Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

,,Van de glorie van Langnek straalt een deel op ons af'''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,Van de glorie van Langnek straalt een deel op ons af'''

Anderhalve eeuw Nederland - Zuid-Afrika: vriendschap en haat

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De verhouding Nederland — Zuid-Afrika is momenteel in z' n algemeenheid bepaald niet als vriendelijk en welwillend te kenschetsen. Integendeel, wie er tegenwoordig een beetje bij wil horen moet fel anti-apartheid en „dus" fel antiZuid-Afrika zijn. Dat is vroeger wel anders geweest, zo toont dr. Schutte aan in zijn boek ,,Nederiand en de Afrikaners". Vooral tijdens de Boerenooriogen kende het enthousiasme van de Nederianders voor de,, heldenmoed'' van de Boeren bijna geen grenzen. Bovendien straalde iets van hun glorie op ons af. De Nederlandse kijk op Zuid-Afrika als spiegel van onze opvattingen.

Wat fijn dat die er niet bij is! Dat was de strekking van het betoog van Amsterdams burgemeester Van Thijn tijdens een onlangs gehouden culturele manifestatie voor buitenlandse ambassadeurs. De ongewenste afwezige betrof de Zuidafrikaanse ambassadeur hier te lande. Een uitspraak waarvoor Van Thijns wangen de kleur van zijn partij verdienen te krijgen. In schril contrast met Van Thijns Zuid-Afrikavisie staat die van de Rotterdamse hoogleraar Van Doom: ,,Als er één opvallende trek is in de geschiedenis en mentaliteit van de Afrikaners, dan is het wei hun zelfgekozen isolement en het daaruit voortvloeiende onvermogen de realiteit onder ogen te zien. Wie er nu echt op uit is bij uitstek onzinnige maatregelen te nemen, moet ervoor zorgen dat bestaande banden van ZuidAfrika met de buitenwereld worden verbroken en het isolement wordt versterkt. Dergelijke onzinnigheid kenmerkt de Nederlandse culturele politiek ten aanzien van Zuid-Afrika.'' Van Doorn doelt hierbij op de eenzijdige Nederlandse opzegging in 1981 van het dertig jaar oude Cultureel Verdrag met Zuid-Afrika. „Een aantal Nederlanders, ambtenaren en particulieren, gaat deze boycot nog niet ver genoeg. Ze zullen zich bovendien beijveren eventuele individuele pogingen tot contact, ook al komen die van Afrikaners die met hun eigen regime ongelukkig zijn, zoveel mogelijk te verhinderen, soms op een wijze waarvoor helaas maar één krachtige uitdrukking bruikbaar is: hufterig." Aan Nederlandse Zuid-Afrikavisies ontbreekt het vandaag de dag niet. Aan kennis van zaken en bovenal wijsheid des te meer. Daarom komt het zojuist verschenen boek van VU-historicus dr. G. J. Schutte ,,Nederland en de Afrikaners - adhesie en aversie" als geroepen. Schutte plaatst onze reacties op Zuidafrikaanse gebeurtenissen en situaties in historisch perspectief. Dan blijkt onder andere dat huidige proen contrageluiden hun voorgangers hebben en welke wensdromen er achter onze Zuidafrikagevoelens schuilgaan. In christelijke kring overheerste halverwege de vorige eeuw een negatieve indruk. Vol afschuw constateerde H. J. Koenen in 1854:

„Hoe ver is 't nakroost van der Vad'ren geest
Ontaard, verdwaald! De Boer, de harde Boer
Van 't Kaapgewest, wanneer hij onversaagd
Zijn erf bewaakt, zijn haard, zijn vee, zijn grenzen.
Ziet in 't verwilderd nabuurvolk geen menschen!"

Ook de invloedrijke Groen van Prinsterer kende zo zijn twijfels ten aanzien van de Boeren gezien ,,de droeve bijzonderheden, welke nog in den laatste tijd omtrent onregt en wreedheden, door de Boeren tegen de inboorlingen gepleegd, zijn medegedeeld". Naast het beeld van de Boeren als tegen zendingsarbeid gekante, schijnvrome, slavenhoudende onderdrukkers van de niet-blanken bestond ook een veel milder beeld. Een beeld dat Transvaal als het ideale emigratieland voor vaderlanders aanbeval: ,,Zoo ergens, zullen die bekommerden, daar, te midden hunner stamgenooten, vinden wat zij zoeken en van hunne bekommeringen verlost worden. Daar zullen zij bovendien hunne zelfstandigheid, taal of zeden niet behoeven te verloochenen, noch gevaar loopen, die te veriiezen. Daar zullen zelfs hunne kindskinderen niet versmeiden in eene andere natie, om als Nederianders verloren te gaan!"

Boerenoorlog
Bovenstaande citaten mogen niet doen vergeten dat de feitelijke belangstelling in Nederiand voor de Afrikaner neven pas werkelijk goed doorbreekt met de Eerste Anglo-Boerenoorlog van 1880-1881. Deze Eerste en vooral de Tweede Anglo-Boerenoorlog (1899-1902) riepen in ons vaderland een ongekende, emotionele pro-Boerstemming wakker. Een stemming die nog tientallen jaren een vruchtbare voedingsbodem bood aan intensieve Nederlands-Zuidafrikaanse betrekkingen. De ontplooiing van de Afrikaner cultuur en het Afrikaner nationalisme in 1902 werd vanuit Nederland met veel waardering gadegeslagen en op allerlei manieren gesteund. Schutte's boek bevat kostelijke voorbeelden van de onder brede lagen van onze bevolking voorkomende pro-Boerstemming rond het eerste gewapende treffen tussen de Boeren en de Engelsen. Straatzangers wakkerden de bewondering aan door Transvaalse overwinningen op het Britse wereldrijk gloedvol naar voren te brengen:

,,Colley kwam de Spitskop naadren
Hij dacht, hier houd ik heerlijk stand.
Maar zag toen de moed der vaadren.
Zijn kropen deftig naar die top.
Schoten menig vijand neder.
Het kostte Colley ook zijn kop.
Hij zag Engeland nimmer weder."

De conclusie was duidelijk: ,,Den Boeren in Zuid-Afrika stroomde het bloed der Trompen en De Ruiters door de aderen".

Heldenmoed
Historisch bekeken is het een opmerkelijke zaak hoe snel en grondig het Nederlandse Transvaalbeeld in 1880-81 van schaduwzijden en vlekken werd ontdaan. Alle negatieve eigenschappen en gewoonten werden hetzij als laster afgewezen, hetzij nieuw en positief gewaardeerd. Waren de Boeren vroeger voor dom en achterlijk versleten, nu heetten ze eenvoudige lieden zonder veel scholing maar gezegend met veel gezond verstand. ,,Zij zijn-niet in macht, niet in wetenschap, niet in beschaving, maar in zielskracht, in heldenmoed de gelijken, zoo niet de meerderen, van elk Europeesch volk, het Engelsche niet uitgezonderd." De vroegere klachten over luiheid en traagheid der Boeren werden nu omgezet in de prijzenswaardige eigenschappen van voorzichtigheid en bedaardheid. De beste propagandist voor de zaak der Boeren werd ds. Lion Cachet wiens in 1882 verschenen ,,De Worstelstrijd der Transvalers aan het Volk van Nederland verhaald'' buitengewoon grote invloed uitoefende. Schutte:,,Niet slechts het Nederlandse, maar ook het Afrikaner volk heeft de geschiedenis van Zuid-Afrika lange tijd door Lion Cachets bril bekeken; op die wijze heeft hij het (zelf)beeld van de Afrikaners diepgaand beïnvloed." Waarom sloeg de Nederlandse stemming zo plotseling en zo fel naar de pro- Boerenkant over? De tijdgenoten reiken zelf verschillende verklaringen aan. Zo stond in de NRC van februari 1881 te lezen: ,,De Boeren (bewijzen) ook aan ons Nederlanders een grooten dienst, daar ons volk, ook al is het maar voor korten tijd, weer meer op den voorgrond treedt en met eer erover gesproken wordt.'' En de Rotterdamse koopmanszoon H. P. N. Muller gaf zich even onomwonden bloot:,, Van de glorie van Ingogo en Langnek straalt een deel op ons Nederlanders af". Fruin Daarnaast sprak de Leidse historicus Robert Fruin in zijn brochure ,,Een Hollandsch Woord over de Transvaal-Quaestie" de hoop uit dat,, wat in Amerika (door het opgeven van Nieuw Amsterdam) voor altijd verbeurd is, wellicht in Afrika nog herwonnen kan worden". Fruins Amsterdamse collega C. Bellaert Spruyt, hoogleraar in de filosofie, was van gelijke mening: ,,Ikbehoortothen, die in 1881 de nationale beweging der Boeren in de Transvaal met warmte hebben toegejuicht, omdat ik in de overwinning van het Hollandsche element in Zuid-Afrika voor ons volk de laatste kans tot het oefenen van invloed op de wereldgeschiedenis zie." ,, Ik voel maar al te zeer het gewicht der argumenten van de pessimisten onder ons, die openlijk verklaren, dat wij een volk zijn, dat aan zijn avond gekomen is. Doch ik meen dat deze twijfel ten aanzien van den uitslag mij niet mag verhinderen zooveel mij mogelijk is werkzaam te zijn ter bereiking van het doel dat er in Zuid-Afrika een groot volk gaat worden, waar de Hollandsche kolonist zijn taal en zijne vaderlandsche zeden grootendeels terugvindt, zoodat indien Oud- Holland mettertijd bezwijken mocht voor de historische invloeden, die de kleine staten door de groote doen absorbeeren, de meer levenskrachtige en werkzame elementen van ons volk in Zuid-Afrika een nieuwen bodem kunnen vinden, waar zij onze historische taal en het Hollandsche ras kunnen voortzetten."

Moralistisch
Wat er van deze nationalistische, culturele en economische hoop die de strijd der Boeren ons eind negentiende eeuw verschafte uiteindelijk terecht is gekomen leert de lezing van Schuttes boeiende boek. In een tijd waarin Zuid-Afrika zo hoog op de Nederlandse moralistische agenda prijkt kan het helemaal geen kwaad wanneer men in reformatorische kring kennis neemt van een publikatie waarin ook ,,De betrekkingen tussen de Nederiandse en de Zuidafrikaanse Calvinisten" aan bod komen, alsmede de uitdagende vraag,,Nederland het stamland van de apartheid?" Aan Nederiandse kritiek op Zuid-Afrika ontbreekt het momenteel allerminst. Dan is het ook zaak die kritiek te wegen. Schutte: ,,De aard en heftigheid van die reacties lijken echter te passen in een oude, sinds de jaren '60 weer oplevende Nederlandse traditie van een specifiek moralistische benadering van de wereldpolitieke verhoudingen en toestanden. Eenzelfde moraliserende wijze van denken doet ook opgang als het kwesties betreft als milieuvervuiling, kernenergie, defensie, inkomensverschillen (zowel nationaal als internationaal: ontwikkelingshulp en derde wereldproblematiek)."

Marxistisch
,,Deze houding lijkt haar wortels te vinden in een heroplevend (neo)marxisme en pacifisme, in een tot haar uiterste consequenties doorgevoerde liberaal gelijkheidsgeloof en in een krachtig humanitarisme, alsook in een zich vooral met etische zaken ophoudend ,,horizontalistisch" humaniserend Christendom. De aanwending van een min of meer marxistisch begrippenapparaat is in vele beschouwingen over Zuid-Afrika gemakkelijk aan te wijzen, in het bijzonder ook in de bijdragen uit de kringen van de vele Nederlandse anti-apartheidscomité's." De VU-historicus trekt twee conclusies uit een dikke eeuw Nederlandse aandacht voor Zuid-Afrika: onze kijk op Zuid-Afrika weerspiegelt in hoge mate de eigen Nederlandse situatie en opvattingen en bezit derhalve voor een belangrijk deel ook een inter-Nederlandse gebruikswaarde; anderzijds is er, omdat werkelijke kennis en betrokkenheid eveneens aanwezig waren/zijn, ook sprake van weergave van de Zuidafrikaanse realiteiten.

N.a.v. „Nederland en de Afrikaners - Adhesie en aversie" door
dr. G. J. Schutte, uitg. Wever, Franeker, 248 pag., prijs ƒ 32,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 juni 1986

Terdege | 64 Pagina's

,,Van de glorie van Langnek straalt een deel op ons af'''

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 juni 1986

Terdege | 64 Pagina's