„Voetstapjes in de sneeuw”

Donderdag 10 januari. Vanuit verschillende woonsteden komen de SGP-ers, die vandaag deel gaan nemen aan het werkbezoek aan de Noord-West Veluwe, naar Harderwijk.

IJs en weder dienende gaan we om kwart voor 9 vanuit deze startplaats op weg. De riante autobus biedt ruim plaats aan alle genodigden t.w. de heren H. G. Barendregt, H. van Rossum, C. N. van Dis, B. J. van der Vlies (Kamerleden), H. Frens, N. Verdouw (Statenleden), W. de Bruin, J. van Ek, P. C. den Uil (medewerkers), E. Klein, H. Mulder (organisatoren), G. A. Vroegindeweij (verslaggever RD) en ondergetekende.

De rit gaat naar Oldebroek, een Veluws dorp met ruim 20.000 inwoners. Het gemeentebestuur, onder aanvoering van (de SGP-)burgemeester Hardonk, wacht ons reeds op. Laatstgenoemde is tevens voorzitter van het Inter Gemeentelijk Samenwerkingsverband voor de Veluwe (kortweg: ISV) en dat hebben we geweten. Zijn vurig pleidooi, voor o.m. de handhaving van het huidige voorzieningenniveau („sommige mensen wonen nu in verbouwde kippenhokken") en het al of niet indelen bij de gezondheidsregio Zwolle, klinkt als een klok.

SNEEUW

Als buiten de eerste sneeuwvlokken zich aandienen, maakt men zich binnen op om te vertrekken naar Elburg, de tweede te bezoeken gemeente op deze dag. Maar. .. de (voortreffelijke) organisatie heeft met alles rekening gehouden, behalve met het feit dat er in Nederland ook nog echte winters kunnen ontstaan. Een kwartier te laat arriveert bet gezelschap in het, , Anton Pieck"-achtige stadhuis. In de raadszaal noemt burgemeester Van 't Hout, die vanwege zijn lengte (óf vanwege de hoogte van de deuropeningen? ) moet bukken bij de betreding ervan, onze komst een herstel van het evenwicht in politieke werkbezoeken. Een tijdje terug was nl. de PvdA-fractie geweest. Tot vermaak van de aanwezigen merkt de heer Barendregt op: „dan ben ik erg benieuwd wie er nu gaan komen.”

BOEREN

Wethouder Lok (ook SGP!) ontvouwt, letterlijk en figuurlijk, voor ons de afvalstoffenproblematiek. Naast , , gewone" boeren, kent Elburg en omgeving ook nog de glas- en papierboeren. Kamerlid Van der Vlies reageert op al dit „vuile" werk door te zeggen dat hij naar meer gedirigeerde en gecentraliseerde verwerking van het afval van harte toejuicht. Het milieu staat bij de SGP altijd hoog genoteerd, zo zegt hij, en we moeten dan ook een nuchtere, milieuverantwoorde omgang met de afvalstoffen zien te bewerkstelligen.

Vanwege de barre weersomstandigheden wordt de wandeling door de oude stadskern achterwege gelaten. Wel wordt er uitvoerig van gedachten gewisseld over de Wet Stads- en Dorpsvernieuwing. Statenlid Verdouw wijst Elburg (en later ook Harderwijk) o.m. op de knelpuntenpot die de provincie Gelderland voor dit doel beschikbaar heeft gesteld.

ZURE REGEN

„Nunspeet: daar zijn we trots op!" valt er te lezen boven het info-blad van deze gemeente. En dat is, mijns inziens, met recht. Het dorp biedt, in deze tijd van het jaar, een feeërieke aanblik. In de zomer verblijven er, naast de 23.000 autochtonen, ook nog eens 26.000 recreanten. Bovendien zijn er 24.000 boxen voor kalveren, zodat er in het college wel eens gekscherend wordt opgemerkt dat „elke Nunspeter een kalf en een recreant heeft." Dat Nunspeet ook in de winter raad weet met zijn bezoekers, blijkt wel uit de uitstekende koffietafel die het gezelschap zich goed laat smaken. Omdat er, ook weer vanwege de weersomstandigheden, geen bezoek gebracht kan worden aan een bosperceel, om de invloed van de „zure regen" te bezien, had de overijverige voorlichtster van de gemeente maar een stukje bos naar de raadszaal gehaald. Duidelijk zijn de aangetaste takken te onderscheiden van de gezonde. „De ernstige verontreiniging van de lucht en de daaruit voortkomende droge en natte neerslag" geeft men als omschrijving van deze grote milieuramp.

MEST

In Nunspeet wordt per jaar 85 miljoen (!!) liter kalvergier geproduceerd. De capaciteit van een te bouwen installatie voor de centrale zuivering van kalvergier in Elspeet zal, volgens wethouder Baas, dan ook volledig benut worden.

Statenlid Frens pleit zelfs voor een verplichte lozing in een dergelijke installatie.

Om het één en ander eens met eigen ogen te aanschouwen rijdt het gezelschap via de prachtige Stakenbergweg naar het bedrijf van de heer K. van de Steeg (goed geraden, alweer een SGPer).

In enkele gigantische schuren worden 350 fokzeugen en 550 mestkalveren geherbergd. Het is een driemansbedrijf waarin de meeste nadruk is komen te liggen op de fokzeugen. De verwerking van de mest levert tot op heden geen problemen op, de meeste kalvergier wordt aangeboden aan de kalvergiervoorzuiveringsinstallatie (is daar nou echt geen korter woord voor te bedenken? ). De intensieve veehouder ziet echter het mestprobleem in de toekomst wel groter worden. „Wanneer de verwerking van de mest maar betaalbaar blijft, is een afdoende oplossing zeker te bewerkstelligen", aldus de heer Van de Steeg.

GEUREENHEDEN

Onderweg naar de laatste, met een bezoek te vereren, plaats, worden de inzittenden van de bus geanimeerd op de hoogte gebracht van hetgeen aan hun ogen voorbijtrekt. Zo heeft de heer t-rens nel up een gegeven moment over de witte pauwen die te zien moeten zijn. Een ieder speurt de omgeving af, maar helaas. . . sneeuw is ook nog altijd wit! En wat dacht u van de Ullerberg, een kuil waar vuil in wordt gestort. De gemeente Harderwijk heeft sinds kort haar vocabulaire uitgebreid met de term: geureenheden. Wat dat zijn zal wethouder Mulder (van welke partij? ) u, desgewenst, zeker vertellen.

HOGE OPKOMST

Voorafgaand aan het gesprek met het gemeentebestuur van Harderwijk wordt een bezoek gebracht aan de Riool Water-Zuiverings Installatie voor de Regionale Waterzuivering. Belangstellend luisteren de heren naar de, ietwat natuur- en scheikundige, uitleg van de directeur. Daar de tijd dringt gaan we, na een vluchtige blik op het machinepark, snel door naar het Harderwijkse stadhuis. De burgervader heet ons welkom en zegt dat er nog nooit zo'n procentueel hoge opkomst per fractie op werkbezoek is geweest in zijn gemeente. Het gesprek gaat m.n. over de vervuiling van de randmeren en over de eventueel nieuw te vormen polderprovincie.

Halverwege de vergadering moet onze fractievoorzitter dhr. Van Rossum het gezelschap verlaten om zich voor te bereiden op zijn (zoals iemand het plastisch uitdrukte) reis over „de grote plas".

De 65-jarige SGP-er valt van een regionaal in een mondiaal werkbezoek; hij hoopte nl. de volgende dag naar de Antillen af te reizen.

VOETSTAPJES

VOETSTAPJES De wandeling door de sneeuw van het stadhuis naar het restaurant ontlokt aan één van de deelnemers de opmerking: „ik waan me net in zo'n boekje van Van der Hulst." „Voetstapjes in de sneeuw zeker", reageert een ander. Waarop de eerste weer: „Ja, maar dat geldt dan zeker niet voor Pasterkamp."

Het diner, dat een ieder weer op krachten moet brengen, smaakt voortreffelijk. Bij terugkomst in het stadhuis staan de vertegenwoordigers van de regionale pers al gereed om hun vragen op de SGP-ers, onder aanvoering van de heer Van Dis, af te vuren.

Gepaste antwoorden op vragen als „Wat neemt u mee van hetgeen u vandaag heeft gehoord? " en „vindt de SGP , , naaktrecreatie" ook een vervuiling van de randmeren? " zullen zeker hun weg naar het krantepapier vinden.

Om half 9 tenslotte volgt er een plenair gesprek met de SGP-raadsleden (en ik zag en hoorde ook een burgemeester) uit de vier bezochte gemeenten. Aan 't eind hiervan doet wethouder Mulder de deelnemers aan het werkbezoek letterlijk de (gemeentestrop-)das om, waarna een ieder huiswaarts keert. De versten (dhr. Van Dis en ondergetekende) hebben dan nog IV2 uur rijden voor de boeg. . .

R. Pasterkamp.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen