Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De stille avond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De stille avond

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En zie, een man, met name Jozef, zijnde een raadsheer, een goed en rechtvaardig man, (deze had niet mede bewilligd in hun raad en handel) van Arimathea, een stad der Joden, en die ook zelf het Koninkrijk Gods verwachtte; deze ging tot Pilatus en begeerde het lichaam van Jezus. En als hij hetzelve afgenomen had, wond hij dat in een fijn lijnwaad en legde het in een graf, in een rots uitgehouwen, waarin nog nooit iemand gelegd was." Lucas 23 vs 50-53.

En, als Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest. Hij is dus gestorven, de strijd, de doodsstrijd, is uitgestreden. Jezus, die de Christus was, is van ons heengegaan. Nu daalt er een grote stilte, zij is om ons heen. Ze gaat door ons heen. De eigen stilte van de dood. Maar, dat is niet waar! Wij staan niet bij een sterfbed, we staan bij de kruispaal. Er is veel drukte bij dit sterven, rumoer van stemmen; mensen die zich op de borst slaan, een hoofdman die roept: Waarlijk, deze mens was rechtvaardig. Hemel en aarde komen in beweging. Wat een avond.

Pas bij de begrafenis wordt het stil, dan daalt de stille avond, en neemt de geluiden van de dag mee. De nieuwsgierigen zijn verdwenen, de vijanden in velden noch wegen te zien. Tot onze verwondering zien we daar Jozef. En zie, zegt het evangelie, om onze aandacht te trekken. Jozef hadden wij hier allerminst verwacht. Hij was een raadsheer. Waarschijnlijk betekent dit: een lid van de hoge raad, van het sanhedrin. In ieder geval een van de oversten van het volk, een man van aanzien en invloed. Wat doet hij hier op de late avond? Komt hij er zich van overtuigen, dat Jezus echt gestorven is, om dan voldaan huiswaarts te keren? Dat niet. Hij houdt Jezus niet voor een verleider van het volk, daarom staat hij anders tegenover hem, dan zijn mede raadsheren. Heel anders; hoort u maar.

Hij was een goed en rechtvaardig man. Hij stak daarin boven anderen uit. Wij zijn gewend alle mensen over één kam te scheren, en in laatste ernst terecht. Behalve het laatste, het vóór God, is er het voorlaatste, het onder ons. En daar is wel van verschil sprake. Jozef bijvoorbeeld was een goed en rechtschapen man; zijn vroomheid was boven iedere verdenking verheven. Hij was een man, die de Heere vreesde. Wij vinden hem in het gezelschap van Zacharias en Elisabeth, van Simeon en Hanna. Lukas zal wel aan hen denken, als hij dit vermeldt. Ook deze Jozef behoort tot de kring van hen, die het ernstig namen met de geboden en de beloften des Heeren. Die zou u niet zo gauw zoeken in het Sanhedrin; waaruit u weer leert dat het ook nog wel eens meevalt. Makkelijk had hij het daar zeker niet, en de rechterlijke moord op Christus had hij niet goedgekeurd. Wij lezen, dat hij niet had ingestemd met de raad en de handel van zijn collega's en van het college. Hij zal wel thuis gebleven zijn, toen het Sanhedrin midden in de nacht bij elkaar getrommeld was. Hem niet gezien! En zie! Daar is hij nu, daar treedt hij voor het voetlicht met een vrijmoedigheid, die Jozef van zichzelf niet heeft.

Hij kwam uit Arimathea, een stad in Judea gelegen, beter bekend als Rama, waar Samuel vandaan kwam. Hij woont reeds lang in Jeruzalem hij hoopt er te sterven, en heeft er een graf gekocht. Wat belangrijker is: hij verwachtte ook zelf het Koninkrijk Gods. Daar woonden meer van die mensen in Jeruzalem, die zo'n hoge verwachting koesterden: De heerschappij Gods zou opgericht worden onder Israël. Herinnert u zich Simeon nog; hij verwachtte de vertroosting Israëls. En Hanna sprak tot allen, die de verlossing in Jeruzalem verwachtten. Er was in zo'n stad van alles aan de orde en van alles aan de hand. Maar God hield de verwachting levend. Hij voedde die door Zijn woord, zodat ze niet bezweek. Vertroosting en verlossing, dat is een goede samenvatting van: het Koninkrijk Gods. Dat brengt Gods heerschappij met zich mee, daar mag een arm en ellendig volk op hopen. Deze door God gewrochte verwachting had zich op Christus gericht. Hij was de vertroosting en dè verlossing voor Israël. Jezus was immers zijn naam. Wat niemand kan bewijzen, en waar de meesten een vraagteken achter zetten, daarvan is Jozef zeker. Hij geloofde in de Heere Jezus. Hij heeft het een en ander van Hem gehoord en geleerd. Een discipel was hij, zij het in het geheim. Jozef durft er niet goed voor uit te komen, hij heeft eer en geld te verliezen. Nu daalt hij in onze achting, doch de Heere veracht hem niet. Alles heeft zijn bestemde tijd, en wat in het verborgene is, zal op een gegeven ogenblik openbaar komen. Welnu, dat ogenblik wordt heden gegeven.

En zie. Het is uit met Jezus van Nazareth. Het is uit met de verwachting die men van Hem had; het was een droom gebleken, meer niet. Gelukkig maar, dat Jozef zich wat afzijdig heeft gehouden, nu behoeft hij zich niet te verontschuldigen over zijn prille geloof en zijn prille liefde. Die begraaft hij vandaag, al zal de herinnering hem nog wel eens verdriet doen. Zet er maar een punt achter. Jozef. Het verhaal wordt niet vervolgd. Hebt u er nooit op gelet, dat het de discipelen niet mogelijk was, er een punt achter te zetten, al hun ongeloof ten spijt. Jozef kan het ook niet. En zie. Wel heb ik van mijn leven: daar is Jozef! En u kunt het ook niet, al wordt alles aangevochten, al is het vervolg voor u in nevelen verhuld. Terwijl anderen aarzelen neemt Jozef maatregelen om Jezus eervol te begraven. Hij gaat naar Pilatus, die hem, op zijn verzoek, het lichaam van Jezus overgeeft. Hij neemt het af van het kruis en windt het in een fijn lijnwaad.

Er is haast bij. Jezus is een gehangene, een vervloekte. Zijn lichaam mag volgens de wet niet aan het hout overnachten. Bovendien is het weldra sabbath, dan kan er niets meer gedaan worden. Jozef heeft maar een enkel uur de tijd, vandaar dat alles vlug in zijn werk gaat. Jezus een vervloekte, dat dringt nu pas tot ons door. Aan Hem zal niemand zijn handen vuil willen maken, zeker deze aanzienlijke raadsheer niet. Toch doet hij het. Vraagt u, wat hem tot deze daad drijft, dan is het antwoord: geloof en liefde. Dan geeft Jezus zelf het antwoord: En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal ze allen tot Mij trekken. Het is blijkbaar niet „uit" met Hem. Hij trekt. Hij trekt Jozef uit de schemering waarin deze zich schuilhield, in het licht, het licht van deze stille avond.

Het geloof sterft niet, en de liefde sterft niet; sterker zijn ze dan de dood. Hoewel er veel verwarring heerst in harten en gedachten, hoewel de verwachting dreigt te vergaan. Ze houden Jezus niet voor een bedrieger, van wien ze zich verbitterd losmaken. Ze komen niet los van Hem, dat is Zijn vasthoudende genade. Zijn voorbede, die kracht doet. Nu lees ik dat goed en rechtvaardig nog anders. Ik lees het onder het kruis van Christus. De rechtvaardigende kracht van Zijn kruisdood, zal Jozef van Arimathea rechtvaardigen. Hij is niet rechtvaardig in zichzelf. Hij wordt niet gerechtvaardigd uit zijn goede daden. Aan hem wordt bevestigd wat van ouds voorzegd is: Door Zijn kennis zal Mijn knecht de rechtvaardige velen rechtvaardig maken. Dé rechtvaardige en deze goede en rechtvaardige man kennen elkaar. Jozef heeft aanvankelijk kennis aan de Heere Jezus; Jezus heeft van eeuwigheid kennis aan Jozef. Hoe is het met u, mijn lezer. Jezus werd u voorgesteld in Zijn lijden. Al kennis met Hem gemaakt? Trekt Hij u? Kom dan naar voren, nu de avond valt, de stille avond.

Staart u niet blind op Jozef van Arimathea. Het is de Vader Zelf, Die Zijn Zoon liefheeft, die Hem een eervolle begrafenis geeft. Er is aan Gods recht voldaan. God heeft niets meer te eisen. Dus geeft Hij Christus, dien Hij gevangen hield in de greep van Zijn streng recht, heden vrij: Wat Pilatus doet, is slechts een schaduw van wat God doet. Hij ontving Zijn Geest, Hij draagt zorg voor Zijn lichaam. Hij regelt van hogerhand de begrafenis. Dat was naar de Schriften. Christus lichaam mocht niet in de moordenaarskuil gegooid worden; Hij zou bij de rijken in Zijn dood zijn. Ziet, hoe trouw Gods woord wordt volbracht. Zoudt gij u niet met geest en lichaam, aan deze God toevertrouwen, om Jezus wil. In leven en in sterven: Mij geschiede naar Uw woord.

Jozef mag de begrafenis leiden: En als hij hetzelve afgenomen had — o zo behoedzaam —-wond hij dat in een fijn lijnwaad. Jezus krijgt een koninklijke begrafenis. Toen Hij gekruisigd werd, verdeelden de soldaten Zijn klederen. Hij hing schandelijk te kijk. Nu wordt Zijn lichaam gehuld in een linnen wade. Hij komt weer tot eer. Om de vervloekte is een reuk van heiligheid: en legde het in een graf, in een rots uitgehouwen, waarin nog nooit iemand gelegd was. Vlak bij de kruisheuvel ligt de hof en in de hof heeft Jozef een graf voor zich laten uitbouwen. Daar wordt het lichaam van Christus voorzichtig ingeschoven. Een reuk van heiligheid zei ik. Een altaar werd gebouwd van nieuwe stenen; heiUg zout legt men in nieuwe vaten. Toen de ark teruggestuurd werd naar het land Israël, maakte men een nieuwe wagen en nam men twee zogende koeien, die nog geen juk gedragen hadden. Hier lezen wij: waarin nog nooit iemand gelegd was. Heiligheid voor Hem, die als een onheilige de stad was uitgedreven. Het heilige dat uit u geboren zal worden, zei de engel tot Maria. Toch het heilige, ondanks kruis en vloek. Daar heeft God de hand in. Het is Zijn heilig Kind Jezus.

En zie, een man, met name Jozef. Hij weet niet in welke grote verbanden dat wat hij heden doet, door God gesteld wordt. Hij weet overigens wel terdege wat hij doet. Hij is bij de stadhouder geweest. Zijn mede raadsheren gingen gisteren niet in het rechthuis, opdat ze niet verontreinigd zouden worden, maar opdat ze het Pascha eten mochten. Hij nam het lichaam van Jezus af en wikkelde dat in linnen. Wie een dode, enig dood lichaam van een mens aanroert, zal zeven dagen onrein zijn. Jozef, mag in geen geval het Pascha eten, hij viert het feest niet mee. Christus is hem meer waard, dan het Paaslam. Gaat daarom het feest voor hem niet door? Wees gerust, Jozef van Arimathea en alle anderen, die aan de viering van het Pascha niet mogen deelnemen, omdat ge u verontreinigd hebt: Want ook ons Pascha is voor ons geslacht. Christus is het ware Paaslam. Begraaft Hem met spoed. Het slachtoffer van het Paasfeest zal ook niet overnachten tot de morgen. De voorschriften van de wet, ze worden bij Zijn begrafenis alle gehandhaafd. Het wordt een nieuw Paasfeest met een nieuw Paaslam. Het oude is voorbijgegaan, ziet het is alles nieuw geworden. De stille avond, breidt zich uit tot een nieuwe dag; uw verwachting wordt vervuld.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

De stille avond

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's