Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schuld en vergeving (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schuld en vergeving (2)

Het wonder van de schuldvergeving

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Schuldvergeving: een onmogelijke mogelijkheid
Hoe kan God een schuldige zondaar de schuld vergeven? Deze onmogelijke mogelijkheid heeft God van Zijn kant mogelijk gemaakt. Daarvoor moest Hij Zijn Zoon naar deze aarde doen komen. God heeft er weer voor gezorgd dat er vergeving mogelijk is door verzoening.

God heeft van Zijn Zoon de dood moeten eisen opdat Hij in en door Christus weer genade en vergeving kan wegschenken.
De discipelen vroegen in Lukas 18:26: ‘Wie kan dan zalig worden?’ De Heere Jezus bevestigde de onmogelijkheid van de kant van de mens, maar tegelijkertijd kon Hij zeggen dat het nog mogelijk is van Gods kant. Hij stond daar als Sions Borg en Middelaar in de menselijke natuur. Daarom kon Hij zeggen: ‘De dingen die onmogelijk zijn bij de mensen, zijn mogelijk bij God’ (Luk. 18:27).
Dat er in Christus weer vergeving bij God mogelijk is, is een rijk Evangelie.
Zo heeft God van Zijn kant het weer mogelijk gemaakt dat, met handhaving van Zijn rechtvaardigheid, Hij toch een schuldige zondaar vergeving kan schenken. Dit is een wonder, maar wordt ook als een wonder beleefd.

Doorleving van de onmogelijkheid
Van de kant van de mens wordt ook waar: “Vergeven, dat gaat zomaar niet”. De echte vergeving wordt ontvangen in de weg van een verbroken en verslagen hart. Dan wordt de worsteling doorleefd van Zondag 4. In deze Zondag horen we in de vragen 9, 10 en 11 de tekening van deze worsteling.
We volstaan hier met het noemen van de drie vragen. In vraag 9 wordt doorleefd: ‘Doet dan God de mens niet onrecht, dat Hij van hem eist wat hij niet doen kan?’ Doorleving van schuld leert ook vraag 10 verstaan: ‘Wil God zulke ongehoorzaamheid en afval ongestraft laten?’ De zondaar voelt dat God niet van Zijn recht afkan.
Als laatste komt vraag 11: ‘Is dan God ook niet barmhartig?’. En dan luidt het antwoord kort: ‘God is wel barmhartig, maar Hij is ook rechtvaardig’.
Als dan al die drie vluchtwegen worden afgesneden, komt een zondaar terecht in de doorleving van de onmogelijkheid van zijn kant en hij wordt het daarmee eens.
Tegelijkertijd kan hij God niet loslaten. Daarom volgt in Zondag 5, vraag 12: ‘Aangezien wij dan naar het rechtvaardig oordeel Gods tijdelijke en eeuwige straf verdiend hebben, is er enig middel waardoor wij deze straf zouden kunnen ontgaan en wederom tot genade komen?’
In deze onmogelijkheid gaat de zondaar vragen naar een mogelijkheid van Gods kant. Zo leidt de Heilige Geest een zondaar, als Hij gaat brengen tot Christus en leren hoe er schuldvergeving mogelijk is in Hem.
En als deze mogelijkheid werkelijkheid wordt, horen we dezelfde zondaar in Zondag 7 getuigen: ‘Niet alleen anderen maar ook mij’!
Dezelfde Geest, Die overtuigt van de onmogelijkheid, gaat ook het wonder bekendmaken de mogelijkheid bij God vandaan.

Geheim achter de vergeving
Het geheim achter de vergeving van de zonden is de verzoening door en met God. Heel de offerdienst in het Oude Testament wijst heen naar de verzoening. Het Hebreeuwse woord voor verzoening is ”kippér”, dat letterlijk ”bedekken” betekent.
Verzoening betekent: schuld uitdelgen, uitwissen. Dat doet de Heere op grond van het bloed. Verzoening betekent ook: herstel van de verstoorde verhouding, wegnemen van de vijandschap.
Deze twee aspecten zijn nauw met elkaar verbonden. Beide aspecten van de verzoening komen samen in het offer van Christus aan het kruis.
En als nu de verzoening in Christus door het geloof mag worden ontvangen, dan is dat zo’n grote zaak dat dit het verdere leven gaat stempelen, ook in onze verhouding tot de naaste. Niet in eigen kracht, maar als vrucht van de Heilige Geest.

Vrucht van ontvangen vergeving
De vrucht die vergevende genade meebrengt, kan ik niet teerder en mooier verwoorden dan dat ons avondmaalformulier doet in het gebed: ‘Verleen ons ook Uw genade dat wij, getroost ons kruis op ons nemende, onszelven verloochenen, onze Heiland belijden, en in alle droefenis met opgeheven hoofd onze Heere Jezus Christus uit de hemel verwachten’.

In het verband van ons onderwerp gaat het vooral om de vrucht van een biddend en zichzelf verloochenend leven. De Heidelbergse Catechismus verwoordt deze vrucht in Zondag 12, antwoord 32: ‘En mijzelven tot een levend dankoffer Hem offere’.
Ook de vijfde bede van het Onze Vader legt het nauwe en onlosmakelijke verband tussen het ontvangen van Gods vergevende genade en het vergeven van de schuld van onze naaste. In de volgende twee artikelen gaan we nader op dit verband in.

(wordt vervolgd)

Rijssen, ds. A. Schreuder

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 2015

De Saambinder | 20 Pagina's

Schuld en vergeving (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 2015

De Saambinder | 20 Pagina's