Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van weeshuis tot jeugdhuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van weeshuis tot jeugdhuis

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door een initiatief van de diaconieën van Dordrecht en 's-Gravenhage werd in 1913, op 27 maart, te Utrecht opgericht de „Vereeniging van Diaconieën tot oprichting en instandhouding van een Weeshuis voor de Weezenverzorging der Christelijke Gereformeerde Kerk In Nederland."

Met de oprichting van een vereniging was men er natuurlijk niet; het doel was immers te komen tot de oprichting van een weeshuis, waaraan behoefte gevoeld werd. Er werd ijverig gespaard, overlegd en uitgekeken naar een geschikt pand. Men slaagde te Soestdijk met een pand, gelegen aan de Beukenlaan no. 3; dit werd gekocht voor ƒ 9.000,— kosten koper. Op 6 augustus 1924 vond de opening van het weeshuis plaats en werden de weesouders, de heer P.J. van der Burg en zijn echtgenote geïnstalleerd. Het honorarium van de weesouders werd gesteld op ƒ 600,— per jaar. Begonnen werd met 5 kinderen, drie halfwezen uit Amsterdam en twee kinderen uit Haarlem. Het huis bleek in een behoefte te voorzien, want ruim twee jaar later waren er al 17 kinderen. De Kerken en de Diaconieën (de leden van de vereniging) steunden het werk zoveel als mogelijk was. In 1932 waren er 28 kinderen in het huis, dat daarop niet berekend was; men groeide er uit. Het huisvestingsprobleem werd dermate groot, dat naar een groter pand met meer mogelijkheden moest worden omgezien.
Gelukkig kwam er een oplossing: een flink pand aan het Predikherenkerkhof te Utrecht kon gekocht worden en op 30 augustus 1934, tien jaar na de opening van het weeshuis te Soestdijk, werd het weeshuis te Utrecht geopend. Er was een grote belangstelling; uit alle windstreken was men gekomen om de opening bij te wonen.
Sedert 1 oktober 1937 werd een kwartaalblad uitgegeven, „Weezenzorg" genaamd.

Met de jaren veranderde het karakter van het huis; was het aanvankelijk bedoeld voor het opnemen van „echte" wezen, geleidelijk was er meer vraag naar plaatsingsmogelijkheid voor z.g. „moderne" wezen, kinderen waarvan de ouders nog wel leefden, doch die om allerlei redenen hun kinderen niet zelf konden opvoeden. Het grote pand aan het Predikherenkerkhof te Utrecht bleek hard aan een verbouwing toe te zijn en deze kon in de jaren 1957-1958 gerealiseerd worden. Omdat zich ook ruimtegebrek deed gevoelen, werd in 1963 aan de Van Speijkstraat, eveneens te Utrecht, een dependance geopend voor de baby's en kleuters. De leiding van het huis berustte na het echtpaar Van der Burg bij verschillende echtparen. De laatste „weesouders" vormden het echtpaar Bienefelt-Bij de Vaate tot in 1957 een directrice werd benoemd, mej. A. van Wingerden, die thans nog de leiding heeft.

Werd aanvankelijk gesproken over het „weeshuis", later werd het „kindertehuis" omdat de oorspronkelijk benaming het karakter van het huis niet juist meer weergaf. Ook de naam van de vereniging onderging in de loop der jaren verandering en luidt thans „Christelijke Gereformeerde Vereniging voor Kinderbescherming"; het is nog steeds een vereniging van Diaconieën en jaarlijks komen afgevaardigden van de Diaconieën bijeen om geïnformeerd te worden over de gang van zaken met betrekking tot het werk van de vereniging, bestaande uit de exploitatie van het kindertehuis en het werk als voogdijvoerende vereniging.
Op den duur bleek dat de panden aan het Predikherenkerkhof te Utrecht niet meer geschikt waren om te voldoen aan de eisen, die in deze tijd aan een kindertehuis gesteld worden en daarom bezon het bestuur zich al in 1961 op mogelijkheden om te komen tot een doelmatiger huisvesting. Allerlei panden werden bekeken, plannen werden gemaakt en weer verworpen. Er vonden diverse besprekingen plaats op hoger en lager niveau. Werd aanvankelijk gedacht aan aankoop en verbouwing van een bestaand pand, geleidelijk werd wel duidelijk, dat nieuwbouw, waarbij rekening kon worden gehouden met alle eisen, die het werk stelt, verreweg de voorkeur verdiende. Het was een lange weg, die bewandeld moest worden om tot dit doel te komen; meerdere teleurstellingen kreeg het bestuur te verwerken, maar op een gegeven moment kwam er toch uitzicht, dat er gebouwd zou kunnen worden. Toen ging het verder voorspoedig en wel zodanig, dat in de afgelopen zomer het aan de Donaudreef in de Utrechtse wijk Overvecht verrezen complex officieus in gebruik kon worden genomen. Alles was toen nog wel niet helemaal afgewerkt en de beplanting om het huis moest nog worden aangebracht, maar de panden aan het Predikherenkerkhof en de Van Speijkstraat konden verlaten worden.

Op 10 november j.l. kon de officiële opening plaats vinden. Inmiddels waren suggesties gevraagd voor een geschikt geachte naam; allerlei voorstellen dienaangaande kwamen bij het bestuur binnen; de keuze was niet gemakkelijk omdat met allerlei factoren rekening moest worden gehouden (zo moest er rekening mee worden gehouden, dat geen naam gekozen werd, die reeds door een ander soortgelijk huis gevoerd wordt), en tenslotte werd het: Jeugdhuis „De Stuw". Geen weeshuis meer, ook geen kindertehuis meer, maar jeugdhuis. Daarin komt min of meer tot uitdrukking de ontwikkeling, die zich in de loop der jaren heeft voltrokken. Het zou niet prettig zijn voor de kinderen, die in het huis opgenomen worden, te moeten zeggen, dat ze in een „tehuis" zijn opgenomen; dat geeft tegenwoordig enigszins de indruk van een inrichting, een gesticht en dat wil „De Stuw" toch echt niet zijn. We hopen dat de kinderen, die aan de zorgen van de directrice en haar medewerkers/sters worden toevertrouwd er een „thuis" mogen vinden.

Op woensdag, 10 november waren vele genodigden aanwezig in de grote recreatiezaal van „De Stuw"; vertegenwoordigers van de Kerken, de Diaconieën, de bonden van Mannenverenigingen, Vrouwenverenigingen, Jongerenverenigingen, Jeugdclubs, van de studenten van de Theologische Hogeschool, van zusterorganisaties op het gebied van de Kinderbescherming. Ook verscheidene Kinderrechters, vertegenwoordigers van Raden voor de Kinderbescherming en andere instanties, waarmee contact wordt onderhouden. Ook waren verschillende oud-bestuursleden, oud-medewerksters en genodigden uit de kring van hen, die daadwerkelijk aan de bouw hadden meegewerkt, aanwezig. De laatste „weesmoeder". Mevrouw Bienefelt-bij de Vaate, was uit Zierikzee, waar ze thans woont, gekomen om de opening mee te maken.

Om half drie kwamen de leden van het dagelijks bestuur met de directrice, mej. Van Wingerden, en de hoge gasten van het Ministerie van Justitie, Zijne Excellentie Staatssecretaris mr. J.H. Grosheide en de heer Hijlkema, Hoofd van de Afdeling Kinderbescherming van het Ministerie, de zaal binnen. Nadat allen hun plaatsen hadden ingenomen, richtte de voorzitter van het bestuur, prof. dr. W.H. Velema, zich tot de aanwezigen, allereerst met een woord van welkom; vervolgens releveerde hij de voorbereidingen, die aan de bouw van het jeugdhuis vooraf waren gegaan en gaf hij uiting aan de dank van het bestuur voor de medewerking, die van de zijde van het Ministerie van Justitie was ondervonden. Aan het slot van zijn toespraak las de voorzitter enige toepasselijke Schriftgedeelten en wel Psalm 23 en de laatste 3 verzen van Mattheus 11, waarna hij voorging in dank- en smeekgebed.


De heer A. van Ancum van het Architectenbureau Van Ancum te Hilversum kreeg toen het woord voor de overdracht van het huis, dat naar zijn ontwerp en onder toezicht van zijn bureau gebouwd werd; hij dankte allen, die, op welke wijze en in welke kwaliteit dan ook, aan de bouw hun medewerking hadden verleend; hij loofde de prettige en deskundige samenwerking die er geweest was met de bouwcommissie en bood, namens zijn bureau, een drietal fleurige vlinders, aangebracht naast de ingang van de woningen van de drie grotere groepen, aan.
Als voorzitter van de bouwcommissie sprak de heer W. Mak er zijn blijdschap over uit, dat de heer Van Ancum, na diens ziekte weer in zoverre hersteld was, dat hij aanwezig kon zijn en de overdracht verrichten. Volgens de heer Mak was de bouwcommissie blij, indertijd in zee te zijn gegaan met de heer Van Ancum; de verwachtingen, die men koesterde, waren volledig vervuld en het resultaat bleek aller bewondering af te dwingen.
Prof. Velema aanvaardde, namens het bestuur, het nieuwe jeugdhuis; hij gaf het dadelijk daarop in gebruik aan de bewoners, namens wie de directrice het dankbaar aannam. Twee medewerksters verschenen daarop met een prachtig schilderstuk, dat ze, namens allen, die in de Stuw werken, aanboden.
Mevrouw Van Laar-Broeksma bood namens de Kerken van Utrecht-Centrum en-Zuid het vignet met de naam „De Stuw" aan, die aan de gevel van de recreatiezaal was aangebracht.

De Bond van Chr. Geref. Vrouwenverenigingen had in den lande een actie op touw gezet om ter gelegenheid van de in gebruik neming van het nieuwe huis iets aan te bieden; Mevrouw Van Schaik-de Bruyne voerde namens de bond het woord en ze behoefde het echt niet bij woorden te laten. Op leuke wijze bood ze achtereenvolgens 3 platenspelers met platenbonnen, drie radiotoestellen, een bandrecorder en 4 electronische orgels aan. Het was om stil van te worden.

Dr. W. van 't Spijker, predikant van Utrecht-Centrum ontpopte zich als een uitstekend organist: hij nam plaats achter het grootste orgel, dat in de recreatiezaal geplaatst zou worden, en gaf een korte orgelbespeling waarbij bleek, dat het een prima instrument was met een mooi geluid.
Enkele zusterorganisaties boden gelukwensen en geschenken aan, zoals een klok voor de bestuurskamer, een ping-pong-spel voor de kinderen, en een gift in geld. Al deze geschenken en de vele die reeds door diverse particulieren, verenigingen, het aannemersbedrijf, en anderen gegeven waren, werden in grote dank bij monde van de voorzitter, aanvaard.

Dr. Van Hiele van de Stichting Geestelijke Volksgezondheid te Hoogeveen, die in zijn functie meermalen contact had met ons huis, sprak lovende woorden en bracht de felicitatie over van genoemde Stichting.
Namens de Generale Synode, namens de commissie Kinderbescherming en namens de Kerk van Utrecht-Centrum werd het woord gevoerd door dr. Van 't Spijker.

Toen kreeg de Staatssecretaris, Mr. Grosheide, het woord; hij sprak zijn vreugde uit over de bouw van het nieuwe jeugdhuis, waarvan hij aannam, dat het in een behoefte zou voorzien. Hij sprak over de huidige, stormachtige ontwikkelingen in de Kinderbescherming en verklaarde aan het slot van zijn rede het Jeugdhuis „De Stuw" voor geopend.
Minister dr. C. Boertien, die in het verleden veel belangstelling toonde voor het kindertehuis en van wie het bestuur de nodige steun had ontvangen om tot nieuwbouw te komen, was helaas niet in de gelegenheid geweest tijdig aanwezig te zijn, maar hij had zich toch vrij kunnen maken om althans een deel van de openingsbijeenkomst bij te wonen.
De staatssecretaris, mr. Grosheide, de heer Hijlkema, en minister Boertien maakten toen, met het dagelijks bestuur en de directrice een rondgang door het huis; de verschillende gebouwen werden terdege bekeken. De autoriteiten bleken buitengewoon getroffen te zijn door de wijze waarop het complex tot stand gekomen was; ze roemden de praktische en gezellige inrichting alsmede de mooie afwerking. Bijzondere indruk had op hen ook gemaakt de werkelijk grootse wijze waarop het „Achterland", onze Kerken, de leden der Kerken en de verenigingen, zijn belangstelling en medeleven getoond had.
Ook de andere aanwezigen kregen ruimschoots gelegenheid het jeugdhuis goed te bekijken. In het hoofdgebouw werd een verversing aangeboden.
Het was een mooie, stijlvolle, bijeenkomst, waar ieder met voldoening op kan terugzien.

En nu is „De Stuw" dan volledig in gebruik; het gewone werk, dat uiteraard, ondanks alles, moest voortgaan, vraagt weer de volle aandacht van de directrice en allen, die haar terzijde staan. Het bestuur heeft nog de zorg voor de financiële afwikkeling en heeft ook overigens genoeg te doen, want er is in deze dynamische tijd, zoveel dat om bespreking, bezinning en beslissing vraagt.

We hopen, dat ons jeugdhuis, met zijn bijzondere aandacht en zorg vragende bevolking, alsmede onze vereniging voor Kinderbescherming, die zich immers ook bezig houdt met voogdijpupillen, die in pleeggezinnen, in gespecialiseerde huizen, of elders ondergebracht zijn, zich blijvend mogen verheugen in het gebed, de liefde, de belangstelling en de offervaardigheid van onze kerkmensen. „De Stuw" is iets om dankbaar voor te zijn, maar betekent evenzeer een opdracht, die we met Gods hulp zo goed mogelijk hopen te vervullen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1971

De Wekker | 8 Pagina's

Van weeshuis tot jeugdhuis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1971

De Wekker | 8 Pagina's