Dienstdoende hulppredikers worden allen predikant

Aanvullende studie of verplicht bezoek van het seminarie, afgesloten met een examen of een colloquium behoeven de ongeveer vijftig hulppredikers waarom het gaat, niet te doen. Zij worden zonder meer in het ambt gesteld. Als belangrijkste punt geldt hierbij dat zij de bevoegdheid krijgen de sacramenten te bedienen. Men heeft er uitdrukkelijk voor gekozen ambt en sacrament aan elkaar te verbinden.

De discussie over de bevoegdheden van hulppredikers loopt al gedurende diverse jaren. Hun taak en verantwoordelijkheid is praktisch dezelfde als die van een predikant. Kerkordelijk staan zij echter niet in het ambt maar in een bediening. Sacramentsbediening is echter een ambtelijke verrichting, zodat de hulppredikers daarvoor in de gemeente die zij dienen altijd bij wijze van uitzondering op hun eigen dienst een predikant van elders moeten laten komen.

Incidenteel

Aanvankelijk probeerde men incidenteel hulppredikers die gemeenten dienen die in uitzonderlijke situaties verkeerden de sacramentsbevoegdheid te geven. Ongeveer de helft van het hulppredikerskorps kreeg die bevoegdheid. De synode aanvaardde daarna een voorstel om hulppredikers die in de bediening staan, allen de sacramentsbevoegdheid te verlenen. De classicale vergaderingen wezen dat echter van de hand. De synode besloot daarna dat de hulppredikers in ieder geval de bevoegdheid moesten krijgen om de sacramenten te bedienen. Dat was in 1976. Een commissie moest dan nagaan hoe dat het beste zou kunnen gebeuren, in welk ambt de hulppredikers zouden moeten worden gesteld.

Na nog weer heel veel heen en weer gepraat is het huidige besluit genomen. De hulppredikers die niet aan een gemeente verbonden zijn, houden wel hun preekbevoegdheid, maar kunnen niet in een gemeente als hulpprediker benoemd worden, om daarmee alsnog tot het predikantschap te geraken. Wel wordt het colloquium hulpprediker nog tot en met 1980 gehouden, voor hen die zich nog voor 31 december 1977 als studerenden opgeven. Deze mensen krijgen wel de bevoegdheid om voor te gaan in kerkdiensten, maar kunnen niet meer een vaste aanstelling als hulpprediker krijgen.

Hoger beroepsonderwijs

Inmiddels wordt een nadere studie gemaakt van de mogelijkheid predikanten, katecheten en pastorale medewerkers op te leiden bijvoorbeeld op het niveau van het Hoger Beroepsonderwijs.

Het nu door de synode aangenomen voorstel moet eerst de commissie voor kerkordelijke aangelegenheden passeren, die alles in het juiste kerkordelijke vat moet gieten. Er wordt door dit voorstel nogal een en ander gewijzigd. Daarna zal dit definitieve voorstel nog een keer de synode moeten passeren, terwijl vervolgens de classes hun consideraties nog moeten inbrengen. Daarna zal de synode in tweede lezing over het voorstel beslissen.

Hulppredikers die part-time zijn aangesteld worden in de nieuwe regeling ook part-time predikant. De hulppredikers die per 1 januari 1978 predikant worden worden pas beroepbaar als zij aan de verplichting hebben voldaan tot het volgen van een aantal conferenties op het seminarie, waartoe de predikanten na de eerste bevestiging tot predikant verplicht zijn. Hulppredikers die - om welke reden dan ook - per 1 januari 1978 geen dienaar des Woords willen worden, worden met ingang van diezelfde datum katecheet-pastoraal medewerker. Zij houden hun werkkring met hun bevoegdheden, met uitzondering van die van de bediening van de sacrementen. Zij die in de bediening van katecheet-pastoraal medewerker staan, krijgen niet de bevoegdheid voor te gaan in gewone kerkdiensten, tenzij zij die al op andere wijze hadden verkregen. Men wil voorkomen dat men weer in dezelfde problematiek verzeilt als voorheen, namelijk dat iemand vrijwel volledig het werk van een predikant doet, zoals nu de hulppredikers en dat zo behoefte ontstaat aan de sacramentsbevoegdheid, zoals nu bij de hulppredikers.

Kritiek

Fundamentele kritiek op het voorstel - dat slechts zeven stemmen tegen had - kwam van de zijde van ds. C. van Slledregt van Oude Tonge. De uitholling van het ambt zet hierin door, aldus ds. Van Siiedregt. Als de synode in het verleden de fout heeft begaan om de sacramentsbevoegdheid te verlenen aan mensen die niet in het ambt maar in een bediening staan, dan moeten we nu niet deze weg volgen maar het kwaad trachten in te dammen. Wat wij nu doen - alle hulppredikers zonder meer in het ambt stellen - is de kerk onwaardig, aldus ds. Van Sliedrecht.

Ds. W. Tijink uit Nijeveen vroeg zich af ,,of we nog wel weten wat het ambt is". Omwille van de sacramentsbevoegdheid van nog eens 25 hulppredikers moet nu die hele bediening weg. Waarom moeten we nu ineens de vraag naar het ambt stellen? Ouderling J. Haeck uit Hoevelaken wilde de status quo handhaven totdat de visie op het ambt in de Hervormde Kerk nader is uitgewerkt.

De noodzaak daarvan werd onderstreept door het feit dat prof. dr. A. Geense betoogde dat de conclusie in de voorstellen alle draaiden op de scharnier van de samenhang van ambt en sacramentsbediening. Theologisch, zo zei hij, bestaat daar onduidelijkheid over. Dit wordt, aldus Geense, een geïmproviseerde en geen theologisch gemotiveerde beslissing.

Maandagavond besprak de synode de voorlichtende stukken over het onderwerp kernenergie. Dinsdagochtend, vandaag, gaat men daarmee verder. Maandag hadden de besprekingen een meer informatief karakter, vandaag zal toegewerkt worden naar een principiële stellingname.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen