„Verkoop premie-A-woningen gaat slecht door knabbel- en babbelbeleid"
Gemeenten proberen verliezen te beperken door contingenten naar vrije sector door te schuiven
Het gaat niet goed met de verkoop van premie-A-woningen in ons land. De regeling is bedoeld om het eigen-woningbezit bij mensen met lagere inkomens te bevorderen. Maar door de stijgende rente is het juist voor deze mensen nauwelijks meer te behappen om de financiering van hun hypotheek rond te krijgen. In de Randstad zijn al verschillende gemeenten die met overtollige contingenten voor de gesubsidieerde koopwoningen in hun maag zitten. Staatssecretaris Heerma (Volkshuisvesting) trekt zich tot nu toe niets aan van de gespuide kritiek en blijft volhouden dat er nog geen reden tot paniek is.
De Vereniging Eigen Huis —die de belangen van de bezitters van een eigen huis behartigt— is weer een briefwisseling met de staatssecretaris gestart om de noodklok te luiden. In maart van dit jaar stond de organisatie al bij Heerma op de stoep om hem te waarschuwen dat een groot aantal premie-A-woningen niet meer verkocht kon worden zonder aanpassing van de subsidie.
De Raad van Onroerende Zaken (ROZ) heeft uit „betrouwbare bronnen" gehaald dat de verkoop van deze premiekoopwoningen —waarbij de kopers een forse subsidie van het Rijk krijgen, die afhankelijk is van het inkomen- dit jaar tot nu toe 35 procent lager ligt dan in '88. De Bemiddelende Organen hebben berekend dat het aantal in behandeling genomen aanvragen voor gemeentegarantie voor aankoop van premie-A-woningen dit jaar met 17 procent is gekelderd.
Hierbij komt nog dat de aanvragen die dit jaar in behandeling worden genomen, in veel gevallen nog betrekking hebben op woningen van vorig jaar. Het aantal aanvragen voor dit jaar is dus eigenlijk nog veel lager.
Stijgende rente
Volgens de Vereniging Eigen Huis is vooral de gestegen hypotheekrente, die op dit moment rond de 8,5 procent schommelt, debet aan de slechte verkoopcijfers. Bovendien komen door een verscherping van de subsidieregels nu alleen nog maar huishoudens met een belastbaar inkomen van maximaal 46.000 gulden in aanmerking voor de premie, die varieert van zo'n 41.000 gulden bij lagere inkomens tot 10.000 gulden bij de bovengrens van deze inkomensgroep.
Ondanks het feit dat mensen met een lager inkomen een forse subsidie krijgen, is het voor deze groep nauwelijks meer haalbaar om de hypotheeklasten van rente en aflossing op te brengen. Uit de berekeningen van Eigen Huis blijkt dat dit alleen maar kan als er enkele duizenden guldens eigen geld is.
Het tegenstrijdige bij de nieuwe regeling is volgens adjunct-directeur mr. F. A. P. M. van Loon dat eigenlijk alleen de mensen die aan de bovenlaag van de inkomensgrens voor premie-A-huizen zitten, de gemeentegarantie nog rond kunnen krijgen. In veel andere gevallen willen gemeenten niet garant staan voor rentebetaling en aflossing van de hypotheek.
In zijn briefwisseling met de Vereniging Eigen Huis blijft Heerma tot nu toe bij zijn standpunt dat de verkoop van gesubsidieerde koopwoningen helemaal niet onrustbarend is. Hij bewijst met cijfermateriaal dat de gemeenten dit jaar voor 21.150 woningen een bouwvergunning hebben afgegeven; slechts 850 minder dan was gepland. Van Loon brengt hiertegen in dat een papieren programma nog niets zegt over de werkelijke bouw en verkoop van het aantal woningen. „Bouwondernemingen dienen hun plannen in, maar ze willen de huizen natuurlijk eerst verkopen voordat ze aan de slag gaan. Als dat niet lukt, gaan ze natuurlijk ook minder woningen bouwen".
Harder werken
Heerma verweet hierop de bouwondernemingen en beleggers dat ze harder moeten werken om de premie-Ahuizen alsnog aan de man te brengen. Volgens Van Loon beweren de bouwers dat de prijzen niet lager kunnen. „Zij bouwen kennelijk liever in de lucratieve vrije sector". Een andere mogelijkheid is dat gemeenten de grondkosten verlagen, zodat de prijzen van de woningen ook naar beneden kunnen. De adjunctdirecteur vindt het daarom logisch dat de gemeenten de grond liever verkopen voor de duurdere huizen in de vrije secor. „Dit levert ze bovendien nog meer geld op ook, want er is juist veel vraag naar woningen in de duurdere klasse. De gemeenten gaan de prijzen echt niet verlagen".
Uit het overzicht van Heerma blijkt dat vooral in de grote steden in de Randstad, zoals Den Haag en Rotterdam minder animo bestaat voor premie-A-woningen. Hij is van mening dat deze steden dit jaar te weinig plannen hebben ingediend voor de gesubsidieerde koopwoningen. Van Loon vindt dat de staatssecretaris de gemeenten in feite de schuld geeft van de stagnatie.
'Meevaller'
De staatssecretaris van volkshuisvesting vindt dat het belastingvoordeel van de Oort-plannen de kopers van premieA-huizen wat meer lucht geven. De adjunct-directeur van Eigen Huis wijst er fijntjes op dat deze meevaller net voldoende is voor mensen met een eigen huis om de stijging van het huurwaardeforfait (van 1,3 naar 2,3 procent) op te vangen.
Hij heeft weinig goede woorden voor het gevoerde "knabbel- en babbelbeleid" van de regering. „Aan de ene kant wil men het eigen-woningbezit bevorderen, terwijl dit met dezelfde vaart voor de modale inkomens onmogelijk wordt gemaakt", is zijn commentaar. „Als je nu een premie-A-huis wilt kopen, moet je in bijna alle gevallen een flinke portie eigen geld hebben; anders kun je het wel vergeten".
Volgens Van Loon wordt de doorstroming in de; huizenmarkt steeds moeilijker. Wie nu nog in een huurwoning zit, laat het wel uit zijn hoofd om een premie-A-huis te kopen, omdat hij dan onder de bijstandsgrens dreigt te komen en nauwelijks genoeg geld overhoudt om van te leven.
Normen versoepelen
Heerma denkt dat de verkoop in veel gevallen ook al soepeler kan verlopen als gemeenten de normen voor het krijgen van gemeentegarantie versoepelen, zodat kopers alsnog een hypotheek kunnen krijgen. Van Loon gelooft niet dat deze maatregel enig soelaas biedt. Sterker nog: volgens hem worden de lasten voor kopers in veel gevallen zo hoog dat ze zich direct in de schulden moeten steken als de wasmachine of koelkast het begeeft. De mensen die nu al op bijstandsniveau zitten, komen bij een stijgende rente onherroepelijk in de problemen. „We weten nu al dat er mensen zijn die geld lenen om voldoende 'eigen' geld voor een premie-A-woning te hebben. Maar dan houd je jezelf alleen maar voor de gek. Eigen Huis moet mensen regelmatig adviseren om deze huizen niet te kopen, tenzij ze zeker weten dat hun inkomen stijgt".
De Vereniging Eigen Huis heeft ook een oplossing voor het probleem in petto. Volgens Van Loon moet de subsidie gekoppeld worden aan de hoogte van de rente. Bij een hoge rente moet de bijdrage omhoog en bij een lage rente krijgen de kopers een lagere bijdrage. Zodoende zouden de woonlasten bij een stijgende rente niet met sprongen omhooggaan. De adjunct-directeur weet ook al dat Heerma weinig voor deze oplossing voelt, omdat het moeilijk te begroten is welk bedrag er voor uitgetrokken moet worden.
Sociale huurwoningen
Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is bang dat dit jaar slechts twee derde van het bouwprogramma voor premie-A-woningen wordt gehaald. De vereniging hoort regelmatig klachten van gemeenten die hun premie-A-woningen aan de straatstenen niet kwijtraken. Tot voor kort werden nog veel woningen al verkocht voordat ze gebouwd waren. Nu mogen de projectontwikkelaars blij zijn als ze de huizen na de bouw kunnen verkopen.
De VNG ziet het liefst dat gemeenten die hun premiekoopprogramma niet halen meer sociale huurwoninen mogen bouwen. Hoewel op deze manier het eigen woningbezit niet wordt bevorderd, blijft er weinig anders meer over voor de minder draagkrachtigen.
Gemeenten waar het op dit moment niet goed gaat met de verkoop van de gesubsidieerde koopwoningen, zijn niet zo scheutig met hun informatie. Ze zijn veel te bang dat er bij negatieve publiciteit nog minder huizen aan de man gebracht kunnen worden. De 'snelbouwers' in de Flevopolder, Almere en Dronten, merken niets van de verminderde vraag naar de gesubsidieerde bouw. De woningen gaan daar als warme broodjes over de toonbank, als je tenminste de gemeentelijke voorlichters moet geloven.
Randstad
Minder rooskleurig is het in de Randstad. Wethouder M. J. Meiboom van Capelle aan den IJssel is er in ieder geval „benauwd" voor dat het contingent voor de gesubsidieerde woningbouw volgend jaar niet volgebouwd wordt. Hij voelt er veel voor om de overschotten te bestemmen voor de bouw van sociale-huurwoningen of vrije sector, „want we gaan hier niet bouwen voor de leegstand".
In Rotterdam was het aantal gebouwde premie-A-woningen vorig jaar nog 600, maar dit jaar is het al drastisch gedaald tot 190. de gemeente heeft bewust minder van deze huizen gepland en het contingent doorgeschoven naar de vrije sector en premie-C-woningen. Volgens een woordvoerder van de gemeente is dit eerder door de hogere stichtingskosten dan dat er geen belangstelling voor deze huizen zou zijn. „De huizen zijn erg in trek bij mensen die een wat hoger inkomen hebben en nog net binnen de regeling vallen".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 december 1989
Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 december 1989
Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's