Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Een kinderziel is rijke aarde om in te zaaien”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Een kinderziel is rijke aarde om in te zaaien”

5 minuten leestijd

VEENENDAAL. Na bijna zeventig jaar leek er een einde te komen aan zijn zondagsschoolwerk. Niet de gezondheid of zijn leeftijd speelden de 89-jarige Klaas de Kievid parten. De school waarin hij met de kinderen samen kwam, wilde hem niet langer op zondag toelaten. Op het laatste moment kwam er toch een onderkomen vrij, zodat de Veenendaler zondag weer Bijbelverhalen kan vertellen. „Dit is een wonder, gebedsverhoring.”

Ondanks zijn hoge leeftijd is De Kievid nog vitaal. Ook hoeft hij bijna geen enkele keer naar woorden te zoeken. Gebeurtenissen uit het heden en het verleden haalt hij vrijwel moeiteloos op. Toch kent ook hij zijn zorgen. Ongeveer 3,5 jaar geleden overleed zijn vrouw. Dat doet hem nog dagelijks veel verdriet.

Jarenlang was De Kievid sigarenmaker. Ook zette hij zich in als EHBO-instructeur. Met dat laatste is hij pas kortgeleden gestopt. Maar zijn hart ligt toch het meest bij het werk voor de zondagsschool. Zachtjes: „Ik hoop dit werk tot het einde van mijn leven te mogen doen.”

De Kievid begon in 1944 als 20-jarige bij de zondagsschool. Daarvoor zettee hij zich al in voor de knapenvereniging van de christelijke gereformeerde Bethelkerk, iets wat hij uiteindelijk zo’n 25 jaar zou doen. De voorzitter van de vereniging, van wie hij later de buurman zou worden, vroeg hem om ook bij de zondagsschool aan de slag te gaan. Ondanks de oorlog kon De Kievid zich vrij bewegen. „Ik werkte bij sigarenfabriek Ritmeester en ik had een ausweis. Ik weet niet waarom ik die had. Blijkbaar was ik onmisbaar.”

Zondagsschool Timotheüs in Veenendaal was interkerkelijk. Dat is altijd zo gebleven. De school ging uit van de hervormde, de gereformeerde en de christelijke gereformeerde kerk. Van alle drie de kerken zaten leden in het bestuur. „De onderlinge verhouding was goed.” Zelf had De Kievid tot zijn twaalfde jaar op zondagsschool gezeten. „Bij mijn afscheid kreeg ik een boekje met voorop de tekst: „Wentel uw weg op den Heere, en vertrouw op Hem; Hij zal het maken.” Dat is uitgekomen. Het heeft mij nooit aan iets ontbroken.”

In zijn beginjaren als meester van de zondagsschool was er armoede. „Met Kerst kregen kinderen altijd een boekje, snoep en een sinaasappel. In de oorlog haalden we appels in de Betuwe. Die poetsten we op en zo moesten appels doorgaan voor sinaasappels.”

In die tijd waren er nog meerdere afdelingen van de zondagsschool in Veenendaal. Die werden bezocht door in totaal zo’n 150 kinderen, terwijl er tegenwoordig slechts zo’n 25 komen. „We hadden met Kerst twee vieringen in verenigingsgebouw Eltheto, omdat niet alle kinderen en ouders er in konden. Beide keren zat het gebouw vol.” De zondagsschool werd bewust niet in kerkgebouwen gehouden, om het interkerkelijke karakter te benadrukken. Soms was het daarom zoeken naar een geschikte locatie. Een opmerkelijke plaats was een boerenstal in De Klomp. Goed afgeschermd van de dieren werd aan de kinderen een Bijbelverhaal verteld. „Achteraf zei de boer tegen ons: „Als we de kinderen hoorden zingen, zongen wij als gezin altijd mee.””

De Kievid ging ook regelmatig samen met een ander op zondagavond naar het Julianaziekenhuis, op de grens van Veenendaal en Rhenen. „De kinderbedden werden bij elkaar gezet op een zaal en wij hielden eenvoudige Bijbelse vertellingen. Soms vroegen kinderen of we de volgende week een bepaald verhaal wilden vertellen. Dat deden we dan ook.” De zusters waren ook blij met de komst van de zondagsschoolmeesters. „Zij hadden dan even rust.” De Kievid deelde er kleurplaten met Bijbelse voorstellingen uit.

De vertellingen in het ziekenhuis misten hun uitwerking niet. „Een kind van een jaar of tien van wie de ouders nergens aan deden, wilde een kinderbijbel. Die kreeg hij. Zijn ouders gingen later naar de kerk.”

Tegenwoordig houdt De Kievid het bij het ene uur op de zondagmiddag voor kinderen van 4 tot 12 jaar. „Ik vertel een Bijbelverhaal en stel daar vragen over.” Door goede antwoorden te geven, kunnen kinderen punten verdienen, die na verloop van tijd zijn in te wisselen tegen een boek.

De inwoner van Veenendaal voelt een grote verantwoordelijkheid voor wat hij meegeeft. „Kinderen geloven je. Ze zeggen: „De meester heeft het gezegd, dus het klopt.”” Sommige mensen zeggen dat hij vanwege zijn leeftijd maar moet stoppen. Doordat hij ook kleinkinderen heeft, kan hij zich naar eigen zeggen nog voldoende inleven in de denkwereld van de kinderen. Hij voelt zich aangemoedigd door het feit dat buurtkinderen regelmatig doordeweeks even bij hem langs komen. „Als de Heere dit werk op mijn weg heeft geplaatst, dan mag ik doorgaan. Een kinderziel is rijke aarde om in te zaaien. De Heere zal zelf de wasdom geven.”

De eerste jaren waarin De Kievid actief was in het zondagsschoolwerk, zat hij in diverse gebouwen. Daarna kwam hij zestig jaar met de groep samen in de Juliana van Stolbergschool. Een aantal weken geleden werd de school verbouwd. De Kievid kreeg vervolgens te horen dat hij niet meer terug zou mogen komen.

De zoektocht naar een nieuw onderkomen verliep moeizaam. „De zondagsschool wordt niet gesteund door een kerk, dus er is geen geld om huur te betalen.” Ondertussen wist de Veenendaler wel dat er een oplossing zou komen. „Op een middag las ik Psalm 32: „Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn.” Ik vroeg toen of de Heere uitkomst wilde geven.””

Het geduld werd op de proef gesteld, maar op een middag kwam een dochter van De Kievid met het verhaal dat het pand van het Leger des Heils aan de Fluiterstraat was verkocht en dat de nieuwe beheerders wel mensen wilden toelaten. „Ik ben er meteen heengegaan. De beheerder vertelde dat er huur moest worden betaald. Daar moest ik over nadenken, want dat geld was er niet.” De Kievid vertelde dat het slechts ging om een uurtje op de zondagmiddag, van halftwee tot halfdrie. De beheerder gaf vervolgens aan dat hij binnenkort wel zou melden wat er mogelijk was. „De volgende dag vertelde hij dat we gratis een deel van het gebouw konden gebruiken. Het is op Gods tijd allemaal goed gekomen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 17 februari 2014

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

„Een kinderziel is rijke aarde om in te zaaien”

Bekijk de hele uitgave van maandag 17 februari 2014

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's