtig evangelisch geluid van de kerk wonderen verrichten.

Moge dit evangelisch geluid meer en meer doorklinken vanuit de Kerk, doch waar vermaning noodzakelijk is dient ook werkelijk vermaand te worden zonder aanziens des persoons.

Hetzelfde geldt ook ten aanzien van provocerende jongelui. Was er gewezen op de ruimte die het Evangelie aan deze jongeren biedt dan zouden velen die de belijdenis van onze hervormde kerk werkelijk ter harte gaat, toch het gevoel nog hebben dat onze kerk ook haar roeping verstaat in woelige tijden.

Jammer, dat deze heenwijzing niet in de verklaring was opgenomen!

Huizen (N.H.)

P. N. v. d. Ben

Onderschrift.

Met het bovenstaande kunnen wij grotendeels instemmen. Of de overheid te Amsterdam er verkeerd aan gedaan heeft de predikanten van Amsterdam niet te ontvangen, willen wij niet beoordelen. Het verzoek daartoe is blijkbaar uitgegaan van de overgrote meerderheid van de predikanten van de Ned., Herv. Gemeente. Maar het contact met de overheid wordt toch onderhouden door de kerkeraad? Het ministerie van predikanten vertegenwoordigt de gemeente niet. Verder kunnen wij de motieven van B. en W. van Amsterdam niet doorzien. Overigens staan er in dit artikeltje waardevolle dingen, dat wij het gaarne aan onze lezers voorleggen.

Red.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 1966

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

EEN MERKWAARDIGE VERKLARING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 1966

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's