Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De invloed van popmuziek op onze jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De invloed van popmuziek op onze jeugd

Boekbespreking

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over popmuziek zijn al veel boeken geschreven. Popmuziek Is niet meer weg te denken uit onze moderne, ontkerstende samenleving. Voor onze jongeren is popmuziek één van de grootste verleidende machten die hun christelijke opvoeding bedreigen. Wij, als opvoeders en onderwijsgevenden, dienen hier terdege rekening mee te houden. We moeten er maar vanuit gaan dat meer dan 70% van onze reformatorische jeugd zich min of meer door popmuziek aangetrokken voelt. Uiteraard zijn er allerlei vormen en soorten popmuziek. Onze jongeren (neem maar tussen de 14 en 22 jaar) hebben niet allen dezelfde 'smaak' op dit gebied. Jongelui die van meer 'ruigere' vormen van popmuziek houden, zullen over het algemeen gemakkelijker te 'herkennen' zijn dan zij die van meer 'rustiger' popmuziek houden. De provocerende houding van jeugdigen die graag naar 'beat', 'rock & roll', 'hardrock' of 'punkrock' luisteren, is ook op onze reformatorische scholen waar te nemen. Zij gedragen zich meestal opvallend en uitdagend. Degenen die voorkeur hebben voor 'country & western', 'jazz', 'folkrock' (Bob Dylan), 'soul' of disco', zullen moeilijker te herkennen zijn. Zij zullen zich veelal aanpassen aan de bestaande orde en geen extreme 'protesthouding' aannemen. Bovendien zullen de meeste reformatorische jongeren zich bedekt opstellen vanwege de 'sociale controle' van ouders, familie, kerk en school.

Al met al luisteren veel van onze jongeren, wanneer ze alleen of bij elkaar zijn (bulten het gezichtsveld van ouders en opvoeders), graag naar popmuziek.

Onder een bloedrode hemel

Het Is voor ons een bittere noodzaak geworden om kennis te nemen van de huidige popcultuur en de invloed die zij heeft op onze jongeren. Naar aanleiding van het boek van J.D. te Winkel, Onder een bloedrode hemel (met als ondertitel: 'hoop en wanhoop In de pop'), wil Ik wat Inzicht geven in het moderne popgebeuren. Enerzijds recenseer ik zodoende het boek van Te Winkel en anderzijds doe ik een poging om de overweldigende Invloed van popmuziek op onze jongeren voor het voetlicht te plaatsen.

Te Winkel ziet popmuziek allereerst als amusement, maar daarnaast wijst hij ook op het 'verzet' dat In veel popsongs doorklinkt. Dit verzet zou geboren worden uit onvrede met de bestaande toestand, maar ook vanuit de hoop dat veranderingen mogelijk zijn. De schrijver borduurt In zijn boek op de elementen van 'hoop' en 'wanhoop' In de popmuziek door. Hij vergelijkt diverse popgroepen en - musici vanuit dit gezichtspunt. Verder blijft hij behoorlijk opjectief (al blijkt hij bepaalde waardering te hebben voor een aantal zangers en groepen). Een christelijke boodschap Is niet duidelijk te onderschelden en een reformatorisch standpunt komt niet naar voren. Het boek geeft ons wel inzicht In het popgebeuren en is daarom nuttig voor onze bestudering van de popmuziek.

Hoop en wanhoop

Hoop en wanhoop liggen In de popmuziek dicht bij elkaar In de jaren zestig hebben voornamelijk jongeren geprobeerd om zich door middel van 'revoluties' te 'bevrijden' van het juk van het verleden. De (goede) normen en waarden uit het verleden moes-

ten overboord! De opstand van de jeugd heeft stem en klank gekregen in de pop. 'Breek de oude wereld af en bouw samen een nieuwe!' schreeuwde en zong de jeugd. Zij willen de werkelijkheid ontvluchten, terwijl ze hun 'heil' gaan zoeken in de 'vrije liefde', de 'ongebonden natuur', het 'blinde gevoel', mystiek, alcohol en drugs. Al deze elementen vinden we terug in de popmuziek. Te Winkel verklaart: "In de jaren zestig worden veel liedjes gezongen, waarin een sterke onderstroom van hoop te ontdekken valt. In die tijd worden echter ook nummers gebracht waarin wanhoop de boventoon voert. De wereld is niet meer te redden of met mensen is geen land te bezeilen." In de jaren zestig hadden de opstandige jongeren nog hoop om de wereld te kunnen veranderen, maar hun protest en vluchtgedrag heeft weinig uitgericht en vele slachtoffers gemaakt (vanwege druggebruik en een ongezonde levenswijze). De vlucht uit de werkelijkheid is ook een openlijke vlucht van God vandaan geworden. Daarom hebben ze 'smart op smart' ervaren. Eenzaamheid, angst, vervreemding, nihilisme, neurose, apathie, zelfmoord - dit zijn allemaal gevolgen van de jongerenrevolutie.

Doemdenken

Onderzoeker Te Winkel geeft ons verder te kennen: "Van het elan en het idealisme dat jongeren in de jaren zestig bezielde. Is in de jaren zeventig maar weinig meer over (...) Men heeft geen behoefte (meer) aan een confrontatie met problemen en ellende. Men wil kunnen lachen en consumeren. Deskundigen zeggen dat mensen de ervaring opgedaan hebben dat de wereld voor hen te groot is en de problemen te gigantisch. Ze voelen zich machteloos en kunnen de neiging om de vraagstukken te laten voor wat ze zijn, niet onderdrukken. Ze zoeken het maar uit! En die 'ze' zijn onpersoonlijke instituten als de politiek, de maatschappij of de kerk. Men houdt het voor gezien en geeft zich over aan doemdenken. t Zal mijn tijd wel ultduren! Er lijkt wel een grauwsluier en hangerigheid en lusteloosheid boven onze samenleving te hangen." Vooral de jongeren worden steeds meer 'ik-gericht'. Ze interesseren zich steeds minder voor de 'buitenwereld' van volwassenen, plichten, normen en waarden. Deze ontwikkeling is vooral in de popmuziek waar te nemen.

Anarchisme en satanisme

In het popgebeuren van de laatste tijd gaan twee zaken een steeds grotere plaats innemen. Het is duidelijk dat in deze ontwikkeling satan zelf achter het toetsenbord zit en dat hij (nu hij is 'losgelaten') door zijn duivelse composities het geestelijk klimaat in ons land meer en meer gaat bepalen. De punkzanger Johnny Rotten slingerde onomwonden de maatschappij in:

"I am an anti-christ, I am an anarchist."

Punkers vinden dat ieder mens het recht moet hebben om te doen en laten wat hij zelf wil. Zij kunnen geen gezag, geen heer en meester boven zich verdragen. De groep Black Sabbath strooit met satanische teksten. Op hun plaat 'Gates of Babyion' zingt één van hun zangers: "Ik ben de duivel, ik heb de sleutels van de poorten van de verrukkelijke hel, genaamd Baby- Ion." Leden van de popgroep Venom noemen zich vrienden van de duivel en rekenen erop dat ze door hem later overvloedig beloond zullen worden. De groep Iron Maiden citeert aan het begin van hun lied 'The number of the beast' Openb. 13 : 18. Het nummer eindigt met de woorden: "Six, six, six, the number of the beast - the one for you and me."

De popgroep Judas Priest zingt in het nummer 'The Sinner': "Zondaar, de duivel rijdt naast je en wijst je de weg."

Dit is zo maar een afschuwwekkende greep uit de popmuziek, waarnaar ook reformatorische jongeren luisteren. Ze zullen meestal niet in de gaten hebben wat er precies gezongen wordt (door het muzikale 'heavymetal'-geweld). Hoewel ze de teksten (bijna) niet kunnen verstaan, doen ook ónze jongeren onbewust en ongewild mee aan satansverering!

Onze jongeren

Ook onze jeugd wordt geconfronteerd met popmuziek. Harde en wilde popmuziek past bij het leven van de jeugd. Deze muziek spreekt erg gauw bij hen aan. Schrijver Te Winkel laat ons kennis maken met de 'voorgangers' en 'voorbeelden' van vele jongeren. Hij concludeert: "Popsterren geven de toon aan! Dat is zeker in de jongerenwereld het geval." Te Winkel laat ook jongeren zelf aan het woord. Dit is verhelderend en leerzaam. Uit zijn gesprekken met deze jongelui leren we dat ze de schadelijke beïnvloeding van bepaalde popgroepen niet onder ogen willen zien. Ze sluiten er moedwillig de ogen voor, omdat ze de muziek nu eenmaal mooi vinden. Ook onze jongeren vallen nogal eens in deze valstrik. Ze letten over het algemeen veel te weinig op de inhoud van de teksten. Wanneer ze werkelijk zouden beseffen wat teksten bedoelen en kunnen uitrichten, dan zou dit hen meer afschrikken, en de voor hen aantrekkelijke muziek zou dan ook veel van haar bekoorlijkheid verliezen.

Onze jongeren hebben ook een jeugdig levensgevoel, net zoals de onchristelijke jongeren. Een goede christelijke opvoeding behoort het opbruisende jonge leven echter in goede banen te leiden. Jongelui gaan vaak op 'verkenning' uit. Hun 'verkenningstochten' gaan steeds verder... Ze begeven zich ook op gevaarlijke terreinen. Ze zoeken immers naar sensatie en spanning. Voor hen smaakt 'het verboden genot' vaak nog zoet. Hier moeten wij als opvoeders rekening mee houden. Dat ze op verkenning uit gaan, kun je bijna niet voorkomen. We dienen hen echter niet uit het oog te verliezen. Ze moeten namelijk weer veilig op hun oude (christelijke) basis terugkeren. De praktijk laat zich in dit verband helaas niet door de theorie vangen! We kennen allen wel de problemen die er op dit gebied zijn. Wanneer we onze jongeren niet meer kunnen volgen, en onze wegen ophouden, dan blijft er nog maar één weg over: de weg van het gebed! De Heere kan verloren zonen en dochteren nog in een 'vergelegen land' (Luk. 15:13) bereiken, en hen terug doen keren. Wanneer wij niet meer met onze kinderen over de Heere kunnen spreken, dan mogen we toch altijd nog met de Heere over onze kinderen spreken.

Wat kunnen we doen?

In de eerste plaats is het duidelijk dat we moeten onderzoeken waar onze jeugd zich mee bezighoudt en waar onze jongeren (openlijk of stiekem) naar luisteren. Door middel van vragen te stellen (bijvoorbeeld in discussievorm tijdens maatschappijleer op school) kunnen we wellicht het een en ander van hen te weten komen. Wat kennen ze van popgroepen en popmuziek? ! Wanneer dit ons duidelijk is, dan is het goed om hun 'favorieten' samen onder de loep te nemen. Ze moeten duidelijk gaan beseffen waar ze mee bezig zijn en waar ze naar luisteren. Wanneer we zondermeer een jeugdige popmuziekliefhebber voor de voeten werpen: 'popmuziek is slecht, zondig en satanisch', dan zullen onze woorden, normaal gesproken, geen gunstig effect hebben. Jongeren willen weten 'waarom'! Jongeren willen serieus genomen worden, ook In hun ogenschijnlijk dwaze verslavingen. Ze hebben het in onze tijd al moeilijk genoeg! Door allerlei verleidende machten en invloeden worden ze innerlijk geslingerd, en deze zaken corresponderen alle met hun jeugdig levensgevoel. Kijk ook niet vanuit de hoogte op hen neer! We zijn niet beter van nature. We moeten hen geen dingen verbieden zonder hen iets anders, iets mooiers 'aan te bieden'. Tegenover de leegheid en de wanhoop in de pop moeten we de volheid, het geluk en de hoop van het oprechte geloof in God voorstellen. Dat we bekeerd moeten worden, maar ook dat we nog bekeerd kunnen worden.

J.A. Baaijens.

N.a.v: Onder een bloedrode hemel, door J.D. te Winkel. Uitgeverij Boekencentrum B.V., 's-Gravenhage. Prijs: f. 16, 50.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

De Reformatorische School | 64 Pagina's

De invloed van popmuziek op onze jeugd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

De Reformatorische School | 64 Pagina's