Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE VERZOENING IN HET OUDE TESTAMENT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VERZOENING IN HET OUDE TESTAMENT

II. God wordt verzoend.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

II. God wordt verzoend.

God verzoent. De verzoening komt van Gods kant en is geen menselijke prestatie. Dat verkondigt Israëls offerwetgeving, bijzonder Leviticus 17 : 11. Dat ze geen prestatie is van de mens, horen we ook bij de profeten. Ik denk aan de zgn. anti-cultische uitspraken, die we bij hen aantreffen (bijv. Amos 5 : 21 w.). Deze uitspraken zijn in wezen niet anti-cultisch. Ze houden geen principiële veroordeling van het offer als zodanig in, maar zijn gericht tegen een verworden offerpraktijk: en offercultus, waarop het woord „Selbsterlösung" van toepassing is; een cultus, die door het volk gezien werd als een mechanisch menselijke prestatie, waardoor men over God beschikken kon. Tegen deze, vervallen offerdienst keerden de profeten zich. Niet de mens verzoent. En Jesaja 53 zegt positief, dat de verzoening van Gods kant komt.

De HERE is subject van de verzoening. Maar ook object. Het O.T. kent een God, die beledigd wordt door de zonde; die toornen kan; die ijvert voor zijn eer. Het weet van een wrekende, eisende gerechtigheid. Het weet ook van een gestild worden van Gods toom; van genoegdoening, die God wordt verschaft, van verzoening van God. God is voorwerp van krenkende, beledigende activiteit; Hij wordt geprikkeld door de zonde (zie bijv. Deut. 4 : 5; 9 : 18 enz.). Zo is Hij ook voorwerp van een verzoenende actie. Vele voorbeelden zijn hiervan te noemen.

1. Allereerst wil ik verwijzen naar het boekje Jona. Daarin is sprake van de toom van God. Erkend wordt Gods recht, om voldoening te eisen. En we vernemen, dat Gods toom gestild is, als de profeet in zee is geworpen, m.a.w. als een offer is gebracht.

2. Vervolgens wijs ik op Ezech. 5 : 13. 210 We horen daar, dat God zijn oordeel gaat voltrekken over Jeruzalem (Hij is subject), en zijn grimmigheid tevreden gaat stellen, of, anders vertaald: zich voldoening gaat verschaffen (hier is God object: Zijn toorn wordt gestild).

3. In de derde plaats verwijs ik naar de geschiedenis, die u vindt in Numeri 25 : 1—18. Ook hier wordt gesproken over de toorn van God, die is opgewekt, doordat de Israëlieten zich gekoppeld hebben met de Moabieten in de dienst van Baal-Peor. De HERE wijst het middel der verzoening aan, en dan horen we 'dat de heftige toom van God is afgewend. Zijn gezindheid is veranderd (vs. 4). In vers 11 lezen we, dat Pinehas, de zoon van Eleazar, de grimmigheid van de HERE over de Israëlieten heeft afgewend. Hier wordt hetzelfde Hebr. woord gebruikt als in vs. 4. Verder horen we van de „ijver" des HEREN — de God, die op zijn eer is gesteld — en even later heet het, dat Pinehas verzoening gedaan heeft voor de Israëlieten.

4. Telkens horen we in het O.T. van de „welriekende reuk", die van het offer opgaat tot God. De oorspronkelijke betekenis is: bedarende, — tot rust brengende —, tevreden stellende geur. Op de meeste plaatsen, waar sprake is van de „reach nichoach" kunnen we echter met deze vertaling niet uit. Daar moet vertaald worden: welriekende, aangename of welgevallige geur. In de eerste hoofdstukken van Leviticus komt deze uitdrukking telkens voor. Maar in de wetgeving over de zondoffers komt ze niet voor of 't moest zijn in hoofdstuk 4 : 31. Maar daar is ze zeer waarschijnlijk een latere invoeging. Men kan dus zeggen, dat ze i.v.m. de zoenoffers in de cultuswetgeving niet gebezigd wordt. Maar betekent dat ook, dat ze nergens in het O.T. moet worden vertaald met „bedarende, tevreden stellende geur"? Hoe moeten we dan Gen. 8 : 21 weergeven? Heeft hét offer, dat Noach brengt niets van een zoenoffer? Zo ja, dan zullen we moeten vertalen: tillende geur.

5. , Als vijfde — tevens laatste — voorbeeld noem ik Jesaja 53. Dat is het hoofdstuk van de lijdende Knecht des HEREN, de Man van smarten, die zichzelf offert. Het lijden, dat Hij ondergaat; de straf, die Hij draagt, wordt door God op hem gelegd. Maar het valt toch moeilijk te ontkennen, dat het offer zich naar God toe voltrekt; dat de spits daarvan gericht is naar de Heilige.

Deze voorbeelden, die met andere te vermeerderen zijn, schijnen voldoende, om aan te tonen, dat in het O.T. God ook is: object van verzoening. Wie echter allerlei literatuur over het Oude Testament raadpleegt, merkt, dat dit bij de O.T.-ici geen communis opinio is. Voortdurend valt 't lelijke woord „Umstimmimg". Dat woord wil zeggen, dat God door een offer of verzoenende handeling van buitenaf tot andere gedachten wordt gebracht. Er zijn nog verschillende gegevens in het O.T., die men onder het hoofd „Umstimmung" kan onderbrengen, maar — zo gaat men verder — dat zijn resten van het heidendom, die samenhangen met primitieve of stoffelijke godsvoorstellingen, die op de duur stilzwijgend zijn uitgezuiverd uit Israëls godsdienst, ook al bleven allerlei uitdrukkingen, die daaraan herinneren, in gebruik. Met grote nadruk wordt er vervolgens op gewezen, dat de offerwetgeving en met name Lev. 17 : 11 zwijgt van een „verzoend worden" van God. En dat zwijgen wordt uitgelegd, als een „niet meer willen weten van".

Tegen deze redenering kan wel het een en ander worden ingebracht.

1. Deze redenering treft alleen maar de werkelijk heidense voorstellingen. Maar wat doet men met die teksten, waarin wel degelijk staat, dat God het zoenmiddel geeft of aanwijst, en tegelijk toch sprake is van een verzoenende actie, die op God is gericht? Bijv. Numeri 25 : 4? En wat de „primitieve" uitdrukkingswijzen betreft, deze zijn er inderdaad. Als Ezechiël en Maleachi het offer nog kennen als „brood des HEREN"; als gezegd wordt, dat God het offer „ruikt", dan zullen deze termen teruggaan op primitieve voorstellingen van het offer als spijziging van de godheid enz., voorstellingen die het O.T. over het geheel genomen niet meer kent. Toch ligt in deze uitdrukkingen altijd nog de notie, dat het offer zich richt naar God en dat God het waarneemt en genadig aanneemt. Dat geldt ook van de zoenoffers.

2. Het gaat niet aan, om Lev. 17 : 11 te laten optreden als kroongetuige tegen die teksten, waarin sprake is van een verzoend worden van God. Het is waar, uitdrukkelijk wordt in Lev. 17 gesteld, dat de verzoening van God uitgaat. Maar de andere gedachte - wordt niet ontkend, al wordt ze niet uitgesproken. Maar wie zou zich over dit zwijgen kunnen verwonderen? Lees slechts het verband waarin het 11de vers staat.

3. Als „het stillen van Gods toorn", „genoegdoening aan God", „verzoening van God" in het O.T. overwonnen voorstellingen zijn, hoe is dan te verklaren, dat ze in het N.T. voluit terugkeren?

4. Als in het O.T. met duidelijke woorden de voorstelling, dat de mens God verzoenen moet, wordt uitgezuiverd, waarom wil men dan een stilzwijgende uitzuivering aannemen van de „voorstelling", dat God verzoend wordt? Immers nergens wordt dit getuigenis in het O.T. het zwijgen opgelegd. Terwijl de Israëliet het toch vanzelfsprekend vond, dat God verzoend moest worden. Is het niet, omdat hij deze vanzelfsprekendheid mocht vasthouden, terwijl hij van de heidense vanzelfsprekendheid, dat hij dat moest doen, verlost moest worden?

We concluderen, dat de stemmen in het O.T., die spreken van God als object der verzoening, blijven meespreken temidden van en met de andere.

Samenvattend kunnen we zeggen, dat we in de verzoening in het O.T. een dubbele beweging ontdekken: God verzoent én Hij wordt verzoend. Hij is subject én object!

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE VERZOENING IN HET OUDE TESTAMENT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's