Zeeuwse bolus heeft Joodse wortels
Zacht brood, gemaakt van water, gist, bloem en melk, verpakt in bruine suiker en citroen. Draai er een rondje van, leg er een knoop in en bak het in acht minuten af. Het resultaat? Een bolus. Een onverwoestbaar streekproduct met gekaramelliseerde suiker, dat minder Zeeuws is dan menigeen denkt.
De Brabantse broers Harry en Mattieu Sonnemans bestieren in Burgh-Haamstede op Schouwen-Duiveland een nostalgische, overvolle bakkerswinkel. De stoep bevat een ingemetselde molensteen, aan weerszijden van de deur staan korven met hout. De gevel vermeldt dat hier ook een drogisterij huist. Binnen blijkt daarvan niet veel meer over dan een paar planken met homeopathische middeltjes. Ze staan er vooral uit historisch oogpunt, want de bakkerswinkel heeft het imago van een museum.
Tegen de gevel staat achteloos een vooroorlogse bakkersfiets geparkeerd en achter de etalageruitjes schemeren antieke koffieblikken. De geur van pas gebakken brood bewijst dat de Zeeuwse bolus in ieder geval krakend vers is.
De broers Sonnemans zijn oude rotten in het vak. Afkomstig uit Brabant leerden zij van de Zeeuwen bolussen bakken en streekproducten als Zeeuwse speculaas, Zeeuwse peperbollen en palingbroodjes maken. De winkel is niet alleen een trekpleister voor toeristen, ook Zeeuwen zijn vaste klant.
Allesbehalve Zeeuws
De bolus is overigens minder Zeeuws dan menigeen denkt. "Het is een van oorsprong Joodse lekkernij die dankzij de scheepvaart in Nederland is terechtgekomen", zegt Harry Sonnemans. Het woord boles is Jiddisch. Het is volgens het etymologisch woordenboek afgeleid van het Spaanse bollo, dat staat voor "fijn broodje". Bolussen zijn ook in Jeruzalem te vinden en in Moskou, waar Joodse families bolussen in hun bakkerijen verkopen. De Joden hebben het baksel mondiaal laten doorbreken, maar Nederlanders houden er hardnekkig aan vast dat de bolus een onverwoestbaar Zeeuws product is.
In de bakkerij achter de winkel begint het echte werk. De bolussen, die qua vorm doen denken aan een hondendrol -maar wat hun naam betreft daar dus niet van zijn afgeleid-, liggen in het gelid op de bakplaat. "Je moet ze even voorverwarmen", zegt Sonnemans. "Gist heeft suiker nodig als voeding. Bij het voorverwarmen rijst het deeg snel en kun je de bolus in acht minuten afbakken." Vers smaakt hij lekker, maar de bakker zelf vindt een bolus uit de diepvries nog lekkerder. "Dan smaakt hij net even malser."
Hooikist
De broers Sonnemans zijn ook gespecialiseerd in het Zeeuwse palingbroodje. De rauwe paling wordt met peper en zout in wit brood gebakken. "Met wit brood proef je de smaak van vis beter dan met volkorenbrood. Belangrijk is dat het brood na het bakken gaar smoort." Dat gebeurt onder een kleed als de broodjes uit de oven komen. "Vroeger had dat plaats in een hooikist, waarin mensen ook groenten lieten garen." De hooikist staat nog altijd illustratief in de winkel.
Op de toonbank staan peperbollen, die volgens een uniek procedé worden gemaakt: met anijs, honing, rogge en karamel. Vroeger deden ze dienst als strooigoed, tegenwoordig gaan de bolletjes over de toonbank als alternatieve hoestbonbon.
De winkel stroomt vol. Verse bolussen worden aan de klanten in papieren zakken uitgereikt. "De Zeeuwen eten de bolus terwijl ze de verpakking vasthouden. Dat voorkomt vieze handen en het spaart bovendien een servetje uit. Want zuinig zijn ze, de Zeeuwen", zeggen de Brabantse bakkers.
Meer informatie: Sonnemans Bakkerij, Hogeweg 13, Burgh-Haamstede; 0111-651429.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 mei 2006
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 mei 2006
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's