Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

“Jongeren hebben een speciale plek”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

“Jongeren hebben een speciale plek”

Ds. L. Terlouw neemt afscheid van Daniël

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na bijna acht jaar stopt ds. L. Terlouw als hoofdredacteur van Daniël. Gods weg is wonderlijk. De civiel ingenieur is nu docent aan de Theologische School. Een interview over Gods leiding, Daniël en jongeren: Gods weg is toch de beste.

Dominee Terlouw (Kockengen, 1954) studeerde civiele techniek aan de HTS in Arnhem. Vervolgens werkte hij als manager bij verschillende gemeentes. Toch kende hij een ander verlangen. “Vanaf mijn negentiende kende ik het verlangen om in Gods koninkrijk te dienen. Toen sprak God: Beveel deze dingen en leer ze.” Eerst diende Terlouw als diaken in Amersfoort, daarna als ouderling in Ridderkerk en geestelijk verzorger in verpleeghuis Salem. Sinds 2004 is hij predikant in Barendrecht en een jaar later werd hij hoofdredacteur van Daniël.

Kunt u iets vertellen over Gods leiding in uw leven?
“Gods Woord heeft van jongs af aan beslag gelegd in mijn leven. Op mijn veertiende is daar het nodige aan veranderd. Ik werd aangesproken door verschillende preken uit de Catechismus over de wet. Mijn leven deugde niet. Vervolgens probeerde ik als een rijke jongeling zalig te worden. Ik probeerde netter te leven, maar dat bracht geen rust. Zonden waren er niet alleen van buiten, maar mijn totale bestaan was zonde. Van mijn kant was het verloren. Tot God tot me sprak door een preek in de adventstijd. De preek ging over het geslachtsregister, over het geslacht waar Christus uit geboren wordt. Uit een geslacht van zondaren. Ik was in die zondaar getekend en ik mocht iets ervan zien dat Christus voor mij gekomen was.”

Vanaf uw negentiende kende u het verlangen om in de kerk te dienen. Wat deed u daarmee?
“Ik heb van huis uit een belangstelling voor theologie. Op mijn achtentwintigste ben ik HBO theologie gaan studeren, een lerarenopleiding. Daarna heb ik in Groningen mijn doctoraal gehaald. Op een gegeven moment dacht ik: waar doe ik het voor? Op twee momenten in de theologiestudie heb ik gezien waar ik het voor deed. Het eerste moment was bij een tentamen Nieuwe Testament. Daar was een vraag over Openbaring 4, over de regenboog rondom de troon. Toen zag ik dat alles in Gods handen vast ligt, Hij is getrouw. Dat heb ik toen ook opgeschreven. De hoogleraar zei achteraf: ik ben het niet met je eens, maar je bent wel eerlijk geweest. Het tweede moment was toen ik met het vak pastoraat bezig was en er een advertentie voor een geestelijk verzorger in Salem stond. Daar heb ik toen op gesolliciteerd. Op mijn werk zeiden ze: je bent zo zakelijk en zo kort, kun je dat eigenlijk wel? Ik heb daarin wel de hulp en leiding van de Heere ervaren, doordat dit toch mocht gaan. Het was geen vooruitgang in mijn maatschappelijke positie, maar wel Gods weg.”

Uiteindelijk werd u pas op uw vijftigste predikant. Was dat niet moeilijk?
“Ik heb nooit gedacht: wat is dit een onmogelijke weg. God heeft mij steeds opnieuw Zijn leiding laten zien en getroost in deze weg uit preken die ik hoorde. Uiteindelijk was ik 48 en toen dacht ik: nu ga ik niet meer, ik ben te oud. Maar toen werd ik door een preek zo getroffen, dat ik toch moest gaan en werd ik aangenomen voor de opleiding tot predikant. Na twee jaar werd ik beroepbaar gesteld en was het voor mij een wonder dat er een beroep kwam. Na nodige worstelingen leidde de weg naar Barendrecht. Gods weg is toch de beste. Het is best meer dan eens donker geweest en je bent best wel eens teleurgesteld. Maar dan toch - en dat gaat op Gods tijd niet als jij het wil - te mogen zien dat wat God doet goed is. Meer dan eens is er op een zondag verwondering, dat de Heere een zondaar als ik ben en blijf Zijn Woord laat brengen”

Veel jongeren die serieus nadenken over de Heere en Zijn dienst

Het doel van Daniël is om Gods Woord bij jongeren te brengen. Heeft u de afgelopen jaren resultaat gezien?
“In contacten met jongeren op Winterconferenties en op Zin-in avonden merk je wel dat jongeren Daniël lezen. Er is een grote betrokkenheid bij Gods Woord. Als je met ze doorspreekt dan zijn er zeker veel jongeren die serieus nadenken over de Heere en Zijn dienst. Jongeren die onder het beslag van Gods Woord leven. Verder vind ik het belangrijk dat Daniël een uitstraling en inhoud heeft die het voor jongeren aantrekkelijk maakt om het te gaan lezen.”

Geeft dat geen spanning tussen de jongerencultuur en de kerkelijke cultuur?
“Je wilt enerzijds aansluiten. Aan de andere kant moet je wel zorgen dat je leiding geeft aan jongeren. Daar ligt een spanning en die blijft er. Jongeren willen ook niet dat je alleen maar allerlei meningen naast elkaar zet, ze willen ook heel duidelijk antwoorden. Die mag je ook geven. Anders bied je ook geen enkel perspectief. Het is belangrijk dat je een basis van vertrouwen creëert met jongeren, waarin alles eigenlijk gevraagd kan worden. In onderling vertrouwen kun je dan leiding geven. Anders praat je over de hoofden heen. Jongeren kunnen zich natuurlijk afzetten tegen allerlei dingen, maar daar doorheen moeten we met hen in gesprek blijven. Jongeren zijn in ontwikkeling. Het gebeurt dat je jongeren van vijftien op catechisatie hebt die met van alles bezig zijn, behalve met de catechisatie. En vijf jaar later kom je ze tegen bij belijdeniscatechisatie en stellen ze heel serieuze vragen.”

Welke veranderingen heeft u de afgelopen jaren gezien bij jongeren?
“Het gebruik van moderne media is een belangrijke verandering. Wat nu met een mobiele telefoon kan is grenzenloos. Dat vraagt veel van jongeren om daar op een goede manier mee om te gaan. Jongeren lezen ook steeds minder en kunnen minder lang luisteren. Het is heel vluchtig. De bereidheid om dingen goed te leren neemt af. Als ze op school al praten over een ‘twitterpauze’ halverwege de les, waar blijf je dan met een preek van een uur? In Daniël proberen we daarom artikelen korter te maken. We moeten aansluiten bij de leefwereld van jongeren. Een andere verandering is dat de moraal op gebied van seksualiteit steeds losser wordt, ook onder ons. Niet alleen onder jongeren, ook het aantal echtscheidingen neemt toe. Daarom moeten we duidelijk spreken over wat de Bijbel zegt over liefde, seksualiteit en huwelijk.”

“‘Twitterpauze’ halverwege de les, waar blijf je dan met een preek van een uur?”

Waar maakt u zich vooral zorgen om?
“Of jongeren opgroeien in een omgeving waar God en Zijn Woord er echt bij horen. Waar de kerk niet alleen gepraat over koetjes en kalfjes oplevert, maar dat het gaat over de Boodschap. De herders spraken niet over de engelen, maar over het Woord dat ze hoorden. Het los leven van de kerk en bezig zijn met alle dingen van de wereld wordt voorgedaan door de ouders. Als pa in de kerk zit te slapen denkt zoon van veertien: het is zeker niet zo belangrijk!”

Welke mooie dingen ziet u bij jongeren?
“Veel jongeren zijn serieus bezig met de Bijbel en de kerk. Als ik op catechisatie vraag of ze vragen hebben over de preek van zondag, dan komt er altijd wel iets. Je komt wel jongeren tegen die dingen vertellen waarvan je zegt: dat zou van de Heere kunnen zijn. Soms zijn er ook jongeren die afgedwaald zijn en weer terug komen. Vorig jaar waren er een paar jongeren die weer terug gekomen waren naar de kerk en belijdenis wilden doen. Dat zijn mooie dingen.”

U bent gestopt als hoofdredacteur omdat u les in pastoraat bent gaan geven aan de Theologische School. Wat gaat u de studenten over pastoraat aan jongeren vertellen?
“Het gaat natuurlijk over allerlei mensen in de gemeente, maar ook wel specifiek over jongeren. Het is belangrijk om een vertrouwensband met jongeren op te bouwen, door catechese. Catechisatie is heel belangrijk, want daar zie je alle jongeren en daar kun je een band opbouwen. Voor en na catechisatie kun je wat woorden wisselen met iedere keer andere jongeren. Door een open houding zorg je ervoor dat jongeren ook met vragen bij je komen, ook via e-mail.
Ook is het belangrijk om aandacht te geven aan bijzondere momenten, zoals examens. Jongeren die wat ouder zijn en niet meer thuis wonen moeten ook aandacht krijgen. Ieder schaap in de kudde doet ertoe. En jongeren hebben een speciale plek. Ze moeten weten dat ze bij hun pastor terecht kunnen met hun vragen en dan serieus genomen worden.

Wat zou u jongeren mee willen geven?
“Een paar Bijbelwoorden: Gedenk aan je Schepper in de dagen van je jeugd. Zoek de Heere en leef. De Heere kan en wil om Christus’ werk ook nog jongeren bekeren. Er is geen beter leven dan het leven met de Heere. Alles van de wereld lijkt mooi, maar uiteindelijk laat het je leeg achter. De dienst van de Heere vervult door genade je hart en leven en brengt vrede.”


Elco van Burg

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 2013

Daniel | 32 Pagina's

“Jongeren hebben een speciale plek”

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 2013

Daniel | 32 Pagina's