Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Allard Pierson 1831-1896 II.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Allard Pierson 1831-1896 II.

Het Reveil 29

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET RÉVEIL 29

Wij hebben in het vorige artikel de ontwikkehng van Allard Pierson nagegaan tot op het moment, dat hij de kerk verliet. Daarna is deze ontwikkeling in zijn denken niet tot stilstand gekomen. Als professor in Heidelberg werkzaam, drijft hij in zijn overtuiging steeds meer af naar het agnosticisme (een zich onthouden van elk oordeel over de bovenzinnelijke dingen, omdat men daarvan niets afweet). De theïst en de atheïst zijn voor Pierson gelijk. Zij weten beiden niet, waarover zij praten.

Na een kort verblijf in Utrecht wordt Pierson eindelijk in Amsterdam benoemd tot professor in de aesthetiek, de leer van de schone kunsten. Dit paste geheel in zijn kraam. Niet alleen omdat hij zelf een kunstenaar was en een goed kenner van de cultuur en de geschiedenis ervan, maar vooral omdat de aesthetica, de schoonheid, zo'n centrale plaats innam in zijn religieuze beschouwingen. De persoonlijke God van het christelijk geloof had in Pierson's overtuiging plaats gemaakt voor de idee van het schone en het goede. Naar deze goddelijke waarden moet worden gestreefd, deze moeten worden ontdekt en opgespoord. Vandaar dat niet alleen de Schrift, maar evenzeer de culturele erfenis van de oude Grieken, ook Dante en Goethe en alle waardevolle denkers en kunstenaars uit alle eeuwen als gelijkwaardige bronnen door hem werden beschouwd en gebruikt. Het schone en het goede, een „het" dus, nemen de plaats in van de „Hij", de persoonlijke God van Israël. Het schone ontdekt Pierson in de kunst en de natuur. Het goede vindt hij vooral in de bewogenheid met het lot van de ander, met name van de verdrukte. Dit bracht hem tot het socialisme, waardoor hij een sympathieke houding aannam tegenover de door velen verguisde socialisten-predikant Domela Nieuwenhuis.

Na 17 jaar in Amsterdam als hoogleraar werkzaam geweest te zijn, werd hij door zijn steeds toenemende lichamelijke verzwakking gedwongen zijn ambt neer te leggen. Hij zocht rust op „De Velhorst", een buiten, enige kilometers achter Zutphen gelegen. Slechts een kort verblijf is hem daar beschoren geweest. In 1896 is Allard Pierson op 65-jarige leeftijd overleden.

Wie kennismaakt met de levensgang van Allard Pierson, wordt niet alleen geboeid door de dynamiek van zijn denken, dat met zijn leven een tweeëenheid vormt, maar hij wordt tevens vanuit deze levensgeschiedenis voor vragen gesteld, die niet alleen voor het Réveil, maar ook voor de kerk en dus ook voor ons van grote betekenis zijn. Het ligt immers voor de hand om te trachten op het spoor te komen, welke factoren Pierson hebben gebracht tot z'n agnosticistische levensbeschouwing. We willen enkele dingen noemen:

1. In het leven van Pierson wordt ons aanschouwelijk gemaakt, hoe verwoestend de invloed is geweest van het autonome wetenschapsdenken, dat in de 19de eeuw in jeugdige overmoed meende de klassieke leer der kerk te kunnen overtroeven. In de laatste tijd wordt nogal eens erop gewezen, dat deze wetenschappelijke critiek op het christelijk geloof (denk aan de Schriftcritiek) een zegen is geweest voor de kerk. De feiten leren ons echter, dat de verwoesting, die ze aangericht heeft, deze zegen altijd nog verre overtreft. Waarlijk niet alleen Pierson is daarvan het bewijs. Hoevele, minder opvallende figuren zijn met hem van dit critisch denken het slachtoffer geworden. En deze slag wordt vandaag waarschijnlijk in nog heviger mate geleverd.

2. Een tweede vraag is, hoe Pierson's jeugd te rijmen valt met zijn latere ontwikkeling. Staan deze twee als onverzoenbare tegenstellingen tegenover elkaar? Moet hier van een kortsluiting worden gesproken? Of liggen er terdege wel verbindingslijnen tussen deze twee? Het laatste is duidelijk het geval.

Wij zouden ons er te gemakkelijk van afmaken, wanneer wij beweerden, dat uit Pierson's latere leven blijkt, dat hij nooit het wezen van de christelijke religie heeft verstaan. In nog absolutere zin uitgedrukt: zijn jeugdige ernst is geen zaligmakend werk van de Heilige Geest geweest. Het is moeilijk, en gevaarlijk zulke absolute oordelen te vellen. We kunnen alleen trachten een psycholigische verklaring te vinden. En dat is o.i. niet zo moeilijk. Zijn vroege levensernst riep om een reactie, een bevrijding. Deze bevrijding heeft Pierson gevonden in zijn vrijzinnig denken over God en in zijn waardering en bewondering van het natuurlijke, de mens.

Deze ontwikkeling kunnen wij niet denigrerend veroordelen. Zij ligt immers binnen het denken van de mens voor de hand, vooral wanneer de denkkracht groot is. Pierson's ontwikkeling is paradigma van zovelen, die als ernstige jongeman begonnen zijn over de geestelijke dingen na te denken en die halverwege de persoonlijke God, de Vader van Jezus Christus, hoe dan ook, zijn kwijt geraakt. Zij zijn bevrijd door zichzelf, hun eigen denken, hun eigen mogelijkheden.

3. Een andere, met de vorige verbonden, vraag is, in hoeverre het Réveil zelf aan deze ontwikkeling van Pierson heeft bijgedragen. Het is duidelijk, dat Pierson nooit van het Réveil is losgekomen. Zijn uitgeven van het dagboek van Willem de Clercq en zijn „Oudere Tijdgenooten" bewijzen dit. Nooit zou Pierson in zijn genoemd boek zo over Da Costa b.v. hebben kunnen schrijven, als hij bij alle verschil toch niet een grote mate van congenialiteit met hem bezat. Echter ook in de hele structuur van zijn denken blijkt de blijvende invloed van het Réveil. Dat het Réveil zo'n sterk accent gelegd heeft op het gevoel en de gevoeligheid, op de liefde en de (vrome) mens, is zijn kracht geweest, maar werkte ook in de hand, dat hij, die trachtte door te dringen tot de kemwaarheid van deze geestelijke beweging, terecht kwam bij de waarde van het gevoel en de mens en de humaniteit als zodanig. Pierson was, om het zo eens te zeggen, een gesauculariseerde réveilman. De christelijke vroomheid behoeft niet zo'n grote slag om te draaien om uit te monden in een meer of minder gesauculariseerde humaniteit. Wat dat betreft is Allard Pierson in de 19de eeuw een profetische verschijning geweest, prototype van de post-christelijke gesauculariseerde humanist uit onze tijd.

4. In de vierde plaats speelt de kerk in Pierson's leven een problematische rol. Heeft men hem eigenlijk niet in zijn geestelijke crisis laten voortmodderen? De enige vorm, waarin men meende zich met hem te moeten bemoeien, was door zich laatdunkend over zijn ketterijen uit te laten en hem af te schrijven voor de kerk en het christendom. Ook de mannen van het Réveil staan daar schuldig aan. Dat zijn worsteling met de Schrift en de leer der kerk voor hem een worsteling om de waarheid is geweest, heeft men niet gezien of willen zien. De enigen, die hem hebben willen vasthouden, waren zijn moeder, ds. N. Beets en zijn intieme vriend Adriaan Gildemeester. Wat is de kerk in de vorige eeuw (en ook nu ? !) weinig moeder geweest, die zorg heeft over en voor haar kinderen. Aan deze kerkelijke armoe heeft ook het Réveil geleden. Het is niet alleen als de tragiek van Pierson's leven, maar ook als schade voor de kerk te beschouwen, dat Pierson zijn geestelijk bestaan grotendeels buiten de kerk heeft geleid.

Tenslotte. Het is weliswaar niet een levensschets in gebruikelijke trant, die wij hiermee van Allard Pierson hebben gegeven. Een beetje gebrekkig wat de objectiviteit betreft misschien. Maar zijn levensgeschiedenis is zo „actueel", dat wij over hem niet konden schrijven zonder de „toepassing" op ons en onze kerk. —

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Allard Pierson 1831-1896 II.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's