Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dick van Amerongen maakt behalve masten, rondhouten en interieurs ook complete houten schepen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dick van Amerongen maakt behalve masten, rondhouten en interieurs ook complete houten schepen

"Mooi werfie, hè?"

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen Dick van Amerongen nog maar „een heel klein, ondeugend ventje" was, bouwde hij al een schip. Een schip op schaal. Nu bouwt hij 'echte'. De geluiden van zijn historische scheepswerf in hartje Mokum klinken op tegen de nieuwbouw die de oude loodsen in de wijk wegvaagde. „Dit is een uniek stukje Amsterdam. We doen het hek dicht, en dan is het een durp. Een durp in de big city."

Geknield ligt een medewerker van scheepswerf't Kromhout onder de zwarte boeg van een oude woonschuit. Met een brandslang verwijdert hij de schelpen en ander onheil dat zich aan de bodem van de wrakke schuit heeft vastgehecht. Een sterk riekend druppeltjesgordijn waaiert over de werf „We spuiten hem schoon en teren hem, dan kan hij weer drie, vier jaar het water in." Het roer van het schip valt van ellende bijna uit elkaar en er groeit zelfs een plant uit. „Geeft niet. Hij kan toch niet meer varen." De 24 meter lange woonboot is van een kunstschilder, een overbuurman op de Nieuwe Vaart. „Moet je zien wat hij er allemaal op gebouwd heeft. Dat dat blijft drijven, hè." Met zichtbaar genoegen leidt Van Amerongen bezoekers rond op zijn onlangs aan de eisen des tijds aangepaste werf „Mooi werfie, hè? Niemand had ooit verwacht dat ik ooit nog eens als een milieuvriendelijke meneer zou rondstappen. Vanaf augustus zijn we ermee bezig geweest, maar nu ben ik klaar voor de milieu-eisen, helemaal klaar. De daken en goten waren van asbest, maar dat is er allemaal af Alles is afgedekt, er zijn milieuvriendelijke vloeren gelegd, het vuile water wordt gerecycled en de mosseltjes voeren we apart af Als je deze maatregelen neemt, ben je echt een heel net mens." De aangescherpte milieuregels noopten verschillende collega's tot stoppen. Coen Kerkelaan, Eric Bierenbroodspot (zoon van „Piet Bier"), Hoyte van Hoytema en Dick van Amerongen gingen door. „Door het behoud van de werfjes blijft de buurt nog een beetje aantrekkelijk. We hebben er een hoop geld in gestopt, maar elke ondernemer moet nu eenmaal investeren. En m'n werfje functioneert leuk. Werk zat. Oude en nieuwe schepen, we zijn niet zo kieskeurig. Momenteel hebben we mast en interieur van een jachtje onderhanden. En verder wat lopende klusjes. We doen het nu op een kleiner stukkie grond. De gemeente heeft goed meegewerkt aan het behoud van de laatste historische werfjes in de binnenstad, maar ze wilde wel een stuk terughebben van de grond die ik pachtte. Wij hebben nu alles in één hal. De loods op het achterterrein is helemaal weg. Daar komen wat nautische bedrijven. Dat brengt voor de gemeente natuurlijk meer op." Een kwarteeuw geleden streek Van Amerongen neer op de werf, waarvan hij geen flauw idee heeft hoe oud hij eigenlijk wel is. "Scheepswerf- Stoomhelling" staat op de beide loodsen, die tot rijksmonument verheven zijn. Behalve een gerestaureerd veempakhuis lijken alle omliggende gebouwen nieuw. „We worden wel erg ingebouwd. We mogen hier wel blijven, maar toch... Beetje griezelig." De kade biedt behalve op flats en andere nieuwlichterij ook een weids uitzicht op elementen van oud-Amsterdam. „Hier aan de overkant staat een kerk. De... Pamü Hoe heet die kerk?!" roept de werfbaas over het water naar zijn vrouw, die op een tjalk de was aan de lijn hangt. „De Oosterkerk, o ja. En daarginds zie je de kerk bij het Centraal Station. De drie masten daarvóór zijn van de "Stad Amsterdam," die bij het Scheepvaartmuseum in aanbouw is. Als je de andere kant op kijkt, zie je de molen. Tussen die molen en het Scheepvaartmuseum zaten vroeger twaalf werven. Nu nog twee, m'n buurman en ik. Dat is geen concurrent, maar gewoon een collega. Hij richt zich op de reparatie van binnenvaartschepen en ik doe alles wat met hout te maken heeft."

Margarine en traan
Van Amerongens vader had een werf in Haarlem. „Vader was een echte houtscheepsbouwer. Ik dus ook. Als iemand morgen met een box uit de kinderkamer komt, repareer ik hem; als het maar hout is. Ik heb op de werf van m'n vader eerst eens een beetje geholpen en gekeken. Ik heb er veel opgestoken, maar als je een vak wilt leren, moet je niet bij je vader blijven werken, dus ik ben naar een sloepenbouwerij in IJmuiden gegaan. Daarna heb ik van m'n 21e tot m'n 30e als scheepstimmerman gevaren, eerst op de koopvaardij en daarna op de walvisvaart. Reparaties aan boord, maar ook messen slijpen. Dat soort dingen. Ik heb toen heel wat van de wereld gezien. Met die walvisvaarder voeren we eigenlijk voor Brinkers in Zoetermeer, want het spul uit de walvissen werd verwerkt in de margarine. Ik zat op de "Willem Barentsz.", een heel groot fabrieksschip. 'k Heb m'n duikbrevet nog gehaald, zodat ik ook trossen uit een schroef kon peuteren. Dat is gelukkig bijna nooit nodig geweest. Behalve voor margarine vingen we de vissen ook voor de levertraan, voor de gezondheid zogezegd. Dat is nu niet meer nodig. Niemand slikt meer levertraan. Er is nu zoveel andere troep."

Naar de wal
Na ruim acht jaar kwam Van Amerongen weer op de wal werken. „Ik kreeg verkering..." „Ik ben de oorzaak!" roept mevrouw Van Amerongen vanuit de keuken. Haar man had het varen „trouwens op een gegeven moment wel gezien ook. Toen heb ik even een paar andere dingetjes gedaan, een jachtwerf)e in Loosdrecht gerund en op een jachthaven in Brabant gezeten, maar daarna liep ik tegen deze werf aan. Hij was helemaal ontmanteld. Ik begon als bedrijfsleider en na een paar maanden werd ik directeur van de stichting die was opgericht om de scheepswerf te behouden. Later heb ik de werf overgenomen, terwijl de stichting verder ging met het museum met oude motoren dat hiernaast zit. De eerste jaren werkte ik samen met m'n broer, een ex-kap'tein van de kustvaart. Hij deed het staal- en motorenwerk. Later is hij weer kap'tein geworden."

Taal
Van Amerongen maakt masten, roeiriemen, rondhouten en interieurs, maar ook complete houten schepen. Voor de "Amsterdam", het nagebouwde VOC-schip dat in Amsterdam als museum dienstdoet, leverde hij 53 masten. Voor het Hollanddorp in het Japanse Nagasaki maakte hij de masten van de "Prins Willem". Dit historische vaartuig is in 1985 met een dokschip naar Japan gebracht. „Ik ben erheen geweest om hem op te tuigen en daarna nog een paar keer voor reparaties. We leverden ook de tuigage voor de "Kankomaru". Die is bij Verolme in Heusden gebouwd en door mijn broer als kapitein naar Nagasaki gevaren, een zeiltocht van 62 dagen. Ik ben destijds in m'n eentje naar Japan geweest voor het timmerwerk. Ik moest de Japanners lesgeven. Hun taal ken ik niet. Zelf spreken ze helemaal geen woord buiten de deur en dat proberen ze ook niet, maar in het vak zijn de handelingen overal hetzelfde, dus dat lukte best. En verder een beetje gebarentaal en vooral vriendelijk blijven, dan kom je een heel eind." Een specialiteit van scheepswerf 't Kromhout is de Kromhout- Whaler. Een hoofdingenieur van de marine in Hellevoetsluis ontwierp deze roeisloep in 1882. De Whaler meet 8,60 bij 1,78 bij 0,60 meter. Inmiddels heeft Van Amerongen de 22e in aanbouw.

Eén hobby
Op de bok die voor de wal ligt, heeft de werfbaas in een container een schaftlokaal ingericht. Onder de stalen overkapping op de wal staat een houten werkplaats. Ed Vogelenzang, een van de twee vaste krachten, is bezig met een 19 meter lange balk. „Die maken we eerst achtkantig, dan zestienkantig en dan is 't een ronde mast. Mooi werkplaatsie geworden, hè?" Het houten huis naast de loods, waar Van Amerongen met zijn vrouw woont, gaat grotendeels schuil in de bomen. „M'n huis is net (aan de kant, vervelende hond!), het is net een museumpje. Mooi hè? We wonen hier aan het water, met de boten voor de deur." In de hal hangen scheepsfoto's en in de huiskamer staan scheepsmodellen. De schepen op schaal zijn vervaardigd door Van Amerongens vader. Zelf bouwde hij één klein model. „Misschien als ik een ouwe kerel ben, dat ik er weer eens tijd voor heb. Uiteindelijk heb ik maar één hobby: bootjes."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 juli 1999

Terdege | 80 Pagina's

Dick van Amerongen maakt behalve masten, rondhouten en interieurs ook complete houten schepen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 juli 1999

Terdege | 80 Pagina's