Herdenken met of zonder de Duitsers, dat is de kwestie
Vooraanstaande Nederlanders zijn voor, oud-verzetsstrijders fel tegen
NIJMEGEN (ANP) - Prins Bernhard is er niet tegen. Lord Carrlngton, voormalig secretaris-generaal van de NAVO, ook niet. Veel oudverzetsstrijders duidelijk wel.
De Troonrede van 1994 was voor politiek Den Haag aanleiding ook weer te raken aan de discussie, die steeds luider wordt gevoerd: moeten er wel of geen Duitsers uitgenodigd worden bij Nederlandse herdenkingen van de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog? En op welk moment moeten de voormalige bezetters dan aanwezig zijn? Hoe moet het Nederlandse volk hen tegemoet treden?
In Brabant, Nijmegen en Arnhem, waar dit weekeinde het spits van de vijftigjarige herdenkingen van de Tweede Wereldoorlog werd afgebeten in aanwezigheid van duizenden oudstrijders, moest de beslissing het eerst worden genomen. De Duitsers ontbraken, ondanks uitvoerige discussies vooraf. Met name ouderen die de oorlog hebben meegemaakt, al dan niet in het verzet, verzetten zich met hand en tand tegen het uitnodigen van hun voormaUge onderdrukkers.
Kleef
Toch gaat burgemeester mr. E. d'Hondt van Nijmegen zaterdag naar een herdenking in Nijmegen, waar de bevolking van Kleef (nog geen 20 kilometer over de grens) samen met Nijmegenaren en Britse veteranen slachtoffers van de operatie Market Garden herdenkt. Voor zover bekend is het de eerste gezamenlijke herdenking van veteranen en voormalige bezetters. De Kleefse rk-parochie en de Nijmeegse Valkhofvereniging namen het initiatief.
„Ik denk dat het goed is dat Nijmegen en Kleef, die zozeer buren zijn, gezamenlijk herdenken. In de steden wonen gewone burgers, die destijds allemaal veel leed hebben ondervonden van de oorlog. Het is ook nodig in het kader van grensoverschrijdende samenwerking over dit onderwerp met elkaar te gaan praten. Anders kun je niet verde?'.
D'Hondt vindt met vele anderen dat de internationale verhoudingen na vijftig jaar zodanig veranderd zijn, dat herdenken een veel breder karakter zou moeten krijgen dan uitsluitend en alleen stilstaan bij de droevige gebeurtenissen van toen. „Ik ben bang dat de bodem uit de herdenkingen zakt, als er straks niemand meer leeft die de oorlog nog meegemaakt heeft".
Debat
Hij introduceert een nieuw idee voor een gezamenlijke herdenking: „We zouden een dag eind mei moeten kiezen -als zowel Duitsland als Nederland hun slachtoffers en hun bevrijding in eigen kring herdacht hebbenwaarop een internationaal Herdenkingsdebat kan plaatsvinden. Op zo'n dag kunnen thema's als opkomend racisme en fascisme of vluchtelingenbeleid aan de orde komen. Want wat herdenken we eigenlijk: de overwinning op nazi-Duitsland of de triomf van de democratie over het kwaad van fascisme en nationaal-socialisme?"
Het idee is niet door D'Hondt zelf bedacht. Op 27 mei van dit jaar werd Foto ANP in Nijmegen een conferentie over hetzelfde onderwerp gehouden. Daar sprak prof. dr. j. Blom, hoogleraar Nederlandse Geschiedenis aan de VU in Amsterdam, ook over een Bevrijdingsdebat, maar niet op 4 en 5 mei. Volgens Blom moeten die dagen ex- , clusief voor Nederland gehouden worden wegens het belang daarvan voor het nationaal gevoel.
Onsmakelijk
Blom: „Ik zie ook niet voor me hoe Duitsers bij onze Dodenherdenking kunnen zijn. Moet hun schuld minder worden door erkenning van Nederlandse zijde? Moeten er steeds maar weer herhaalde Duitse schuldbekentenissen komen over hoezeer zij zich schamen? Ik kan mij daarbij slechts buitengewoon smakeloze, ja zelfs onsmakelijke, vertoningen voorstellen".
Arnhems burgemeester mr. P. Scholten was van zo'n openlijke schuldbekentenis zo onder de indruk dat hij de voormalige Duitse bondspresident Von Weizsacker heel graag had willen uitnodigen voor de herdenking van de Slag om Arnhem. Voor de verzamelde internationale pers deed Scholten in de dagen van de herdenking nog eens uit de doeken wat een jaar eerder in Arnhem gespeeld had.
Hij hoorde in Engeland bondspresident Von Weizsacker „op uiterst integere wijze" spreken over de Duitse schuld. Terug in Arnhem stelde Scholten voor de Duitse bondspresident uit te nodigen. „Ik kreeg zoveel tegenstand. Mensen zeiden dat ik oude wonden zou openrijten als ik dat deed. Het was wel een minderheid die zo fel was, maar ik moest hun gevoelens toch respecteren. Het was een van mijn moeilijkste beslissingen".
Tijdens de plechtige herdenking in de Eusebiuskerk in Arnhem vorige week donderdag waarschuwde Scholten nadrukkelijk dat „doorgaan met het veroordelen van alle Duitsers nieuw vergif zal zaaien". Volgens Scholten zal generaliseren en veroordelen van alle Duitsers zich uiteindelijk tegen de Nederlanders keren, zeker in de grensstreken, waar men ook op bestuurlijk niveau steeds meer met elkaar te maken krijgt.
Daden
Breidt de discussie zich in Nederland steeds verder Mit -Blom: „Het is opvallend dat degenen die het verst van de grens wonen het felst tegen zijn. Bewoners van de grensstreek zijn allang weer gewend aan normale omgang met de Duitsers"- in Duitsland stellen gewone burgers inmiddels daden. Zo onthulden inwoners van het Duitse Kranenburg, rug aan rug met het Nederlandse Groesbeek, zaterdag een plaquette ter herdenking van twee jonge Amerikaanse parachutisten die in 1944 in hun dorp werden doodgeschoten. De Amerikanen kwamen bij de luchtlandingen van Market Garden aan de verkeerde kant van de grens terecht en werden door de SA standrechtelijk geëxecuteerd. Burgemeester Voss van Kranenburg riep bij de onthulling van het gedenkteken op tot verzoening, vertrouwen en goed nabuurschap. Het staat op de plaquette te lezen: „HaB tötet, Liebe versöhnt".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1994
Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1994
Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's