Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bartel Meeuwse, een overtuigd Ledeboeriaan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bartel Meeuwse, een overtuigd Ledeboeriaan

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

OPZIENERS DER GEMEENTE

"Ik kom morgen niet naar de kerk. Ik acht je wel als leraar, maar die hoge Franse hoed... nee, ik kan niet komen." Ook al wist ouderling Bartel Meeuwse uit Krabbendijke zich geestelijk verbonden aan ds. H. Roelofsen, hij kon er niet overheen stappen dat de predikant een modern ambtsgewaad droeg. Dat was een barrière. Totdat Bartel kennelijk kreeg te zien dat verschil van opvatting over ambtskleding geen scheiding mocht brengen. Even opmerkelijk was de wijze waarop hij zijn bezwaren tegen de berijming van 1773 kwijtraakte.

Bartel Meeuwse hield graag vast aan hetgeen de ouden hem hadden geleerd. Het was zijn vaste overtuiging dat de Heere werkte in de lijn der geslachten en de zonen geroepen waren in het spoor der vaderen te gaan. Daarom was hij zo gehecht aan de oude vertrouwde gebruiken. Nieuwigheden brachten volgens hem vooral narigheden. Dat vasthouden aan 'der vaad'ren pand' was opmerkelijk. Bartel had juist gebroken met het geestelijke erfgoed dat hij van huis uit had meegekregen. Hij was op 9 september 1851 in Kruiningen geboren uit hervormde ouders.

Hoewel hij al jong indrukken had van dood een eeuwigheid, leefde Bartel een aantal jaren naar het goeddunken van zijn hart. Enige tijd na zijn huwelijk in 1879 ging hij over naar de Gereformeerde Gemeente van Krabbendijke. In die jaren had hij sterk het besef voor God niet te kunnen bestaan en zo niet te kunnen sterven. Na veel worstelingen mocht Bartel vergeving van zonden ontvangen.

Op 36-jarige leeftijd werd Meeuwse tot ouderling van de gemeente Krabbendijke gekozen. Hij durfde zijn verkiezing niet te aanvaarden, mede omdat hij in zijn jeugd nooit had leren lezen of schrijven. Bedanken durfde hij echter ook niet. Daarom vroeg hij bedenktijd. In die dagen bepaalde de Heere hem krachtig bij de woorden: "Zo zult gij niet bezorgd zijn hoe of wat gij spreken zult, want het zal u in dezelver ure gegeven worden, wat gij spreken zult" (Matth. 10:19). Dat gaf hem vrijmoedigheid het ambt te aanvaarden. Met voortvarendheid maakte hij zich nadien de lees- en schrijfkunst eigen. Meeuwse diende de Gereformeerde Gemeente van Krabbendijke ruim vijftig jaar als ouderling. Hij catechiseerde, las preek en bevestigde huwelijken. Hij was een man van gezag, niet het minst vanwege zijn geestelijk leven.

Spotters

Toch kende Bartel ook zijn zwakke momenten, waarop hij meer op de omstandigheden lette dan op de macht van zijn Meester. Als knecht werkte hij bij een boer die geregeld vloekte. Ook al voelde Bartel dat hij deze man moest waarschuwen, toch deed hij het niet omdat hij bang was zijn broodwinning te verliezen. Dat verzaken van zijn plicht om te vermanen had tot gevolg dat hij de innige omgang met de Heere moest missen. In zijn ambtelijk werk werd hij nog wel ondersteund, maar in zijn persoonlijk leven was het donker. Pas na twee jaar beleed hij de Heere zijn schuld. Hij waarschuwde zijn baas, die hem op staande voet ontsloeg. Tot zijn grote verwondering kwam er al de volgende dag een boer naar hem toe, die hem direct in dienst nam.

"Ik ben alleen maar vrijmoedig als de Heere me helpt, " zei Bartel eens. Dat bleek wel toen hij als voorman bij een vlasboer in de oogsttijd moest werken met Brabanders die vaak vloekten. Bartel durfde aanvankelijk niet te waarschuwen. Tot de eer van God hem ging drukken. Hij sprak de werkmannen aan, die nadien uit respect voor "Bartje" het lasteren van Gods Naam lieten. Sommigen vertelden hem dat zij niet eens beseften dat ze vloekten, laat staan dat ze wisten dat dit niet mocht.

"Zo zult gij niet bezorgd zijn hoe of wat gij spreken zult, want het zal u in dezelver ure gegeven worden, wat gij spreken zult."

Ledeboeriaan

In kerkelijk opzicht wilde Meeuwse staan in de lijn van ds. Ledeboer. Vandaar dat hij heel nadrukkelijk vast wilde houden aan het oude ambtsgewaad en de berijming van Petrus Datheen. Toen ds. Roelofsen, na zijn overkomst in 1905 vanuit de kruisgezinde gemeenten naar de ledeboeriaanse, eens een zondag in Krabbendijke kwam preken, wilde Meeuwse pertinent niet bij de predikant ter kerke gaan. Ds. Roelofsen droeg een hoge hoed en een lange broek in plaats van een steek en een kuitbroek.

Maar in de nacht van zaterdag op zondag kon Meeuwse de slaap niet vatten. Thuisblijven als ambtsdrager doe je niet zomaar, dat besefte hij ook wel. In die nacht bepaalde de Heere hem bij de geschiedenis van Judas die de Heere Jezus met een kus verraadde. Meeuwse zag dat de Heere Jezus wat de kleding betrof niet onderscheiden was van Zijn discipelen. De les die hij trok was: kleding mag geen breekpunt zijn. De volgende morgen ging hij naar de kerk. Tegen zijn broeders zei hij: "Ik ben genezen."

Ook zijn bezwaren tegen de psalmberijming van 1773 moest hij laten varen. En dat juist op de vergadering van oktober 1907 in Rotterdam waarop Kruisgezinden en Ledeboerianen verenigden en ds. Boone ondermeer vanvtfege de berijming niet meeging. Samen met zijn ambtsbroeder Bastiaan Sonke reisde Meeuwse op 8 oktober 1907 met de trein naar Rotterdam. Ze zouden overnachten bij ds. N. H. Beversluis om de volgende dag op tijd te zijn voor de belangwekkende samenkomst.

Onderweg vroeg Meeuwse zich af hoe hij ooit bij de pastorie van ds. Beversluis zou komen. Hij was in Rotterdam totaal onbekend. En iedere keer als hij daaraan dacht werden zijn gedachten bepaald bij de psalmregels: "God is recht, dus zal Hij door / Onderwijzing hen, die dwalen, / Brengen in het rechte spoor." Op het station aangekomen, vroeg hij enkele malen de weg. Steeds was het antwoord: "Recht door." Zo kwamen Meeuwse en Sonke al spoedig bij ds. Beversluis, aan wie Bartel zijn opmerkelijke ervaring vertelde. Ds. Beversluis luisterde vooral. Maar toen op de vergadering het over de psalmberijming ging en Meeuwse vurig pleitte voor het gebruik van Datheen in alle gemeenten, vroeg ds. Beversluis of hij zich nog de versregels herinnerde die hem tijdens de treinreis hadden beziggehouden. "Wist u, " aldus ds. Beversluis, "dat dit vers, waar u elke keer bij bepaald werd, een gedeelte is van Psalm 25:4 naar de berijming van 1773? " Daarop ging Bartel Meeuwse zitten. Beschaamd. Ook de psalmberijming was voor hem geen breekpunt meer.

Koninklijke begrafenis

Tot 1938 mocht hij dienen als ouderling. Hij was vaak afgevaardigd naar een meerdere vergadering. Aan zijn oordeel werd veel waarde gehecht. Bij veel vromen stond hij bekend als "het oude Barteltje". In zijn persoonlijk leven had hij met veel moeiten te kampen. "Maar als de Heere in de verdrukking meekomt, dan is het goed wat de Heere doet", schreef hij in 1935 aan Jane Welleman. "Als we geen strijd hebben kunnen we ook geen troost ontvangen, nietwaar? Want in de verdrukking wordt Zijn arm volk geoefend, en dat is een school daar raken we nooit in volleerd."

Op 22 mei 1938 herdacht hij een halve eeuw in de dienst van de Heere werkzaam te zijn geweest. Drie maanden later overleed hij op 30 augustus 1938 na een korte ziekte. Met recht schreef ds. Kersten boven het begrafenisverslag in De Saambinder: Een koninklijke begrafenis. Toen hij op 2 september werd begraven, was Krabbendijke versierd vanwege de festiviteiten rond het regeringsjubileum van koningin Wilhelmina. De begrafenistoet, bestaande uit zo'n 1500 mensen, ging onder versierde bogen en poorten naar het kerkhof. Op het graf zei ds. M. Hofman: "We hebben een prins grafwaarts gedragen."

Dit is het eerste artikel in een reeks portretten van ambtsdragers die in de achterliggende eeuw als ouderling onze gemeenten hebben gediend.

Redactie

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2007

De Saambinder | 16 Pagina's

Bartel Meeuwse, een overtuigd Ledeboeriaan

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2007

De Saambinder | 16 Pagina's