Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het doen van belijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het doen van belijdenis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vorig jaar september hebben we geschreven over de belijdeniscatechisatie. De vragen die daarbij aan de orde kwamen, waren onder meer: ’Wanneer doe je belijdenis? Ben je niet te jong? Kun je als onbekeerde wel antwoorden op die vragen?’ Enz. Nu het moment van het afleggen van openbare belijdenis voor velen dichterbij komt, rijst bij sommigen opnieuw de vraag: ’Het gaat toch niet om het doen van belijdenis van de leer, maar van het geloof? Kan ik dat wel? Waarom doe ik het? Wat beloof ik en kan ik het beloven?’

Voorrecht
We stellen vooraf dat de Heere onze jonge mensen het voorrecht heeft gegeven om op het erf van het verbond der genade te leven. De Heere liet jullie uit ouders geboren worden die tot de gemeente behoren. Door de Heilige Doop werden jullie lid van de gemeente, en de Heere stelde je als doopleden apart op deze wereld. Jullie zijn dus leden, onmondige leden, ofwel doop-leden van de gemeente. Vele jaren hebben jullie catechetisch onderwijs ontvangen. Nogmaals, we achten dit een groot voorrecht.

We hopen van harte dat het catechetisch onderwijs gezegend mag zijn of worden, zodat jullie de leer der waarheid niet alleen uitwendig maar ook inwendig verstaan en verdedigen. Als dit laatste het geval mag zijn, zullen jullie met je hart achter de leer van vrije genade staan. Je hebt dan ingeleefd een zondaar te zijn die alleen uit genade door Christus zalig kan worden. De strijd zal dan in je leven zeker niet uitblijven.

Verantwoordelijk
Omdat de Heere jullie het grote voorrecht heeft gegeven om op het erf van het verbond der genade te leven, zijn jullie des te meer verantwoordelijk hoe je met dit voorrecht omgaat. Je ouders zijn al die jaren voor jullie als doopleden verantwoordelijk geweest. Doch dooplid kun je niet blijven. Als je de volwassen leeftijd hebt bereikt, behoor je de verantwoordelijkheid van je ouders over te nemen en de door de Heere gelegde band te bevestigen. We hopen dat je ook zelf je verbonden weet aan de leer der waarheid en een leven wilt leiden in overeenstemming met Gods Woord.

Helaas zijn er jongeren die zich aanpassen aan onze geseculariseerde maatschappij en aan de van Gods Woord afwijkende mening van anderen. Wat een schuld laden we op ons als wij ons aanpassen, want dan zijn we te vergelijken met dode vissen die met de stroom worden meegevoerd. Niet minder erg is het wanneer onze jonge mensen gelijk zijn aan een vissoort die achteruit zwemt! Zij verlaten bewúst de Heere en Zijn Woord en zoeken rust in hun godsdienst of in de wereld, hoewel zij beter weten.

Er zijn gelukkig ook veel serieuze jonge mensen die overtuigd zijn van de zuivere leer van Gods Woord, maar daarom temeer met vragen rondlopen of zij als onbekeerden wel het ja-woord op de belijdenisvragen kunnen geven. Zij kunnen bijvoorbeeld niet instemmen met de veelgehoorde mening buiten onze gemeenten, dat het afleggen van geloofsbelijdenis ’een antwoord is op de belofte die God mij gegeven heeft tijdens mijn doop’. Men zegt dan: ’Juist door het onderzoek van Gods Woord is mijn geloof verdiept.’ Zij geven dus als verbondskinderen antwoord op de verbondsbelofte en kunnen als gelovigen deelnemen aan het Heilig Avondmaal. Dit soort geloofsbelijdenis onderstreept het grote gevaar van de drie-verbondenleer! Het was dan ook de verzuchting van ds. G.H. Kersten in zijn verklaring van de Korte Lessen over Kort Begrip: ’De Heere beware ons, opdat wij tot zulk een verbondsontzenuwende leer nimmer overhellen.’

Wat voor geloofsbelijdenis wordt vereist?
Vanzelf is het niet genoeg om belijdend lidmaat van de gemeente te zijn en daardoor een kerkelijk recht te bezitten om deel te nemen aan het Heilig Avondmaal. Het komt erop aan om door genade een lévend lidmaat te worden, en dat jullie de zalving van Christus’ Geest mogen ontvangen. Hoe groot is het als de Heere het ontvangen onderwijs heeft willen heiligen aan je hart, want dan mag je door genade de leer van Gods dierbaar Woord zielsbevindelijk verstaan. Het Griekse woord dat in onze Bijbel overgezet is door ’belijden’ betekent letterlijk: hetzelfde zeggen, instemming betuigen, het eens zijn, zich plechtig verbinden. Je zegt dan ’amen’ op het woord.
De rechte geloofsbelijdenis is uiteraard veel meer dan een verklaren dat je het met Gods Woord eens bent, want anders zou het doen van belijdenis een soort examen afleggen inhouden. De Heere eist een geloven met het hart en belijden met de mond. Recht geloofsbelijdenis afleggen is dus de vrucht van het ware geloof in Christus.

Je zult zeggen dat je dan geen belijdenis kunt doen. Hoewel de gelovige toe-eigening er niet is, neemt dit de plicht tot belijden niet weg. Beseffen jullie dat al wat niet uit geloof is, zonde is? Dit geldt ook voor het Bijbellezen, bidden, meezingen, eten en drinken!
Paulus zegt niet zonder reden het volgende: Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods (1 Kor. 10:31).

Mocht het jongeren en ouderen maar recht in de knel brengen dat wij niets tot Gods eer kunnen doen. Het wordt dan onmogelijk om onbekeerd te blijven en onmogelijk om bekeerd te worden. Wanneer jullie zo de onmogelijkheid van Gods kant en van eigen kant leren inleven, dan zal het zulk een eeuwig wonder worden wanneer Gods Geest je gaat leren dat Gods welbehagen in Christus de enige oorzaak is dat je kunt en zult zalig worden. Dan zullen jullie geloven met het hart en belijden met de mond wat de Heere aan je ziel heeft gedaan.
Je wordt dan met hart en ziel verbonden aan de zuivere leer van Gods Woord, waar de mens op het diepst vernederd en God op het allermeest verhoogd wordt; en waar Gods volk op het allerbondigst vertroost en tevens aangezet wordt tot een godvruchtige wandel. Je krijgt dan ook een rechte begeerte om als een geestelijk hongerige en dorstige deel te nemen aan het Heilig Avondmaal om de dood van Christus te verkondigen. We mogen dan met David belijden:

Ik zwoer, en zal dit met een blij gemoed
Bevestigen, in al mijn levensjaren,
Dat ik Uw wet, die heilig is en goed,
Door Uw genâ bestendig zal bewaren.
(Ps. 119:53)

We hopen dat degenen die met deze vragen worstelen, en allen die meelezen, hier van harte mee kunnen instemmen. Dan zal men zich verbonden voelen aan de God der waarheid, aan de leer die naar de godzaligheid is, en aan die plaatsen waar dit recht verkondigd en vóórgeleefd wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 februari 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Het doen van belijdenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 februari 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's