Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In Staphorst ging de leedaanzegger op pad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In Staphorst ging de leedaanzegger op pad

4 minuten leestijd

ROUVEEN. Dirk Kok uit Rouveen (63) is geboeid door tradities rondom de dood. Over de gebruiken in Staphorst en Rouveen rondom het afscheid schreef hij Aanzeggen. Rouw- en begrafenistradities uit Staphorst en Rouveen, dat vanaf 9 november in de winkel ligt. „Die gebruiken vind ik fascinerend.

Hij kan uren praten over gebruiken rondom het levenseinde. Vroeger waren er ongeschreven regels waaraan iedereen zich hield, nu bepaalt een begrafenisondernemer die. Maakte de timmerman vroeger in Staphorst en Rouveen een gitzwarte lijkkist op maat, tegenwoordig betrekt de uitvaartverzorger een kant-en-klaar exemplaar uit de fabriek. „Ik vind het jammer dat die oude tradities niet meer bestaan. Ze zorgden voor diepgang, respect en eerbied.”

Toch duren sommige tradities voort en kunnen zelfs commerciële bedrijven daar niets aan veranderen. Zo is in Staphorst en Rouveen de kist vaak zwart, heeft de kaart soms een dikke zwarte rouwrand en worden bloemen niet gewaardeerd. „De vulkoek die na de begrafenis wordt gegeten, heeft hier geen nootje. Te feestelijk. De dood is een ernstige zaak. Daar horen geen witte kisten, bloemen of nootjes bij. Geen verbloemde dood”, zegt Kok.

De Rouvener houdt van de gewoonte waarbij predikanten gedragen lijkredes houden. „Plechtig, droevig. Zo wil ik het ook, met Psalm 90 en vooral sober. Geen necrologie. Alsjeblieft niet.”

Kok beschrijf in zijn boek de tradities van vroeger en nu. Het gaat over de tijdstip waarop de dood intreedt tot het plaatsen van de steen. De Rouvener weet er veel van. „Als ergens in een gezelschap het woord begrafenis valt, ben ik een en al oor.”

Bijna dertig jaar was Kok beheerder van de plaatselijke museumboerderij en daarbij kwam deze kennis goed van pas. Tientallen jaren van kennis vergaren en goed luisteren resulteerden in een lijvig boek over begrafenistradities.

Na een sterfgeval trad er in Staphorst en Rouveen een speciale procedure in werking. Dat begon met het aanzeggen. De naaste mannelijke buurman deed dat. De route besloeg vaak vier kavels oost en vier kavels west. De buurvrouwen gingen naar het sterfhuis om de overledene het „leste goed” aan te trekken. Dit lag sinds de trouwdag in de kast.

Van een handgeweven laken maakten buurvrouwen het doodskleed. Zolang er nog geen kist was, werd het lichaam op stro voor het kabinet gelegd, met het hoofd in de richting van Jeruzalem. Aan hoofd- en voeteneind stond een stoel, met daaroverheen een stok. Daaroverheen hing een voerlakense deken. Het lichaam lag in een ‘tent’, totdat de kist arriveerde en de mannelijke buren de dode kistten. De tent bleef. Betrokkenen sloten de luiken van de boerderij zodra het lichaam was afgelegd. In Rouveen werd één luik uit de hengels gehaald en tegen de gevel gezet aan de kant van het kerkhof. „Allemaal historie”, zegt Kok. De laatste keer dat een overledene in Staphorst of Rouveen het „leste goed” aankreeg met doodshemd, was in 1995. Jammer dat het allemaal voorbij is, maar ik vind het belangrijk dat de kennis bewaard blijft.”

Bij afslag maakten buren vervolgens uit wie er op pad ging om het overlijden bekend te maken en mensen te verzoeken de begrafenis bij te wonen. De laagste bieder kreeg het overeengekomen bedrag per tijding van de andere buren uitgekeerd en daarna ging de ”groeveneuger” of leedaanzegger op pad. De tijding werd altijd binnenshuis overgebracht. Was een boer of boerin op het erf, dan gingen groeveneuger en boer of boerin naar binnen en kreeg de genodigde daar de droeve tijding te horen. Meteen namen ze daarbij de laatste nieuwtjes door.

De begrafenisbijeenkomst vond plaats in een huis, dus niet in de kerk. Zodra de dode uit het huis was gehaald om vervoerd te worden naar het kerkhof, gingen de luiken weer open. „De buren verzorgden alles. De naaste familie had zo de tijd om met haar emoties om te gaan.”

”Aanzeggen” is het zevende boek van Dirk Kok over Staphorst.


”Aanzeggen. Rouw- en begrafenistradities uit Staphorst en Rouveen”, uitg. Lecturis, Eindhoven, 2013; ISBN 9789462260238; 190 blz.; € 29,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 oktober 2013

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

In Staphorst ging de leedaanzegger op pad

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 oktober 2013

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's