Dubbele straf voor moord op zwangere

Twee jaar geleden vertelde een jonge Zuid-Amerikaanse vrouw in de buurt van Milaan haar Italiaanse minnaar dat ze zwanger was. Bij de man, die als getrouwde man een dubbelleven leidde, sloegen de stoppen door. Hij pakte een ijzeren staaf en sloeg de vrouw "ik weet niet hoe vaak", zoals de verdachte later zou verklaren.

De vrouw overleed ter plaatse. De dader deed haar lichaam in een grote vuilniszak en transporteerde haar in de kofferbak van zijn auto naar een afgelegen plek in een kleine gemeente, 15 kilometer ten zuiden van Milaan.

Dat de man werd opgepakt, was geen verrassing. Hij had te veel sporen nagelaten.

De rechtszaak, waarin deze week uitspraak werd gedaan, kreeg wel een ongedacht staartje. De advocaten van de verdachten waren ervan uitgegaan dat hun cliënt door zijn medewerking aan justitie een lagere straf zou krijgen. Maar dat liep anders. De aanklagers eisten niet één maar twee gevangenisstraffen.

Justitie eiste 24 jaar cel wegens moord op de jonge vrouw en nog eens drie jaar cel voor de dood van de foetus. De dood van het ongeboren kind beschouwden de rechters als een "zelfstandig misdrijf." Zij betoogden dat "de verdachte als motief om een eind te maken aan beide levens de afbreking van de zwangerschap had."

Het motief van de man sprak ook uit andere informatie die uit het politieonderzoek naar voren was gekomen. Het was namelijk niet de eerste keer dat ze vertelde dat ze in verwachting was. Een halfjaar voor de moord was de Zuid-Amerikaanse vrouw (in het rechtbankverslag wordt haar precieze nationaliteit niet vermeld) ook al naar de man gekomen met het nieuws dat ze zwanger was. Toen liet zij, onder druk van haar Italiaanse vriend, abortus plegen. De man betaalde de kosten.

De abortus vond wel plaats na de uiterste grens van de derde maand van de zwangerschap, waardoor deze ingreep strafrechtelijk niet door de beugel kon.

De uitspraak van de Milanese rechters heeft belangrijke jurisprudentie geschapen. Die wordt ook nog eens onmiddellijk in een soortgelijke zaak gebruikt.

De officier van justitie van Venetië heeft op grond van de uitspraak van het Milanese hof beroep aangetekend tegen de vrijspraak voor een andere foetusmoord in 2006.

De vrouw was al in de negende maand van haar zwangerschap. In de Venetiaanse zaak voerde de verdediging aanvankelijk met succes aan dat de foetus na de dood van de moeder was overleden, hetgeen hun cliënt zou vrijpleiten. Maar het openbaar ministerie wil nu -met de Milanese uitspraak in de hand- aantonen dat de man wel degelijk een tweede persoon heeft gedood.

De aanklager meent dat ook een kind dat op het punt staat geboren te worden alle rechten van een geborene heeft. Volgens de aanklagers staat de gewelddadige dood van een levensvatbaar kind gelijk aan moord, omdat er de mogelijkheid zou zijn door een medische ingreep het kind in de baarmoeder te redden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen