Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aannemelijke vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aannemelijke vragen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over het Verbond.

Wel een aannemelijke vraag ja, die N. Z. inzond. Hij had een gesprek met iemand, die beweerde, dat „onder bet O.T. ook de verworpenen tot het Verbond behoorden en in het N.T. alleen de wedergeborenen". De zegsman had deze stelling „ergens" gelezen. Hij wist niet bij wie en waar. Vrager zou het wel graag weten. Ik kan hem ook niet helpen. Veel boeken te maken is geen einde en veel lezen is vermoeiing van het vlees. Het lijkt me onbegonnen werk ara dit uit te zoeken. Maar misschien kan een van onze lezers ons uit de impasse helpen. Dit is dus een aannemelijke vraag voor allen.

Intussen ga ik in afwachting op de waardevolle gegevens zelf wat filo& oferen om de tijd nuttig op te vullen. De Gereformeerde Dogmatiek leert dat te allen tijde het Genadeverbond wat de substantie, het wezen aangaat, een en hetzelfde is. In de economie slechts is er verschil voor en na de verschijning van de Heere Jezus. Het wil me voorkomen, dat het bondgenootschap van verworpenen een wel zo substantiële aangelegenheid is, dat daarin geen verschil kan bestaan tussen oude en nieuwe bedeling.

Rest echter de vraag of deze verworpenen, zowel voor als na, tot het verbond behoren ja of nee. Ik dacht er goed aan te doen de belangstellenden te verwijzen naar het bekende, goed gedoctHnenteerde en aanbevelenswaardige boekje van wijlen dominee Kievit: „Tweeërlei Kinderen des Verbonds".

Vraagsteller verwijst naar Ezau. Ezau was besneden, zegt hij en de besnijdenis, het teken des verbonds, werd aangebracht op de aanwijzing, dat de Heere met Abraham en zijn zaad Zijn Verbond wilde oprichten. Zij zijn niet allen Israël, die uit Israël zijn, want Jakob heb ik liefgehad en Ezau gehaat. Omgekeerd leerde de ervaring, dat velen die niet uit Israël waren toch in Israël zijn ingelijfd. Dus uit Israël toch niet Israël en niet uit Israël toch Israël. Indien Ezau niet op een of andere manier tot het verbond behoort zou het woord: Ezau heb ik gehaat zijn dramatische ernst verliezen. Het wegnemen van de rank, die geen vrucht draagt zou een loos gebaar, een zinloze verrichting, een schijrLhandeling wezen, indien deze onvruchtbare rank niet op bepaalde wijze een plaats had in de wijnstok. Het „en toch" heeft een onbeschrijfelijk appèl. Kinderen des Koninkrijks en toch buitengeworpen. Ten volle delend in de weldaden en zegeningen en toch in hen geen welgevallen, te weten nog wel in het merendeel. De souvereiniteit Gods verwerpt meerderheden en verkiest minderheden. Voor ons democra­ tische geesten is dit wat moeilijk te verwerken.

De kardinale kwestie is op welke manier de verworpenen deel uitmaken van het Verbond. Men heeft gewerkt met onderscheidingen als „in" en niet „van" het Verbond zijn en „uitwendig" behoren en niet „inwendig". Voorts kunnen we denken aan de idee van „graden", waarmee Calvijn heeft betoogd. De Schrift gewaagt van een veelkleurige wijsheid Gods. Deze veelkleurige wijsheid wordt mede in de verwerkelijking van het Genadeverbond verheerlijkt en deswege zal het niet aangaan om met een wit-zwart schema te opereren.

Wanneer we schier onvermijdelijk met onderscheidingen verduidelijkingen willen aanbrengen, moeten we er echter van uitgaan en moeten we als basisgegeven stevig vasthouden, dat volgens een diepzinnige terminologie „onderscheid ontstaat waar geen onderscheid bestaat". De onderscheidingen, waarmee we zwakjes af weerbewegingen maken willen twee kernwaarheden volstrekt onverlet laten dat uitverkiezing allerpuurste genadcxis en, verwerping voor de volle honderd procent eigen schuld dus volledig een zaak die valt in de sfeer van eigen verantwoordelijifcheid. Het „slechts uitwendig" mag geen enkel excuus bieden of betekenen en het „inwendig" kan geen zweem van prestatie zijn. Dat is de reden waarom we uiterst behoedzaam en kritisch moeten hanteren de onderscheidingen, die we naar ons inzicht niet helemaal kunnen missen. Het end van onze overweging is echter, wanneer we ons afvragen op welke manier uitverkorenen eu; verworpenen behoren tot het Verbond, dat we bedenken dat het verschil in de overeenkomst en de overeenkomst in het verschil moet worden gezocht.

Graankorrels verpulveren tussen twee molenstenen, die meedogenloos meedogend tegen elkaar indraaien namelijk van onderop de gedachte: Bondeling en toch uitgeworpen en van bovenaf de gedachte des vredes: Waard voor eeuwig uit tevallen en toch ingebonden. Wie tussen die molenstenen terecht komt heeft geen keus dan meel te worden.

Wanneer de hemelse Landman vruchtdragende ranken niettemin reinigt, zullen als een vagend vuur door onze ziel gaan overdenkingen als hierboven omschreven. In de bittere overtuiging van ons gans verloren zal de lumineuze idee van het nochtans verkoren stralend oplichten. Ben ik het Heere? Die het vroegen waren het niet en die er ook naar informeerde om zichzelf te conformeren verried zichzelf eer hij Hem verried. Al deze geschiedenissen zijn voorbeelden, thema's waarin we ons gedurig oefenen, opdat we in ongeloof niet vallen en uitgerangeerd raken.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1968

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Aannemelijke vragen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1968

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's