Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerstnachtdiensten: Wat hebben we er op tegen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerstnachtdiensten: Wat hebben we er op tegen?

6 minuten leestijd

Het Is In vele plaatsen gebruikelijk om In de nacht van S4 op 25 december een zogpenaamde kerstnachtdienst te houden. Soms Is dit Inderdaad een dienst rond het mlddernachtel^k uur — soms tussen 10 en 11 uur aan de vooravond van kerstfeest.

Het Is In vele plaatsen gebruikelijk om In de nacht van S4 op 25 december een zogpenaamde kerstnachtdienst te houden. Soms Is dit Inderdaad een dienst rond het mlddernachtel^k uur — soms tussen 10 en 11 uur aan de vooravond van kerstfeest.

Argrumenten pro

Eerst willen we trachten na te gaan welke motieven de voorstanders van kerstnachtdiensten zouden kuhnen bewegen. Een zestal wordt hieronder genoemd:

• De eerste kerstnachtdienst is gehouden boven de velden van Efratha. Daar hebben de engelen gezongen en is aan de herders het kerstevangelie verkondigd. (Luc. 2:8-15).

• Het heilsfeit van Christus' geboorte vond plaats in de nacht. Zoals we de opstanding des Heeren gedenken op de zondagmorgen, zo gedenken we Zijn geboorte in de kerstnacht. De herders hebben toch ook in de nacht het geboren Kind aanbeden?

• Ligt er niet een diepe symboliek in juist in de nacht het kerstfeest te vieren? Is niet in het holst van de nacht het Licht dezer wereld reddend verschenen?

• Een evangelisatorisch motief. Met de kerstnaohtdienst kan een groep mensen worden bereikt, die anders zelden of nooit in de kerk komt. Deze dienst spreekt blijkbaar nog tot hun verbeelding. Zo komen ze dan toch nog met het kerstevangelie in aanraking.

• Een oecumenisch motief. Het blijkt dat allerlei kerken die het hele jaar door gescheiden optrekken elkaar in zo'n kerstnachtdienst kunnen vinden. De verdeeldheid is erg genoeg. Laten we blij zijn dat althans rond de Kerst de oecumene enige gestalte kan krijgen. 9 Geef toch ieder zijn zin. Sommigen gaan liever 's nachts naar de kerk om het kerstfeest te vieren, anderen geven meec de voorkeur aan de dienst 's morgens. Wat maakt het uit? Zou de apostel Paulus in zo'n geval niet gezegd hebben: als Christus maar wordt verkondigdl (Fil. 1:18).

Het eerstgenoemde argument kan moeilijk serieus genomen worden. Het gaat niet adn dat unieke wat boven Efratha's velden gebeurd is, te vergelijken met een kerstnachtdienst. Bovendien is het historisch na te gaan waar de feitelijke oorsprong van de kerstnachtdienst ligt. Die oorsprong ligt namelijk in Romel Het gebruik is daar opgekomen en later is het tot een vaste ritus geworden dat de paus achter elkaar drie missen opdroeg in drie verschillende statiekerken — dat waren dan de kerstmissen (van: Christus-missen) achtereenvolgens de nachtmis, de dageraadsmis en de dagmis. De roomse nachtmis en de protestantse kerstnachtdienst hebben hier hun gemeenschappelijke stamvader. We weten allemaal dat er rond het kerstfeest allerlei heidense gebruiken worden gehandhaafd tot in kerkelijke kringen toe. Dëiamaast is er de enorme zuigkracht van de commercie en de sluier van de romantiek die een werkelijk verstaan van het kerstfeest zeer bemoeilijken. Hier blijkt nog altijd de schaduwzijde van de beslissing die rond het jaar 330 te Rome genomen is om het feest van Christus' geboorte te vieren op 25 december — de datum van het oud romeinse zonnewendefeest ter ere van Sol Invictus (de onoverwinnelijke zon). De bedoeling was wel goed: dat heidense feest te vervangen door de viering van de komst van de Heiland als het Licht der wereld. Maar in de praktijk bleven allerlei heidense voorstellingen nawerken — wat in onze eigen lage landen bij de zee nog versterkt werd door de reminiscenties van het germaanse midwinterfeest, het feest van de levensvernieuwing, waarbij het ondermeer gebruikelijk was grote vuren aan te steken in de nacht. (Vergelijk de „kerstbomen") Zo is dus rond het kerstfeest meer dan bij enige andere Christelijke feestdag het gevaar aanwezig dat we door allerlei bijkomstigheden en ook wezensvreemde elementen van de kern worden afgeleid — déze kern: dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken (1 Tim. 1:15).

Calvin

Het houden van een bijzondere kerstnachtdienst geeft voedsel aan een verromantisering van het heilsfeit van Christus' geboorte tot een aandoenlijk sprookje van licht in de koude winternacht. Een stuk calvinistische nuchterheid kan ons voor dergelijke ontsporingen behoeden. Van Calvijn is bekend dat hij op 26 december rustig verder ging met het behandelen van vervolgstof uit het Oude Testament, terwijl ook de Nadere Reformatje kritische geluiden heeft laten horen ten aanzien van een te grote verzelfstandiging van de „christelijke feestdagen" naast de wekelijkse rustdag. Het meest bekende en ook het meest uitgesproken voorbeeld van deze kritiek is de houding van de predikant van Sluis, Jacobus Koelman. Aan het bovengenoemde hoofdbezwaar wil ik nog enkele andere kritische notities toevoegen. Is het niet te betreuren dat de gemeente op deze wijze wordt opgesplitst? Een gedeelte gaat 's nachts, een gedeelte gaat 's morgens (en dan ook weer 's avonds) naar de kerk. Dit zal ook vaak een categorale opsplitsing zijn: in de kerstnachtdienst misschien meer randkerkelijken, meer jeugd, meer „progressieve" gemeenteleden? Zo'n opsplitsing is nooit bevorderlijk voor het gemeenteleven — dus ook rond kerstfeest niet.

• Kan de oecumenische verbroedering in de kerstnachtdienst wel zo positief gewaardeerd worden? Wanneer de pastoor de kansel van de reformatorische kerk mag beklimmen, doet de kerstnachtdienst blijkbaar een flinke stap terug naar zijn eigen oorsprong, de roomse nachtmis. Trouwens bij het juichen over de „oecumenische herkenning" wordt vaak vergeten hoe daarmee gepaard gaat de vervreemding van dat deel van de gemeente( n) dat deze ontwikkelingen niet mee kan maken.

• Het zou generaliserend zijn te stellen dat de kerstnachtdienst daarom voor velen zo aantrekkelijk is, omdat de veelomvattende liturgie de prediking vrijwel geheel verdringt. Toch is dat gevaar allerminst denkbeeldig. De kerkdienst is in zijn hart woorddienst. Het gaat ook op en rondom 25 december om de uitleg en toepassing van het Woord van Ood.

Genoemde bezwaren tegen de kerstnachtdienst zijn voor mij doorslaggevend. Dat betekent niet dat er aan de argumenten van de voorstanders geen enkel spoor van waarheid te ontdekken valt. Wat naar voren gebracht wordt met betrekking tot het aanspreken van buitenkerkelijken moet ons er nog eens terdege aan herinneren dat de gemeente van Christus ook rond Kerst zich haar evangelisatorische roeping bewust heeft te zijn. Er zijn vandaag de dag vele „edelingen blij van geest" die alleen „ter kerke gaan op het hoge feest" om met Joost van den Vondel te spreken. Kijkt u ze niet met de rug aan. Haal niet minachtend de schouders op over „die mensen die je anders nooit ziet". Wees liever verheugd dat deze randbewoners van het kerkelijk erf in ieder geval deze keei' 't Woord horen prediken. Laten we in "onze gesprekken met hen ook maar aansluiten bij oude en vage herinneringen die ongetwijfeld nog bij hen leven. Kerstfeest doet immers die blijdschap verkondigen die „alle den volcke" wezen zal? Al houden we dan geen kerstnachtdienst, er moge zo'n vreugde uitstralen van ons gemeente-zijn rondom het Woord, dat er een aantrekkingskracht wordt uitgeoefend op degenen die buiten zijn. Wanneer er in Nederland door Gods genade ook in 1976 een gemeente van Christgelovigen is die echt kerstfeest viert, zal dat evenmin onopgemerkt voorbijgaan als het kerstfeest van de herders die alom bekend maakten wat ze hadden gehoord en gezien. Zo'n kerstfeest wil de Heere ons bereiden. Laten we er Hem dan ook om vragen — tot Zijn eer, tot ons heil — maar ook tot zegen voor anderen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 december 1976

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Kerstnachtdiensten: Wat hebben we er op tegen?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 december 1976

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's