Zegen ons met Uw licht - pagina 44
Gezegend en tot zegen. Liturgische beweging - rituelen - bijbels-theologische lijnen - Bileamsgeschiedenis - priesterzegen - zegenen van kinderen - zegenen in het dagelijkse leven - zegen als liturgische handeling - casualia - doop - uitvaart - ambt en charisma
De werkwijze die C. van der Kooi en M.A.Th. van der Kooi-Dijkstra in hun liturgisch werkboekje over ziekenzalving voorstellen, komt hiermee grotendeels overeen. ‘Bij de zalving worden het voorhoofd en de handpalmen gezalfd, doorgaans met de duim van de rechterhand. Soms kan het zieke lichaamsdeel worden gezalfd – maar dat kan niet altijd. Het is goed de zieke daarvoor toestemming te vragen. Bij de afsluitende zegen wordt de zieke gezegend en bij zijn of haar doopnaam voor God genoemd’.31 In het voorbeeld van een orde van dienst voor de ziekenzalving laten zij de zalving afsluiten met de woorden van de zegen van Sint Patrick32: De Heer zij voor je om je de weg te wijzen, Hij zij achter je om je beschermen, Hij zij naast je als je metgezel, Hij zij onder je om je op te vangen, Hij zij in je met zijn troost en bemoediging, Hij boven je om je te zegenen, Zo zegene je God, Vader, Zoon en heilige Geest. Amen. Door wie? De schrijvers van dit werkboekje wijzen erop, dat als de ziekenzalving een ritueel is dat binnen de gemeente gebeurt, de handeling in de regel zal worden voltrokken door hen die hiervoor in de gemeente mandaat hebben gekregen. Dat zullen in de praktijk dan de ambtsdragers zijn, een predikant of een ouderling met de diakenen. Het kader van de gemeente speelt echter mee. De ambtsdragers staan in dit werk niet alleen. Elk gemeentelid is in beginsel actief bij het gebed betrokken. Toch is er een zekere ordening nodig die alles te maken heeft met de relatie waarin men tot elkaar staat. De verbinding met het ambt wijst een bepaalde richting aan: ze maakt de inhoudelijke binding aan Christus duidelijk. God is het die uiteindelijk de zegen verleent. Maar Hij maakt gebruik van mensen, ook van mensen die een bepaald mandaat in (en via) de gemeente hebben ontvangen.33 Degene die zegent, moeten we dan ook niet zien als een ‘kanaal’ waardoorheen Gods krachten als een fluïdum zouden binnenstromen. De zegenende ambtsdrager is geen ‘medium’, maar intermediair van het komen van God in zijn Woord (toegepast op de zegen: in taalhandeling en gebaar) tot mensen. De houding die hierbij past, is die van vertrouwen en gehoorzaamheid.
43
100011 W.deZwijger vd Meulen.indd
43
woensdag03-maart-2010
11:51
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2010
Reformatorische stemmen | 54 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2010
Reformatorische stemmen | 54 Pagina's