Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KEUZE OF VOORZIENIGHEID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KEUZE OF VOORZIENIGHEID

Promovendus aan de universiteit [3]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe kun je concreet weten wat God van je vraagt? Op het eerste gezicht is dit een mooie en belangrijke vraag. Degene die zo'n vraag stelt, beseft dat wanneer je belijdt dat Jezus Heer is, dat ook gevolgen voor het dagelijkse leven heeft.

Toch is het goed, juist als een thema veel aandacht krijgt en op het eerste gezicht heel legitiem is, even pas op de plaats te maken. Want is het eigenlijk wel zo'n goede vraag, en zo ja, kunnen we deze vraag op een zinvolle manier beantwoorden?

Wie zich in de thematiek gaat verdiepen komt er al snel achter dat de vraag ‘Wat is Gods wil voor mijn leven?’ in deze vorm in de loop van de geschiedenis veel minder vaak gesteld is dan we tegenwoordig denken. Pas in de loop van de negentiende eeuw – niet toevallig is dat ook de tijd waarin onze keuzemogelijkheden ongekend toenamen – verschijnen meer besprekingen, en in de twintigste eeuw wordt het met name onder evangelicale christenen een hot topic.

DRIE BENADERINGEN

In de, meestal op een breed publiek gerichte, literatuur over het thema treffen we drie verschillende benaderingen aan.

In de eerste en meest populaire benadering staan twee overtuigingen centraal. Ten eerste is dat het geloof dat God voor alle gelovigen een ‘plan’ heeft en verder dat God op cruciale momenten concrete leiding geeft, zodat we dit plan kunnen volgen. Deze overtuigingen worden vaak omgezet in een methode of een aantal stappen die we kunnen ondernemen om bij ingewikkelde keuzes Gods wil te ‘vinden’.

De tweede benadering gaat ook uit van de gedachte dat God met ieder van ons een bepaald plan heeft, maar de vorm van Gods leiding is hier minder concreet: God spreekt in ons hart, en hoe dichter we bij Hem leven, hoe beter we zullen leren om Zijn ‘stille zachte stem’ te verstaan. Daarbij is het oefenen van ons onderscheidingsvermogen (discernment) van groot belang, want niet alleen zijn er veel andere stemmen die ons hart proberen te beïnvloeden, ook ons eigen hart kan er wat van.

GROEIEN

De derde benadering wijkt behoorlijk van de beide andere af. Gesteld wordt dat we, vanuit het geloof in Gods voorzienigheid, mogen geloven dat God een groot ‘plan’ met de wereld heeft waarvan we als individuele gelovigen ook deel uitmaken. Er is in deze visie echter geen reden om op grond van de Bijbel te geloven dat God ons dit plan op een of andere manier bekend zal maken. Waar het op aan komt is niet Gods verborgen wil te vínden, maar om Gods geopenbaarde wil te dóén en te groeien in christelijke wijsheid om zo verantwoorde keuzes te kunnen maken. In deze benadering ligt de nadruk op de ‘kunst’ om met de door God gegeven vrijheid en verantwoordelijkheid te leven voor Gods aangezicht.

GEREFORMEERD

Voor wie over goddelijke leiding na wil denken vanuit een eigentijds gereformeerd theologisch perspectief, doet zich een interessante situatie voor, met bijbehorende vragen en uitdagingen. Degenen, en met name de jongeren, die Gods wil voor hun leven willen ontdekken, lijken vaak uit te gaan van de eerste benadering en hebben het meeste behoefte aan de bijbehorende concrete handvatten.

De tweede benadering sluit nauw aan bij het bevindelijke karakter van de gereformeerde gezindte. Hier komt het aan op de persoonlijke omgang met God waarin de leiding van God gestalte krijgt. We hoeven maar te denken aan de ambivalentie rondom bijvoorbeeld ambtsdragersverkiezingen om te zien hoezeer dit aansluit op de beleving. Waar bijvoorbeeld de formulieren de objectieve kant benadrukken (‘op wettige wijze door de gemeente, en daarom door God geroepen’) ligt in persoonlijke adviezen, nieuwsgierige vragen en bevestigingsdiensten maar al te vaak de nadruk op het gevoel. Wij moeten ons kennelijk geroepen vóélen om ons geroepen te wéten.

HEILSHISTORISCH

Interessant wordt het pas echt wanneer we constateren dat theologisch gezien de derde benadering (de zogenaamde wisdom-view) misschien nog wel het beste aansluit bij de kernovertuigingen van de gereformeerde theologie. Immers, niet voor niets werd er een onderscheid gemaakt tussen Gods verborgen en Zijn geopenbaarde wil. Gods raadsbesluiten (verkiezing, voorzienigheid) zijn en blijven voor de mens verborgen, maar in de Schrift heeft Hij ons alles bekendgemaakt wat voor ons nodig is om Zijn wil te doen.

Niet voor niets onderstreept de gereformeerde theologie steeds weer het belang van het gewone werk van de Geest in de gelovige boven het buitengewone, zonder overigens dat laatste uit te sluiten. En niet voor niets wordt hermeneutisch vaak uitgegaan van een heilshistorische benadering: De ervaringen van Abraham met Gods leiding of van Elia op de berg Horeb, zijn niet één op één door te vertalen naar principes voor onze tijd. God is Dezelfde, Zijn omgang met ons niet noodzakelijk ook.

UITDAGINGEN

Als het inderdaad zo is dat de derde benadering theologisch het makkelijkst verenigbaar is met kernnoties uit de gereformeerde theologie, dan brengt dat tegelijk wel een paar (theologische en praktische) uitdagingen met zich mee.

Praktisch zullen we steeds weer moeten leren dat het gewone, alledaagse de werkplaats is waarin God ons vormt, en dat het bijzondere bijzonder moet blijven. Ook zullen we moeten leren om op heel praktische vragen, ondanks wat de vraagsteller of de gemeente verlangt, niet altijd praktische antwoorden te willen geven, maar te zoeken naar de vooronderstellingen achter de vraag.

Theologisch is het belangrijk om met elkaar door te denken over de vraag hoe de recente theologische aandacht voor bijvoorbeeld karaktervorming en deugden (wijsheid) zich verhoudt tot de gereformeerde heiligingsleer. En hoe onze gemeenten vormende gemeenschappen kunnen zijn, waarin we met en van elkaar leren hoe we in onze tijd en met de ons gegeven gaven vruchtbaar christen kunnen zijn.

Ook de vraag of en hoe een sterk geloof in goddelijke voorzienigheid handen en voeten kan krijgen voor het alledaagse leven speelt een centrale rol. Voor de één lijkt er vaak geen enkele verbinding tussen deze leer en het concrete leven, en bij de ander is deze verbinding zo nauw dat ze onnodig beknellend werkt. Voor de één vormen de eigen keuzes de biografie, voor de ander ligt alles vast in Gods voorzienigheid. Ligt de waarheid ergens in het midden? Een gesprek met de theologie van bijvoorbeeld Johannes Calvijn en Jonathan Edwards, zoals ik in mijn onderzoek ontwikkel, kan interessante perspectieven opleveren.


GODS WIL

Johan heeft net zijn examens achter de rug en moet kiezen wat hij na de vakantie gaat doen. Hij houdt van sporten en wil graag fysiotherapie gaan doen. Maar ja, zijn ouders zien hem het liefst naar de pabo gaan en zijn vriendin heeft het sinds kort ineens over de zending…

Wat is nu Gods wil? En ? misschien nog wel prangender ? hoe komt hij daarachter?


SPANNENDE VRAGEN

Niet alleen vloeien uit de derde benadering van goddelijke leiding een aantal belangrijke theologische vragen voort, maar ook een paar prikkelende vragen en gedachten rond ons spreken en onze kerkelijke praktijk. Eerder noemde ik al de dubbelheid rondom de roeping tot het ambt. Wellicht moeten we ook denken aan de praktijk rondom het beroepingswerk. Ligt daaromheen, gedacht vanuit de wijsheidsbenadering, niet te vaak een zweem van geheimzinnigheid en een focus op de individuele niet-uit-te-leggen beslissing van de predikant voor het aangezicht van God? Of, om het meer algemeen te houden, hebben we een beeld bij wat we bedoelen als we spreken over ons dagelijks werk als een ‘goddelijk beroep’? De uitdaging is mijns inziens om, als we de woorden roeping en beroep willen blijven gebruiken, dat op zo'n manier te doen dat Johan fysiotherapie kan gaan studeren, en ook een werkloze of arbeidsongeschikte in ons kerkelijk spreken niet buiten de boot valt.

C. van der Knijff (MA) is als assistent in opleiding (aio) verbonden aan de Protestantse Theologische Universiteit. Hij doet onderzoek naar de leiding van God. Vanuit systematisch-theologisch perspectief verricht hij studie naar de verhouding tussen ‘goddelijke leiding’ en het werk van de Heilige Geest.


Volgende week Peter Gorter over de religieuze identiteit van de gereformeerde vluchtelingen in het Duitse Rijnland in de tweede helft van de zestiende eeuw.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

KEUZE OF VOORZIENIGHEID

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's