Prof uit Ommen heeft klanten onder bouwvakkers en piloten

Na een "zwervend" handelsleven in de textiel besloten Harry Rohof en Erik de Bie in 1974 voor zichzelf te beginnen. In een boerderijtje in Dalfsen lagen de eerste 'overlevingspakken' onder de naaimachines.

De deel bood voldoende ruimte voor de productie. Directeur Rohof: "In die tijd was NS een van onze grote klanten. We maakten buitenkleding voor rangeerders. Soms kwamen de hoge heren van de Spoorwegen op bezoek. Stonden ze even raar te kijken: een boerderijtje. Dolle pret was dat".

Rood-beige jassen

Na een paar jaar werd het boerderijtje ingewisseld voor een pand in Meppel. In 1980 streek de beroepskledingfabrikant neer in Ommen.

Anno 1998 zijn in de Vechtstad alleen nog het magazijn en de ontwerpafdeling van Prof gevestigd. De productie geschiedt buiten de grenzen, in lagelonenlanden. Prof heeft in Polen een eigen bedrijf, alsook vijf loonconfectiebedrijven. Verder wordt in Portugal buitenkleding gemaakt. Intussen staan er bij Prof tweehonderd mensen op de loonlijst. Het gros van de werknemers is actief in het buitenland.

Prof, met een jaaromzet van ongeveer 20 miljoen gulden marktleider in Nederland, kent een klantenbestand van klinkende namen. Zo levert de fabrikant de bekende rood-beige jassen voor de postbodes van de PTT. Ook buitenwerkers van KPN Telecom hijsen zich in werkkleding van Prof. Verder vervaardigt de Ommense fabrikant de uitrusting voor ruim de helft van de brandweerkorpsen in Nederland.

Sinds jaren doet de fabrikant zaken met Defensie. De camouflagepakken van landmacht, luchtmacht en marine komen grotendeels bij Prof vandaan. "We krijgen regelmatig legermensen over de vloer. Praten over concepten, eisen en wensen. Kleuren ook. Voor militairen in de woestijn ontwikkel je "desert-kleuren", geel en bruin. En bij sneeuw past natuurlijk wit".

Exploderen

In alle gevallen moet de -prijzige- buitenkleding zonder meer een aantal jaren de tand des tijds kunnen doorstaan, luidt de filosofie van Prof. "Rommel maken we eenvoudigweg niet", zegt Rohof. Daarnaast moeten de pakken voldoen aan eisen die toegespitst zijn op de klant.

De directeur geeft voorbeelden. "Kleding die havenwerkers of mensen van Rijkswaterstaat dragen, dient waterdicht te zijn, onderkoeling tegen te gaan en drijfvermogen te hebben. Aan jacks van NS-rangeerders moeten niet te veel lusjes en haakjes zitten. Die mensen moeten natuurlijk nergens achter blijven haken".

Voor jassen voor reparateurs van hoogspanningsmasten gelden weer andere eisen. "Het is van belang dat die kleding antistatisch is en blijft, ook na drie wasbeurten. Iemand op een boorplatform of een reparateur van vliegtuigmotoren moet een overall dragen die brandwerend is, zodat-ie bij de eerste de beste scheut kerosine niet meteen explodeert".

Barre temperaturen

Voor bouwvakkers heeft Prof dit jaar speciale doorwerkkleding ontwikkeld. De naam van de kledinglijn, 365 Shield, duidt erop dat het 'pak' de drager alle dagen van het jaar beschermt. Voor de warme zomerdag is er bijvoorbeeld een speciaal antitranspiratieshirt, een doorwerkjas moet barre temperaturen weren. Tot tevredenheid van de Ommense bedrijf kreeg de 365 Shield-kleding dit najaar als eerste in Nederland het keurmerk van het Landelijke Advies- & Informatiecentrum Verletpreventie.

Voordat de eerste pakken de deur uitgingen, is er heel wat uurtjes geplust, gemind, gewikt en gewogen, legt directeur Rohof uit. "TNO heeft de spullen uitgebreid getest. Kinderziekten zijn eruit gehaald. Hier een duimstokzakje, daar een zakje voor de bouten en moeren".

Bij de ontwikkeling van speciale kleding voor bouwvakkers is onder meer samengewerkt met het Koningin Wilhelminafonds, een organisatie ter bestrijding van kanker. "Doordat bouwvakkers 's zomers vaak met hun blote rug in de brandende zon werken, lopen ze een verhoogd risico op huidkanker. Betere kleding moet dat tegengaan". Intussen zijn ruim vierduizend exemplaren van de kledinglijn aan de man gebracht. Een complee t overlevingspak, met bijvoorbeeld diverse broeken, kost rond de 1450 gulden.

Pilletjes

Het gros (90 procent) van Profs buitenkleding vindt zijn weg in Nederland. Ongeveer 5 procent is bestemd voor Duitsland, de rest gaat de oceaan over naar Canada, waar de buitenpakken vooral in gebruik zijn bij de petrochemische industrie.

Concurrentie krijgt de Ommense fabriek met name van buitenkledingproducenten in Duitsland en België. "De strijd is weliswaar fel, maar we kunnen goed rondkomen. Wel is het noodzakelijk het handwerk meer en meer in lagelonenlanden te laten verrichten. Hier in Ommen leggen we ons steeds meer toe op specialisatie en ontwikkeling. Het handwerk gaat naar het buitenland. Die tendens zie je overal om je heen".

Hoewel Prof doorgaans massapartijen levert, maakt het bedrijf soms ook kleding op maat. Begin dit jaar heeft het Ommense bedrijf een Albatross-fabriek in het Friese Grou overgenomen waar maatpakken voor F-16-piloten worden genaaid.

Als klanten om extreme maten vragen, zegt Prof geen nee, aldus Rohof. "Ook in het leger lopen mensen rond van 1,65 meter lang, 1,60 meter omvang, dat soort maten. Daar zorgen we dan voor".

Een enkel keertje hangt een particulier aan de lijn met bijzondere kledingwensen. "Zo belde pas een Nederlandse arts die actief is in Bosnië. De man liep rond te stuiven met een medicijnentas. Of wij een geschikte jas konden leveren. Hebben we gedaan. Zakje hier, zakje daar. Nu heeft-ie zijn handen vrij. Z'n jas is volgestopt met pilletjes en flesjes jodium".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen