Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen”

21 minuten leestijd Arcering uitzetten

Donderdagavond 14 april zal nog lang in ons geheugen gegrift blijven: we hadden toen in Barendrecht een vraaggesprek met dominee J. Mijnders, emeritus-predikant van onze gemeenten. Het onderwerp was de verwachting van de wederkomst van de Heere Jezus. Ingrijpende vragen, eerlijke en ernstige antwoorden, 't Gaat ons allen aan. Want eenmaal komt Hij als Rechter van 't heelal. Waar zullen wij dan staan? Toch kunnen we nog dichterbij blijven, want de beslissing over eeuwig wel en eeuwig wee valt niet bij de wederkomst alleen. Als wij de wederkomst niet levend zullen meemaken, valt bij jouw en mijn sterven de beslissing over onz.e eeuwige bestemming. Denk je daar wel eens aan ? Bij onze dood is de genadetijd ten einde. En ben jij dan bereid? Mag jij ook wel eens uitzien naar die grote Dag? Of zie je hem met grote verschrikking tegemoet? Haast je om geborgen te mogen zijn in Hem, Die nu nog Redder wil zijn van verloren zondaren! Zo jij Zijn stem dan heden hoort, gelooft Zijn heil-en troostrijk Woord, verhard je niet, maar laat je leiden. Neem en lees deze vragen en antwoorden en bid om vervulling van hetgeen de Heere al de Zijnen toezegt!

Dominee, hoe zou het komen dat er (behalve over de zeven brieven aan Klein-Azië) zo weinig gepreekt wordt uit het boek 'De Openbaring van Johannes' ?

Wanneer het gaat over het preken uit het boek De Openbaring van Johannes, behalve over de zeven brieven aan Klein-Azië. dan denk ik aan hetgeen we lezen in 2 Petrus 3:16. waar hij spreekt over sommige dingen, zwaar om te verstaan (zie

Kanttekeningen). Calvijn heeft van alle boeken van het Oude als ook Nieuwe Testament verklaringen geschreven, alleen een toelichting op het laatste bijbelboek ontbreekt. Durham 'beleed eerst na lange aarzeling en voorbereiding, vrijmoedigheid le hebben verkregen zijn beschouwingen over de visioenen van Patmos (e schrijven'. Als E. van Meer zijn 'Alpha en Omega' schrijft, doel hij aan het begin een liefdevolle en ernstige oproep aan de gemeente om hem voortdurend in de voorbede op te dragen in verband met deze zware arbeid. I let Griekse woord 'Apocalypse' betekent 'hei deksel er afnemen' en dat spreekt ook al voor zichzelf. Wat de zeven brieven aan Klein-Azië betreft, de inhoud van deze brieven geldt voor alle eeuwen. Wanneer de vraag gesteld wordt hoe dc Kerk zich gedraagt na Paasmorgen, dan vinden wc er in dc zeven brieven een kort antwoord op. Deze brieven spreken van vreselijke oordelen en rijke beloften. Die rijke beloften vinden we onder andere aan het eind van elke brief: Die overwint. Ik zal hem geven een witte keursteen, en op de keursteen een nieuwe naam geschreven: ie overwint, die zal bekleed worden met witte klederen en andere. Vele profetische voorzeggingen in de Openbaring zijn natuurlijk niet zo eenvoudig. Als u zegl dat er weinig over gepreek) wordl, kan ik dit moeilijk zeggen, toch wil ik wel enkele teksten noemen waar ik over gepreekt heb: oofdstuk 1 : 17 en 1 : 18: e zeven brieven uit hoofdstuk 2 en 3 heb ik behandeld; 5:1-5 het verzegelde boek:7:17 het Lam in het midden van de troon:8 : 1 - 5 de gebeden aller heiligen; 10:6 geen tijd meer; 14:3 een nieuw lied:14 : 13 zalig zijn de doden:20 : 11:20 : 15; 21 : 6; 21 : 22 - 27 het Lam zal de tempel zijn; 22 : 17 dc Geest en dc bruid zeggen: Kom'. Voor de +16 in Veenendaal heb ik in hel kort dc Openbaring van Johannes uitgewerkt. Het boek van Bavinck: En voort wentelen de eeuwen'(Gedachten over de openbaring van Johannes), zit

helemaal vol met streepjes, dat heb ik van boven tot beneden en van voor tot achter doorgewerkt. Ik denk hier tevens aan bovengenoemde werken. De Heere heeft mij veel lust gegeven om ook dit moeilijke bijbelboek te bestuderen.

Met groot verlangen?

In artikel 37 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis schrijft Gitido de Bres: 'Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus, onze Heere'. 400 jaar geleden zag Guido de Bres al uit naar de wederkomst. Hoe komt het dat iemand daar heel verlangend naar uit kan zien ?

De oorzaak van dit verlangen vloeit altijd voort uit de tere Godsvreze. Wanneer Paulus schrijft over de christelijke volkomenheid en het uitzien naar die grote dag, dan schrijft hij: Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten (Filippensen 3 : 20 en 21)'. Hij ontvangt daar tevens een gelovig gezicht op wat dc Kerk eenmaal staat te wachten. Paulus schrijft ook in Romeinen 8:18 'dat het lijden van deze tegenwoordige tijd niet is te waarderen tegen dc heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden.' Daar heb je ook het uitzien naar die grote dag.

Paulus heeft niet alleen naar de wederkomst van Christus, maar ook naar zijn dood verlangd. Wat is nu het verschil tussen het uitzien naar de dood en het uitzien naar de wederkomst ?

Het uitzien naar zijn sterven beschrijft Paulus aan de gemeente van Filippi: Hebbende begeerte, om ontbonden te worden en met Christus te zijn (Fillippezen 1 : 21). Daar gaat het in de eerste plaats over een afleggen van ccn lichaam der zonde cn des doods. Dat is het zwaarste kruis dat Paulus daar meedraagt. In Romeinen 7 beschrijft hij de strijd die ook hij moet strijden. Daar zegt hij: 'Ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen dc wet mijns gemoeds en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is. Ik. ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? ' (vers 23). Als dit leef), zal ook zeker leven het uitzien naar de komst van Christus. Vandaar dat hij hier op laat volgen: Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere. Die grote dag zal uiteindelijk de Kroningsdag zijn van de Kerk. Hoe meer en nauwer Gods volk aan de hemel verbonden mag zijn: oe sterker het lichaam der zonde en des doods knelt, des te sterker wordt ook het uitzien naar die grote dag. Met verlangen naar het een, is niet los te maken van het verlangen naar het ander. Het is geen vrucht van het nieuwe leven. wanneer we ons in een wereld waar de vloek der zonde op rust, nog zo goed thuis voelen. Wij staan wel midden in de wereld. Maar het moet zijn zoals Jezus zegt: In de wereld, maar niet van de wereld'.

De vervulling van die grote dag houdt ook in: de dag der wrake onzes Gods' (Jesaja 61 : 2). De kanttekeningen zeggen daarbij: dat is de dag die God verordineerd of bestemd heeft in welke Hij alle gelovigen, onboetvaardigen en vijanden van Zijn Kerk. mitsgaders de duivel in de eeuwige verdoemenis zal werpen'. Ik denk ook aan Openbaring 6 : 9 en 10, daar gaat het over de zielen onder het altaar die roepen: Hoelang oordeelt cn wreekt Gij ons bloed niet van degenen, die op dc aarde wonen? ' Dit is een heilig verlangen, als het door het geloof leeft, dat alle vijanden onder zijn voeten gelegd zullen worden.

De invloed van de omstandigheden

Paulus zat in de gevangenis en Guido de Bres leefde in een moeilijke tijd. Kwam het uitzien naar de wederkomst van Christus bij Paulus en Guido de Bres ook niet op uit de ellendige omstandigheden waarin zij verkeerden?

We mogen de uiterlijke

omstandigheden niet vergeten. Guido de Bres heeft zijn confessie geschreven in een tijd van bloed en tranen. Daar gaat het niel buitenom, maar het direkte gelovige uilzien komt niel op uil de ellende die meegemaakt wordt. Ik denk hier aan de laatste wereldoorlog, toen ik in verband met het weigeren van zondagsarbeid en het zogenaamde beledigen van de Duitse slaat, in de gevangenis en het koncentratiekamp terecht kwam. Dal hierdoor het uitzien naar die grote dag sterker wordt, is geen vanzeil'sheid. De Heere kan en wil echter in het leven van Zijn volk vaak zulke wegen gebruiken. Wanneer Hij gelijk als in het leven van Guido de Bres, het geloof versterkte, en men houvast mag krijgen aan Hem, Die beloofd heeft in Jesaja 54 : 17: Alle instrument, dat tegen u bereid wordt, zal niet gelukken', dan kan zulk een gevangenschap wel eens oorzaak zijn om met een heilig verlangen uit te zien naar die grote dag. om ten volle te genieten de volkomen vervulling van dc beloften Gods, in Jezus Christus onze Heere'. Dan kan Guido de Bres vanuit dc gevangenis aan zijn vrouw schrijven: ik ben blijde, ja mijn hart is vrolijk: aar ontbreekt mij niets temidden mijner drocfenissen. Ik ben vervuld met de overvloed der rijkdommen van mijn God' (Lees dc brieven van Guido dc Bres). Dan horen we Paulus in de gevangenis roemen: Want het leven is mij Christus, en het sterven is mij gewin'. Dan zijn er ook tijdens mijn gevangenschap ogenblikken geweest, dal de begeerte naar die grote dag sterker was, dan uil deze zeer moeilijke omstandigheden verlost tc worden.

De prediking

Hoe rust u de gemeenten toe in het licht van de uitspraak in onze Nederlandse Geloofdhelijdenis: 'verw•ach - tende die dag met groot verlangen? '

Altijd moet helder in de prediking doorklinken: de noodzakelijkheid, mogelijkheid, zekerheid, maar ook de wijze van de waarachtige bekering (zondag 33). Er moet op gewezen worden dat eenmaal het onderscheid gezien zal worden tussen degene die God dient en die Hem niel dient. Aan het gelovig verwachten van die dag is altijd verbonden dat er in het persoonlijk leven iets geleerd is van de inhoud van Psalm 130: 'Uit de diepten roep ik tot U, o God'. In deze Psalm kan de dichter ziende op zijn ongerechtigheid niet anders verwachten dan de eeuwige rampzaligheid. Deze Psalm gaal echter wel verder, het blijft geen uit de diepten roepen. Dus het toerusten moet altijd gepaard gaan met de oproep: 'Waakt', de oproep van de waarachtige bekering en: 'Wandelt als kinderen des lichts' en 'Laat uw licht alzo schijnen voor dc mensen dat zij uw goede werken mogen zien'.

Bezig zijn met de toekomst des Heeren. dai gel dl de Kerk. maar de Kerk is hier een strijdende kerk. Is dan denken over de toekomst, handelen in verhand met de toekomst, in strijd met Gods Woord? Of zit er juist een christelijke opdracht in?

Het gaat erom hoe wc aan dc toekomst denken. Waar zijn onze toekomstplannen op gericht? We mogen niet alleen, maar wc moeten ook aangaande dc toekomst doen wat onze hand vindt om te doen. De luiaard wordt door de Hccre niet geprezen. We moeten alles doen in hel levende besef: 'Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid' en dat wij zonder Hem niets kunnen doen. Helaas zil het grotere schuren bouwen met dc rijke man in ons bloed. In het 'bid en werk' ontmoeten wij de meest noodzakelijke, maar ook christelijke opdracht. Het oprechte bezig zi jn mei de toekomst des Heeren. zal ten alle tijde gepaard moeten gaan met het oprechte bezig zijn met onze afkomst, die ligl in hei verloren paradijs.

De tekenen der tijden

Dominee, als u om u heen kijkt en let op de 'tekenen der tijden'. denkt u dan dat het nog lang duurt voordat de Heere Jezus wederkomt om te oordelen de levenden en de doden? De tijd van Jezus' wederkomst wordt nergens duidelijker aangegeven dan in Maltheiis 24 : 36 waar staat: Doch van die dag en die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen.' Bij de I Ieere zijn duizend jaren als één dag, maar de Heere heeft een duidelijk, liefdevol waarschuwend woord daaraan verbonden: enk aan de vijgeboom wanneer de takken teder worden (Markus 13 : 28). De Heere heeft duidelijk gewezen op de tekenen der tijd, waaraan wij helaas, als God liet niet verhoedt, erg mee vertrouwd raken. Aardbevingen, pestilenliën (t.b.c. en aids), denk ook aan Mattheüs 24 : 38 de dagen voor de zondvloed. Ik denk ook aan de godsverlating, dc godsverzaking, hei spotten met God en Zijn Woord. Dc bronnen zijn eigenlijk uitgeput waar de mens stof uit haalt om mee te spotten en nu is Gods Woord aan de beurt. Denk aan de filmen die gemaakt worden cn de reklame. Ik ben ervan overtuigd dal dit mede een sterk teken is van dc toekomst des Heeren. maar nogmaals wie zal die tijd bepalen?

De Heere geeft ook een ernstige vermaning tot waakzaamheid, opdat de dief niet onverhoeds kome.

We zien aan de tekenen der tijden dat Hij wederkom! op de wolken des hemels. Is er verschil tussen of wij die komst afwachten of verwachten ? Afwachten is lijdelijk wachten totdat..., dit heeft vaak een toon van onverschilligheid, nonchalantheid, ongelovigheid. De getuigen van de arkbouw hebben ook afgewacht, totdat de zondvloed kwam.

Wat verwachten betreft: er kan zowel een gelovig als een ongelovig verwachten zijn. Hoevclen zullen verwachten, net zoals dc dwaze maagden, zonder dal er enige grond voor is, dat ze eenmaal de hemel in zullen gaan. De dwaze maagden hebben het ook verwacht, die hebben niel afgewacht.

Hoevelen zullen er zijn die verwachten op grond van Doop, belijdenis, Heilig Avondmaal.

Hoe moeten we Zijn komst verwachten?

Het verwachten als vrucht van de waarachtige bekering openbaart zich op verschillende wegen. Als God de mens aan zichzelf ontdekt, dan komt hij aan dc weel een overtreder van de wet te zijn. Hij komt aan de weet wat het is zondaar te zijn. Dan kan hij niet anders verwachten dan dat de Heere Zijn hand van zo'n mens aftrekt. Maar cr is ook een gelovig verwachten zoals staat in Psalm 25 : 3 'Allen, die U verwachten, zullen niet beschaamd worden'. Zulk verwachten komt niet op uit het natuurlijk hart, maar uit zich bij lijden in hetgeen Petrus schrijft in 2 Petrus 3 : 13: Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont'.

Onvervulde beloften?

Zijn er nog beloften in de Bijbel voor Gods Kerk die nog vervuld moeten worden?

Ja, die zijn cr zeker, ik denk bijvoorbeeld aan Jesaja 54, daar gaat het over de toekomst van Sion. Denk ook aan Johannes 14 : 3: cn zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn cn u plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben'. Zo zijn cr veel teksten te noemen die gaan over het sterven van Gods volk, over de wederkomst en over het eeuwige leven, zoals: esaja 65 : 17: omeinen 8 : 11; 1 Korinthe 5 : 1, 2; I Thessalonicensen 4 : 13 - 18; Hebreeën 4 : 9; 1 Johannes 3 : 2; Openbaring 7 : 9 - 17. Dit zijn allemaal beloften die nog vervuld moeten worden, nu gaat het cr om of wij straks deelgenoot mogen zijn van die vervulling.

Wat is de toekomstverwachting voor de Kerk in haar geheel? Ik wil wijzen op Zondag 22 waar gevraagd wordt: 'Wal troost u dc opstanding des vleses en het eeuwige leven? 1 . Het is een helder antwoord dat daar gegeven wordt. De toekomstverwachting is ook het heilige heimwee van de Bruidegom naar Zijn bruid (ik heb weieens in een preek gezegd: 'de Bruidegom ziet meer uit naar de komst van de bruid, dan de bruid uitziet naar de komst van dc Bruidegom'), maar ook het innige verlangen van de bruid naar de Bruidegom. Dat zal dan ten volle vervuld worden. De Kerk gaat een goede lockomst tegemoet.

Somber?

Nu zijn er mensen die wat betreft de toekomst hier op aarde heel somber gestemd zijn, zeker als het gaat om het werk van de Heilige Geest. Je hoort wel zeggen dat de Heere Zijn hand zo stil houdt en dat de Geest Zich terugtrekt. Wat is uw ervaring daarin?

Het somber gestemd zi jn als het gaat over het werk van de Heilige Geest is geen vrucht van het nieuwe leven. Gods Woord geeft daar geen ruimte voor. Gelukkig zijn er ogenblikken in het leven van Gods volk dat zij vast mogen geloven dat het welbehagen des Heeren door Christus' hand gclukkiglijk voort zal gaan. We geloven zeker dat de Hccrc Zijn Woord waar zal maken ook in deze lijd van vervlakking en geesteloosheid. In Jesaja 44 : 3 staat daarover: Ik zal Mijn Geesl op uw zaad gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen".

Wanneer ik echter 50, 60 jaar terug ga. moet ik zonder tc idealiseren, toch zeggen dat deze uitdrukking niet geheel zonder grond is. Ik denk bijvoorbeeld aan de gezelschappen (Dordrecht, Rijssen), daar hoorde je wat God per dag deed in het leven van de Kerk. Helaas worden dc oefeningen van het geloof en de persoonlijke toepassing van wat we onder andere lezen in het Hooglied slecds spaarzamer. Zo valt het mij ook op dat er nog wel gesproken wordt over de versterking van het geloof door middel van het Heilig Avondmaal, maar als het gaat over dc versterking van het geloof door middel van de Doop dat dan de wagen vaak stil staat. Laten we niet vergeten wat Jezus ons Zelf voorhoudt in Lukas 18:8: Doch dc Zoon des mensen, als I lij komt. zal Hij ook geloof vinden op de aarde? ' (zie Kanttekeningen).

Kan nu een christen nog leven in zo'n samenleving, waar het beest heerschappij voert?

In Openbaring wordt gesproken over het beest dat uit de zee opkomt, maar ook over het beest dat uit de aarde opkomt. Met het beest dat uit de aarde opkomt, wordt cie antichrist bedoeld (zie kanttekeningen bij Openbaring 13 : 11 - 18)7 Dit cpkomen uil de aarde wijst op

hei missen van alle hemelse gezindheid. Hel isde valse pro ïelie (Openbaring 16 13) waar de massa zich gew illig door laai leiden en verleiden. Voor een christen, in de ware zin des woords. zal hel een bange lijd zijn. Ken lijd waarin men niet meer kan kopen en verkopen, w aar de valse profeten onbeperkt schijnen ie heersen, maar waar toch, ondanks alles, het Lam zal triomferen. Johannes hoort weer een stem uit de hernel en krijgt de opdracht te schrijven: Zalig zijn de doden die in de Heere sterven van nu aan' (14 : 13). Wat een gelukkig volk dat op dit zendstation is afgestemd. Om in de Heere le sterven moet er in dit leven een leven zijn uit de Heere.

Welke verwachtingen hebt u voor ome gemeenten, mede in het licht van het predikantenaantal?

Het is heel moeilijk om daar een antwoord op te geven. Wie kan er in de toekomst kijken. Maar mijn hartelijke wens, gezien mijn innige verbondenheid aan onze gemeenten, is of dc Heere gedurig waken wil over onze gemeenten, zodat het Woord recht gepreekt mag worden, de sakramenten zuiver bediend mogen worden en dc tucht gehandhaafd mag worden,

In veel gemeenten wordt het belangrijke ambt van herder en leraar gemist. Zou dat een reden kunnen zijn, da! mensen moedeloos worden en is dat terecht?

Wat het missen van een predikant betreft, hopen we van harte dat de diepe betekenis van dit 'missen' een aangebonden leven aan Gods genadetroon geeft cn tevens een vurig gebed voor ons curatorium. Hel treft mij weleens dat er rondom de tijd van het verlenen van een attest door kerkeraden en het onderzoek door ons curatorium veel over het predikantentekort gesproken wordt en dat dit helaas weer wegebt als het achter de rug is. Ook hier geldt weer, dat moedeloos worden geen houding is, die vrucht is van Gods Geest.

De Heere prijst Elia niet als hij van moedeloosheid onder de jeneverboom ligt. We mogen ook niet vergeten wat we nog hebben namelijk:51 predikanten. Daarnaast geldt echter ook wat dc Heere Jezus zegt in Lukas 10:2: De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinige; daarom, bidt de Heere des oogstes, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote'. Ik denk ook aan wat staat in Mattheüs 9 : 36: En Hij, de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk schapen, die geen herder hebben'. Wat gaan wij er dan vaak slordig mee om. Het is niet dc bedoeling van de Heere dat een gemeente iedere week een andere dominee heeft, maar dal iedere gemeente een eigen herder, pastor, heeft.

De nieuwe hemel en de nieuwe aarde

Er is verschil van mening over het voorbijgaan van de eerste hemel en de eerste aarde. Is er sprake van een nieuwe schepping of van een vernieuwing?

In Mattheüs 24 : 35 staaf. 'Dc hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan'. Hier wordt dus gesproken over het voorbijgaan van hemel en aarde. In 2 Petrus 3:13 lezen we: Maar wij verwachten naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont'. De kanttekeningen zeggen hierover: of van een nieuwe substantie en wezen, of met nieuwe hoedanigheden versierd'. In Jesaja 65 : 17 staat: Want ziet, Ik schep nieuwe hemelen cn een nieuwe aarde; en dc vorige dingen zullen niet meer gedacht worden, en zullen in het hart niet opkomen'. Hierbij is in de kanttekeningen te lezen: Ik zal alles in Christus vernieuwen, alsof Ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde schiep'. Er is verschil van mening over, maar de meesten zijn van oordeel dat we bij de schepping van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde niet moeten denken aan een vemie-

tiging van dc vorige hemel cn aarde, maar ccn wezenlijke vernieuwing. Er zal een volkomen herstel zijn van dc schepping en deze zal zijn zoals die was voor dc zondeval.

Ktinnen we in dit leven weten of we een bewoner zullen mogen zijn van die nieuwe hemel en die nieuwe aarde?

Dit moeten we weten! Ik denk hier aan hetgeen ds. Kersten schrijft: Geen mens heeft recht onbekeerd te zijn'. Petrus schrijft in 2 Petrus 1 : 10: Bcnaarslig u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken'. Ik denk hier aan de inhoud van zondag 7, als ook zondag 23 van onze I Ieidelberger Catechismus. Is de Heere vrij in de bedeling van Zijn genade, dc vrucht hiervan zal ten alle tijde moeten zijn de toepassing en heilige wetenschap, het 'jagen', zoals Paulus zegt, naar hetgeen we Ic/.cn van Job: Want ik weet, mijn Verlosser leeft' cn wat we lezen in Romeinen 8 : 35: Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? ' Leert Gods Woord en de praktijd der godzaligheid dat er standen in het genadeleven zijn. dat neemt niet weg, dat in dc minste gcloofsoefening, zekerheid ligt. Deze vraag door u gesteld is wel kort van inhoud, maar de beleving hiervan geeft een overvloed van stof, en eist een persoonlijke beleving.

Hoe koml het dat er zo veel mensen zijn die niet in een hemel of hel geloven?

Dat komt door de vreselijke zondeval. De natuurlijke mens verstaat niet wat hemel of hel inhoudt. Men spreekt wel over hemel of hel, maar in het wezen van de zaak is het zelfs zo dat de hemel niet verkwikt en de hel niet verschrikt.

In hoeverre moet nu de realiteit van de hel doorklinken in de prediking en bijvoorbeeld in een evangelisatietoespraak?

De werkelijkheid van wat de mens te wachten staat als hij zich niet bekeert, moet in de prediking doorklinken, ook in ccn evangelisatietoespraak. Dc Heere Jezus wijst er zelf ook duidelijk op (Markus 9 : 38 tot het eind), hel is de plaats waar 'hun worm niet sterft cn het vuur niet uitgeblust wordt'. Hij zegt ook in Mattheüs 11 : 20 - 24 over Kapcmaüm: die tot de hemel toe zijt verhoogd, gij zult tol dc hel toe nedergestolen worden'. Wij moeten niet soepeler zijn dan de Heere Jezus, maar ik zeg er wel dit bij: et onder de aandacht brengen hiervan en het vermanen hierin zal altijd uit ccn hart vol liefde op moeten komen. Er moet niet maar even geschermd worden met hel en verdoemenis. Dil zal niet gebeuren als de eer van de Heere op dc voorgrond staat en het heil van dc zondaar op het hart gebonden is.

Waartoe leidt, als het goed is, hel denken over de eeuwige dingen?

Als het denken staat in het teken van Psalm 94 : 19 (Als mijn gedachten binnen in mij vermenigvuldigd werden, hebben Uw vertroostingen mijn ziel verkwikt), leidl dil altijd tot eer van dc Heere. tot losmaking van de aarde cn tot vertroosting van de ziel. Wanneer God een mens bekeert, worden zijn gedachten in beslag genomen door dc eeuwige dingen. Dat wil nog niet zeggen dat zo iemand direkt mag komen tot het gelovige 'mijnen'. God is ccn God van orde en maakt altijd plaats voor zijn eigen werk. Het in waarheid denken aan dc I Iccrc vloeit altijd voort uit het denken van de Heere aan Zijn volk.

Uitzien?

Dominee, een heel persoonlijke vraag: 'Is er in uw leven een uilzien naai" de dag dat Christus zal wederkomen op de wolken? '

Meen niet dat het in het leven van een dominee, van Gods volk altijd een vanzelfsheid is om dat heldere uitzien te hebben. Het zou wel zo moeten zijn. De klacht 'hoe kleeft mijn ziel aan 't stof' is niemand van Gods kinderen vreemd. Dc strijd tussen vlees en geest is vaak van die aard dat ook van mij moet worden gezegd: 'maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds cn mij gevangen neemt onder dc wet der zonde, die in mijn leden is. Ik, ellendig mens...'. Dat woordje 'ellende' verliest nooit zijn kracht. Maar, ik zou de eer en de onbevattelijke zondaarsliefde van mijn Koning lekort doen als ik zou ontkennen nooit te mogen getuigen: 'Ik dank God door Jezus Christus onze Heere', want dat laat Paulus cr ook op volgen. Door deze weg mocht Guido de Bres, mocht dc apostel, maar mag ook de arme cn nooddruftige weieens komen tot hetgeen waar het artikel mee eindigt: 'Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen om ten volle te genieten dc beloften Gods, in Jezus Christus, onze Heere'.

Mijn hartelijke wens en bede is of de Heere onder ons, in de harten van jong en oud zou willen bevestigen wat de I Ieidelberger antwoordt in Zondag 21 vraag 54: 'Wat gelooft gij van de heilige, algemene, christelijke Kerk? Dat dc Zone Gods uit het ganse menselijk geslacht... en dal ik daarvan een levend lidmaat ben en eeuwig zal blijven'.

B.S. van Groningen

J. Verloop-Hasselaar

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 1994

Daniel | 35 Pagina's

„Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen”

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 1994

Daniel | 35 Pagina's