Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als de bodem wegvalt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als de bodem wegvalt

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een grotere ramp is voor kinderen niet denkbaar.Door het scheiden van ouders komen alle zekerheden op losse schroeven te staan.De scheidingskinderen dragen de erfenis ervan hun leven lang mee.„Later vind je pedalen om de angstgevoelens te besturen, maar intrinsiek blijven ze bestaan.

Hij was nog maar drie toen zijn ouders uit elkaar gingen. Toch staat die gebeurtenis met zwarte inkt in het geheugen van Ton Brugmans. Niet heel concreet, maar als een donkere wolk die zijn leven binnenkwam.
„Het naderen van een zwaar onweer waarop je geen enkele invloed hebt.”
Dat onheilspellende gevoel is hij vijftig jaar later nog steeds niet geheel kwijt. „Door een scheiding vallen voor een kind alle zekerheden weg. De wereld verandert in één keer in een huilende wildernis. Sindsdien leefde ik met het dreigende scenario: Als nu ook mijn moeder wegvalt, is het met me gebeurd.
Later vind je pedalen om de angstgevoelens te besturen, maar intrinsiek blijven ze bestaan.”
Het op zichzelf realistische besef dat geluk kwetsbaar blijft, heeft bij de inwoner van Dordrecht een fatalistische kleur. „Toen mijn vrouw in onze verkeringstijd de ziekte van Pfeiffer kreeg, was ik ervan overtuigd dat ze zou sterven. Als de jongens op vakantie gingen, zag ik ze steevast verongelukken.”
Na het vertrek van zijn vader, die een andere liefde had gevonden, zette de jonge Ton het leven voort met zijn moeder en zusje. „Als een soort survivalteam. Mijn moeder heeft zich alles voor haar kinderen ontzegd. Daar heb ik nog altijd diep respect voor, maar het gaf haar iets verbetens. Echt gelukkig heb ik haar nooit gezien. In mijn puberteitsjaren wilde ik daar wat aan doen, maar het lukte niet. Daarom vluchtte ik in sport.”
Het contact met zijn vader bleef beperkt tot zijn verjaardag. „Dan haalde hij me bij school op, gingen we ergens naartoe en kreeg ik een majestueus cadeau. Naarmate je ouder wordt, ga je dat steeds meer als een afkooppremie zien. Bij hem thuis ben ik nooit geweest, mijn halfbroers en -zussen ken ik niet. Ik heb er ook nooit behoefte aan gehad om ze te leren kennen. Niet uit verbittering, het is gewoon goed zo.”

Stabiele omgeving
De vijftigplusser prijst zich gelukkig dat hij destijds door de rechter aan zijn moeder werd toegewezen, zonder bezoekregeling. „Zo’n regeling is naar mijn mening ontworpen voor de ouders. Voor de kinderen heb ik er weinig goeds van gezien.
Ze gaan een paar dagen naar pa en komen dan weer terug bij ma. Pa heeft vaak een nieuwe vrouw of vriendin. Als het tegen zit, loopt ook die relatie spaak en komt er een derde in beeld, opnieuw met een familie eromheen. Het is per definitie een verscheurende werkelijkheid. Je wordt als kind in de rol van spion of boodschapper gedrongen. Ik vond het prima om alleen bij mijn moeder te zijn. Daardoor miste ik een vaderfiguur, maar het was een stabiele en veilige omgeving.”
Bijkomend bezwaar van een geformaliseerde bezoekregeling is voor Brugmans dat die een onbillijke verhouding creëert. „Mannen die bij hun vrouw weggaan, of omgekeerd, vinden het vanzelfsprekend dat de relatie met de kinderen intact blijft. Daar verzet ik me tegen. Als je je huwelijk verbreekt, moet je de complete schade accepteren. De ouder die de zorg voor de kinderen heeft moet bikkelen, de directe veroorzaker van de ellende komt er doorgaans het gemakkelijkst mee weg. Die ongelijkvormige en daardoor onrechtmatige relatie brengt weinig goeds. Ik weet dat ik met deze opvatting behoorlijk alleen sta, maar zolang ik die bevestigd zie bij kinderen uit gebroken gezinnen, houd ik die staande.”
De huidige praktijk dat kinderen vanaf twaalf jaar zelf moeten bepalen bij wie ze willen wonen, noemt hij inhumaan. „Bij de presentatie van het boekje van dominee Belder over scheidingskinderen vertelde een van de sprekers over een jongen die op de vraag van de rechter een minuut lang stil naar beneden bleef kijken. Toen zei hij: ‘Zegt u het maar, ik kan niet kiezen.’ Dat is toch hartverscheurend. Het ligt anders wanneer kinderen bij het ouder worden zelf de keus maken om het contact met de vertrokken vader of moeder te intensiveren. Bij mij bleef het beperkt tot dat jaarlijkse bezoek. Eén keer heb ik het met mijn vader heel concreet over de scheiding gehad. Toen beleed hij schuld. Dat gaf mij een stuk ruimte, maar ik had geen behoefte om hem daarna frequenter te ontmoeten.”

Kleine dingen
Astrid was tiener toen haar ouders uit elkaar gingen. Het gaf haar vooral een gevoel van opluchting. „De situatie was onhoudbaar geworden. Ik durfde niet ván huis omdat ik bang was dat er iets zou gebeuren en ik durfde niet naar huis uit angst voor wat ik er mogelijk aan zou treffen. Na de scheiding kon ik voor het eerst rustig gaan slapen.”
Het was de houding van de omgeving die de gebeurtenis drukkend maakte. De meeste omstanders hielden zich oorverdovend stil, ook in de jaren die volgden. „Voor mijn gevoel werd ik vooral gezien als de dochter van die gescheiden ouders. Dat maakt je onzeker. Je leert je gevoelens te verbergen en niet over je problemen te praten. Moeilijk is ook dat je met het vertrek van de scheidende ouder die kant van de familie kwijtraakt.”

Hoewel ze zo veel mogelijk buiten alle praktische sores werd gehouden, wist ze zich medeverantwoordelijk voor de zorg over het gezin.
„Ik zag dat ook de jongere kinderen onder de situatie leden en wilde een tweede moeder voor hen zijn. Daar heb ik nooit spijt van gehad, maar het zet een stempel op je leven. Ik vind het nog steeds lastig om mijn grenzen aan te geven.”
Vanuit de kerkenraad was er weinig pastorale aandacht voor de kinderen. „Je vecht om jezelf te redden en te laten zien dat je het ook alleen wel kunt. De positieve keerzijde is dat ik leerde genieten van alle mooie kleine dingen. Het schijnen van de zon, het fluiten van de vogels, muziek.”

Emoties
De relatie met de vertrokken ouder bleef moeizaam. „Ik worstelde met de vraag: Wat is een Bijbelse houding? Een frequent contact was geen optie. Als je nooit echt een band hebt ervaren, mis je een basis van vertrouwen. Wel ervaar ik het als een morele opdracht om, binnen de Bijbelse grenzen, alles te doen wat in mijn vermogen ligt om te werken aan herstel. Soms is dat pijnlijk, want het contact roept allerlei herinneringen op.”
Slachtoffer voelt ze zich niet. „De mooie dingen overheersen. Als ik terugkijk naar wat er allemaal is gebeurd, is het een wonder dat ik altijd gewoon heb kunnen functioneren en zie ik heel duidelijk dat God het is Die me voortdurend droeg.” Wel zijn er de emoties die af en toe de kop op steken. „Het is frustrerend als je soms in dezelfde fouten valt die je je ouders zag maken. Ik ben ook gevoeliger voor conflicten. Als mensen een woordenwisseling hebben, doet me dat meteen denken aan hoe het thuis toeging. Hebben we zelf eens een meningsverschil, dan ben ik geneigd tot doemdenken. Zo van: nu gaat het ook bij ons mis.”
Met haar verstand weet ze beter, maar de beleving laat zich niet altijd beteugelen. „Het vraagt van mijn man weleens stuurmanskunst om de zaak in het juiste perspectief te zetten. In het begin van ons huwelijk had ik de neiging in een ivoren toren te kruipen en er voorlopig niet uit te komen. Dat wordt gelukkig steeds makkelijker, door alle goede ervaringen. En de wetenschap dat ik het ook in mijn huwelijk niet alleen hoef te doen.”

Als Ton Brugmans contact heeft met kinderen uit gebroken huwelijken, is er steevast de herkenning. „Ze hebben bijna allemaal iets geforceerds: de drive om het beter te doen. Het gevaar is dat je je leven lang daarin blijft hangen.”
De stabiliteit in zijn eigen leven verklaart hij uit Gods genade. „Rond mijn twintigste jaar kon ik me daaraan overgeven. Ik hoefde mezelf niet meer overeind te houden. Dan komt er weer een bodem in je leven. Je gaat dan ook zien dat na Genesis 3 elk mens lid en medeeigenaar van de boze buitenwereld is. Dat bewaart je enerzijds voor wrok, anderzijds voor de drang het in eigen kracht beter te doen. Als je voor echtscheiding of welk kwaad ook bewaard blijft, is dat alleen aan God te danken.”
In het verlengde daarvan onderstreept hij de zegen van een betrokken kerkelijke gemeente en een Bijbelse prediking. „Het Woord moet het doen en doét het ook, weet ik uit ervaring. Daar verwacht ik meer van dan van allerlei hulpverlening. Die kan zeker van betekenis zijn, maar de Evangeliebediening is helend in de diepste zin van het Woord. Die kan knopen ontbinden die geen mens uit elkaar krijgt.”


Ingewikkelde gezinnen
Jaarlijks krijgen circa 70.000 thuiswonende kinderen in Nederland te maken met het uit elkaar gaan van hun ouders. Sinds 2009 is er de wettelijke verplichting van een ouderschapsplan. Daarin wordt vastgelegd hoe de zorg en opvoeding voor de kinderen over beide ouders is verdeeld, hoe de wederzijdse informatieverstrekking plaatsvindt en hoe de financiële kant van de zaak is geregeld.
Recent onderzoek wees uit dat ruim een kwart van de kinderen uit gebroken huwelijken of relaties de helft van de tijd bij vader, de andere helft bij moeder verblijft. Drie jaar geleden was dat 20 procent, in 2000 nog maar 5 procent. Een kwart van de zogenaamde co-ouders blijft na de scheiding alleen. Bij de resterende groep krijgen de scheidingskinderen te maken met een parttime stiefouder. Of twee parttime stiefouders, met de nieuwe families die daarbij horen.
Dertig procent van de kinderen uit gebroken huwelijken belandt vroeg of laat bij een psychiater of psychotherapeut, vanwege ernstige problemen ten gevolge van de scheiding. Om dat te voorkomen, zijn toerusting van de ouders en goede begeleiding en opvang van de kinderen na de scheiding van groot belang. Binnen de gereformeerde gezindte wordt op dit gebied eerstelijns hulp verleend door De Driehoek, Stichting Schuilplaats, Optiment (onderdeel van Eleos) en De Vluchtheuvel.


En ik dan?
In een aangrijpend boekje schetst ds. J. Belder de impact van echtscheiding op het leven van kinderen. Hij doet dat aan de hand van interviews met scheidingskinderen van allerlei leeftijd en achtergrond, zijn eigen pastorale ervaringen en feitelijke informatie. Het inmiddels herdrukte boekje vraagt aandacht voor kinderen uit gebroken gezinnen en doet een appel op ouders die in onmin leven. Om alles in het werk te stellen om deze ramp voor kinderen te voorkomen.

‘En ik dan. Als ouders scheiden’, door ds. J. Belder; uitg. De Banier, Apeldoorn; 118 blz.; € 9,95.


Een blijvende spagaat
Voor scheidingskinderen van zes tot twaalf jaar ontwikkelde Praktijk Den Uijl in Capelle aan den IJssel de training KIDS (Kinderen in de spagaat).
Dat gebeurde mede op verzoek van reformatorische scholen, die het aantal leerlingen uit gebroken gezinnen snel zien toenemen. De training wordt zo mogelijk gegeven op school, voor scheidingskinderen een vaste basis in een wankelende wereld.
Een groep van maximaal tien kinderen komt in acht bijeenkomsten van anderhalf uur bij elkaar voor groepsgesprekken, spel, creatieve opdrachten en lichaamsgerichte oefeningen. De training is gericht op het verwerken van het verlies en het leren omgaan met de nieuwe situatie en de warboel van gevoelens.
De schade die kinderen door een scheiding oplopen, is afhankelijk van allerlei bijkomende factoren en omstandigheden. Waar ze volgens therapeut Maarten van Dijk, een van de leiders van de KIDSgroepen, vrijwel allemaal aan lijden, is parentificatie.
Het kind verplaatst zich in de positie van de ouders en voelt zich verantwoordelijk voor hun welbevinden. „Dat begint vaak al wanneer de ouders nog bij elkaar zijn. Een kind kan extreem vervelend gedrag gaan vertonen om als bliksemafleider te fungeren. Het krijgt liever zelf harde woorden over zich heen dan het gescheld tussen ouders te moeten horen. Of het wordt juist uitermate braaf en zorgzaam. Heel belangrijk is dat kinderen zich erkend voelen in hun vragen, pijn en verdriet. Daarom worden ook de ouders bij de training betrokken. De erkenning moet in de eerste plaats bij hen vandaan komen.”
Vanuit hun contextuele benadering zetten de hulpverleners van Praktijk Den Uijl zich in voor een goede relatie van het kind met beide ouders. „Een kind kan niet kiezen”, motiveert therapeute Jantine den Uijl-van Loon. „Het wil loyaal blijven aan vader en moeder. Die ruimte moet het krijgen, tenzij de veiligheid in het geding is.”
Tegelijk beseft ze dat het opgroeien in verschillende gezinnen een kind kan verwarren. Zeker als er grote verschillen zijn in normen, sfeer en opvoedingsstijl. „We hebben een jongen onder behandeling van wie de vader volledig afstand heeft genomen van zijn christelijke achtergrond. Dat jochie zit nu de ene zondag in een gereformeerde gemeente, de andere week in een voetbalstadion of een theater. Dat is een extreem voorbeeld, maar ten diepste zit elk scheidingskind in een spagaat. In een goede scheiding geloof ik niet. Wordt er toch gescheiden, dan is ons advies: probeer in ieder geval de kinderen zo veel mogelijk buiten schot te houden.”


Pijn om een ontrouwe vader
Ze onderdrukte haar eigen pijn om de kinderen de ruimte te geven van hun vader te blijven houden. Van die keus heeft Karin nog steeds geen spijt. „Ik ben van mening gebleven dat het afkappen van die band nog meer schade had berokkend.”

Het overspel van haar man, voor de tweede keer, was voor Karin diep vernederend.
Toch dacht ze tijdens het scheidingstraject en in de jaren die volgden vooral aan haar kinderen. „Je weet dat een scheiding voor hen enorm schadelijk is. Die schade wilde ik zo veel mogelijk beperken. Lijden van kinderen is altijd ingrijpend, maar het is dubbel verdrietig als het wordt veroorzaakt door de ouders.”
De oudste zoon werd onhandelbaar, de jongste was ervan overtuigd dat zijn vader terug zou komen. „Als ergens het woord ‘scheiding viel, barstte hij in snikken uit.” De middelste, een meisje, leek het drama het best te verwerken. „Daar heb ik me in vergist. Zij begint nu pas goed te beseffen wat er allemaal is gebeurd en kwam zelf met het voorstel om professionele hulp te zoeken. Ze is het zat om altijd rekening te moeten houden met een vader die voor haar nauwelijks belangstelling heeft.”

De alleenstaande moeder stimuleerde van meet af aan het contact van de kinderen met hun vader.
Ondanks het feit dat hij zijn christelijke levensovertuiging overboord zette en met zijn nieuwe vrouw een totaal ander leven ging leiden. „Het blijft hun vader.
Ik heb altijd geprobeerd respectvol over hem te spreken en hen niet op te zadelen met mijn verdriet en frustratie. Ik kan vinden dat hij een wonderlijke schaats rijdt – inmiddels heeft hij alweer een andere vrouw – maar daar hebben kinderen geen boodschap aan. Die willen gewoon van hun vader blijven houden, zeker als ze jong zijn.”

Gebrokenheid
Bij het ouder worden van haar kroost ziet ze hun moeite met het aangaan van vaste relaties. Door de angst dat die vroeg of laat toch aan scherven gaan. „Kinderen van een jong gestorven vader hebben de pijn van het verlies, maar niet de pijn van de gebrokenheid. Zij kunnen terugzien op de mooie dingen die er zijn geweest. Als wij in oude fotoboeken kijken, is er vooral pijn. De kinderen zijn heel lang boos geweest op hun vader. Vaak heb ik eraan getwijfeld of het wijs was om het contact met hem te bevorderen, maar ik ben toch van mening gebleven dat het afkappen van die band nog meer schade had berokkend.”
Vooral de jongste twee kinderen hadden lang het gevoel dat zij schuldig waren aan de scheiding van hun ouders. „Terwijl ik dat altijd weersprak en me juist schuldig voelde tegenover hen. Je komt met elkaar in een heel complexe situatie terecht. Die scheiding blijft je achtervolgen: op verjaardagen, op feestdagen, in het contact met andere kinderen.”

Over de betrokkenheid van de kerkelijke gemeente heeft ze niets dan lof. „We zijn geweldig opgevangen. Een echtpaar vroeg de kinderen soms een weekend te logeren. Daardoor kon ik de verantwoordelijkheid even van me afleggen en leerden zij hoe een vader in een gewoon gezin functioneert. Dat vond ik heel belangrijk. Als gescheiden ouder moet je jezelf voortdurend de vraag stellen: wat is het beste voor de kinderen?”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 januari 2014

Terdege | 92 Pagina's

Als de bodem wegvalt

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 januari 2014

Terdege | 92 Pagina's