Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het orgel speelt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het orgel speelt

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bekend is het verhaal van de organist, die in een bijzondere dienst zou spelen, tijdig naar de orgelbank toog en daar een exemplaar van de orde van dienst aantrof. Als eerste agendapunt was vermeld: het orgel speelt. De organist ging daarop rustig in een bank zitten en wachtte de loop der gebeurtenissen af. De kerk stroomde vol, maar het orgel zweeg. Toen vlak voor de dienst een ouderling kwam kijken, waar de organist was, trof hij deze in een bank aan en vroeg hij wat er aan de hand was. De organist antwoordde, dat hij het ook niet begreep, want dat hij al geruime tijd met spanning zat te wachten tot het orgel zou gaan spelen!
Zelf heb ik lang geleden eens beleefd, dat de dominee in het kerkblad de kerkgangers mededeelde, dat de plaatsen vrij zouden zijn, zodra het orgel ging spelen. In het volgende nummer heb ik toen medegedeeld, dat de plaatsen bezet behoorden te wezen, zodra de kansel ging preken.
Organist zijn is een ondankbaar werk. Men hoort hem, maar meestal ziet men hem niet. En dat laatste is soms maar goed ook, want in de gevallen, dat voor in de kerk een positief staat opgesteld en men de organist kan zien zitten spelen, verbaast men zich niet zelden over de (volstrekt overbodige) lichaamsbewegingen die daarbij plegen te worden gemaakt: diepe buigingen, armgezwaai, hoofdgeschud en ander vormen van kamergymnastiek, terwijl juist de meest primaire eis is: doodstil zitten met hoofd en lijf. Men maakt zelfs organisten mee, die voordat zij aanvangen, hun schoenen uittrekken alsof zij een heilige plaats gaan betreden. Men vrage dan ook niet, wat er terecht komt van het noodzakelijke punt-hak-gebruik van het pedaal!
In het algemeen ziet men echter de organist niet, want, als het goed is, staat het orgel tegenover de kansel, zodat het de gemeentezang ruggesteun kan geven, en bovendien gaat de organist niet zelden ook nog schuil achter een rugwerk of achter groene gordijntjes. En wellicht om die reden verkeert hij in vele kerken in een wat verwaarloosde positie.
Meestentijds wordt hij, zodra hij voor de dienst op de orgelbank plaats neemt, voor het eerst geconfronteerd met de liturgie. Hij heeft geen gelegenheid gehad zijn begeleiding voor te bereiden of zich te bezinnen op enigszins toepasselijk spel voor de dienst. Hij moet zich dus beperken tot door hem ingestudeerde neutrale muziekstukken, die de muzikaal geïnteresseerde gemeenteleden kunnen boeien, maar voor de niet muzikaal geïnteresseerden alleen fungeren als stilteverdrijvers. In hoeveel gevallen wordt niet alleen de koster, maar ook de organist daags tevoren door de predikant ingelicht over tekst en te zingen Psalmen?
De verwaarlozing van de organist blijkt ook niet zelden uit de vergoeding, die hem toch zeker toekomt voor het volgen van muzieklessen en de aankoop van muziekboeken. Die vergoeding ligt vaak beneden de minimale grenzen en laat de aanschaf van koraalboeken niet toe, zodat niet weinige gemeenteleden er naar zitten te snakken te worden verlost van de eindeloos herhaalde, overjarige voorspelen van Worp, die men zo langzamerhand zit mee te neuriën. Verschaf in elk geval de organist, als hij zelf niet kan improviseren, enkele koraalboeken met minder afgezaagde voorspelen dan van de versleten Worp.
Kortom, de organist verzorgt een wezenlijk onderdeel van de eredienst. Hij bereidt de gemeente voor de dienst voor op de prediking, hij stelt de gemeente in staat de opgegeven psalmen op de juiste toon en in de juiste maat te zingen, hij vult de stilte op die zou ontstaan als de collecte een wezenlijk onderdeel van de eredienst zou zijn, hij zorgt voor een toepasselijk naspel als de gemeente het kerkgebouw verlaat, hij staat klaar voor trouw- en begrafenisdiensten, hij moet niet zelden de tongwerken van het orgel bijstemmen, hij kan niet bij zijn gezin zitten, hij moet zeker een kwartier voor de dienst aanwezig zijn en hij wekt tenslotte ieders lachlust op, als hij de laatste verzen van verschillende psalmen niet halveert (om van Psalm 18:15 maar te zwijgen), maar eenzaam doorspeelt.
Dat anderzijds de organist zich dient aan te passen, behoort te studeren, er geen show van moet maken, spreekt vanzelf.
Welnu, hij heeft er recht op, tijdig over de liturgie te worden geïnformeerd, in het gebed om een zegen over de dienst te worden betrokken en niet alleen op Nieuwjaarsmorgen te worden vermeld, van muziekboeken en muzieklessen te worden voorzien, kortom, de aandacht te krijgen die zijn positie toekomt. Vandaar dit artikeltje. Niet het orgel, maar een organist speelt.

Verplanke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1985

De Wekker | 12 Pagina's

Het orgel speelt

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1985

De Wekker | 12 Pagina's