Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Japanners en hun wortels

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Japanners en hun wortels

Over kritische consumenten en de onstuitbare leegloop van het platteland

10 minuten leestijd

Hotels, kuuroorden, golfbanen en schietterreinen. Met allerlei attracties proberen Japanners op het platteland het tij te keren, maar het lijkt tevergeefs: dorpen en gehuchten lopen leeg; de steden raken vol. En zodoende bewerken in Takano bejaarde vrouwen het land en staan schoolgebouwen leeg. Maar men heeft de moed nog niet opgegeven, want de stedeling wil terug naar de natuur, terug naar zijn wortels, en die liggen op het platteland.

Een autoloze zondag in Japan. Daar herinnert het nog 't meest aan. De snelweg die vanuit Hirosjima het binnenland inloopt is qua breedte berekend op wel tien Hollandse pinksterweekend-uittochten. Maar vandaag lijkt de laatste druppel benzine bij opbod verkocht, want de weg is zo goed als leeg. Wát een contrast met de verkeersdrukte in Hirosjima of Tokio, waar de stroom auto's ook 's nachts niet opdroogt.

En dan al die groot uitgevallen viaducten en bruggen. De enkele auto die erover rijdt, oogt als een mier op een tegelpad. Als ergens zichtbaar wordt dat Japanse politici niet vanwege partijprogramma's maar op grond van subsidies en bouwvergunningen worden gekozen, dan is het langs de snelweg.

Naarmate we dieper landinwaarts komen, worden de wegen smaller en verlatener. Takano is onze eindbestemming, een dorp verscholen achter met cederbossen beklede bergen. De natuur is op deze mooie dag in april nog niet bekomen van het zware pak sneeuw dat de winter hier jaarlijks neerlegt. Alleen roze plukjes kersenbloesem op de hellingen kondigen de lente aan.

Het begint te schemeren als we halverwege de route halthouden bij onze overnachtingsplek: een ryokan, oftewel een onvervalst Japans gastenverblijf. Het legertje uitgetrokken schoenen bij de ingang is een eerste waarschuwing aan een westerling dat hier Japánse regels gelden. Schoenen uit dus. De verklaring is -hoe kan het anders- op de vloer van de kamers te vinden: tatami, rijstmatten. Tatami als vloerbedekking is in Japan zó standaard dat ze zelfs als oppervlaktemaat dienen. Of het nu om een voetbalveld, een woonkamer of een kantoorruimte gaat: alles wordt gemeten in tatami (1,5 bij 2 meter).

Schuivende panelen

Een hotelkamer in een ryokan is verder een en al eenvoud: het is woon-, eet- en slaapkamer tegelijk. Schuivende panelen van rijstpapier maken het vinden van een kast of nis tot een luchtig kiekeboespelletje. Gewone stoelen staan er niet, en dat is maar goed ook, want dan zou de laag-bij-de-grondse tafel prompt tot voetenbank worden. In een ryokan-kamer zit je met gekruiste benen op de grond.

Een bed is er ook al niet, want slapen doe je op een futon, een matras die je zelf in de kamer mag uitrollen. Eén onderdeel laat zich ook na verwoed geschuif met panelen niet ontdekken: het bad. Baden doe je in een ryokan immers gezamenlijk. Gasten die tegen de avond arriveren worden geacht na het inchecken direct hun badjas aan te trekken en zich naar het publieke bad te spoeden. Pas daarna schuif je aan voor het avondeten.

Een nacht doorbrengen in een ryokan is ook zonder zo'n bad onderdompelen in de authentieke Japanse cultuur. Maar op weg naar Takano is het nog iets anders: een eerste kennismaking met de problemen op het platteland, waar de bevolking steeds vaker alternatieve activiteiten moet beginnen om aan geld te komen.

Er wordt hier en daar nog op het land gewerkt als we 's middags Takano naderen. Wat direct opvalt is dat de werkers gekromde vrouwtjes-op-leeftijd zijn. Met hun witte hoofdkapjes om, bedoeld om niet al te bruin te worden -je loopt kennelijk niet te koop met dit baantje- zijn de vrouwtjes een koddige verschijning.

Het beeld van het platteland als oord van ouderdom en afbraak wordt versterkt door de vele begraafplaatsen. Elk boerengezin heeft een eigen kerkhof op zijn land. Wie grond van iemand koopt, belooft dat de andere familie altijd jouw land mag betreden om het familiegraf te bezoeken.

Kwetsbaar moeten de bewoners zich altijd hebben gevoeld, vooral omdat brandgevaar voortdurend op de loer lag. Op menig dak is een visfiguur gemonteerd: als symbool van water zal die volgens oud bijgeloof het huis beter tegen brand beschermen. En mochten de vlammen toch toeslaan, dan zorgt een stenen huisje, het zogenaamde schathuis, losstaand van de houten woning, dat alle materiële kostbaarheden bewaard blijven.

Lege scholen

Bij aankomst in Takano zit de voltallige raad van de gemeente Takano (die elf dorpjes omvat) al op ons te wachten. Bezoek uit Nederland is wel het laatste wat ze hier hadden verwacht, en dus schotelen de heren en dames met pretoogjes me allerlei lekkernijen voor. Slapen doe ik die nacht niet in een hotel, maar op de vloer van een leegstaand schoolgebouw.

Die zou ik de dagen erna nog vaker tegenkomen: lege scholen. Takano kampt namelijk met leegloop. Woonden er vroeger verspreid over de elf dorpen tussen de 6000 en 7000 burgers, nu zijn dat er hoogstens 2500. Die daling heeft allereerst met kleinere gezinnen te maken, zo wil een van de gemeenteraadsleden vooraf gezegd hebben. "Vroeger had iedereen zes à zeven kinderen, nu hoogstens twee of drie."

De man heeft daarmee een trend gesignaleerd die voor heel Japan geldt: de bevolking vergrijst er in hoog tempo. Volgens cijfers van de Japanse overheid is 18 procent van de totale bevolking (126,5 miljoen zielen) ouder dan 65. Voor kinderen (tot 14 jaar) geldt een percentage van 15 (direct na de Tweede Wereldoorlog was dat ruim 35 procent).

Op het platteland gaat die vergrijzing extra hard. Jongeren trekken er namelijk massaal weg naar de steden. "Ze zijn tegenwoordig beter opgeleid", legt een gemeenteraadslid uit, "houden er een duurdere levensstijl op na, en die kun je met rijstbouw niet bekostigen. Nu heb je het tienvoudige areaal nodig om een modern gezin te kunnen onderhouden."

Nergens wordt de leegloop zichtbaarder dan in de vier scholen die de gemeente telt. In Wanambara bijvoorbeeld, waar een groot schoolgebouw staat met een capaciteit voor ruim honderd kinderen. Nu zitten er welgeteld nog 31, verdeeld over vier klassen. Tien man/vrouw personeel ontfermt zich over het kroost (wie bereid is hier te komen werken, krijgt een speciale toelage). Twee werken er in de keuken, vier staan voor de klas, drie vormen de directie, en een is vaste EHBO'er annex gezondheidswe rker. "Ieder jaar", zegt een onderwijzeres, neemt het aantal kinderen af. Dit jaar zijn er alweer zes minder dan vorig jaar."

Gebrek aan meisjes

Jonge gezinnen vasthouden valt niet mee, een gezin stichten evenmin. Dat ondervinden mannen die ervoor kiezen in Takano te blijven. Er zijn gewoon te weinig meisjes om mee te trouwen! Zo af en toe vertrekt er daarom een bus met mannen naar het vliegveld van Hirosjima, om in de Filipijnen een meisje te zoeken. Komt daar een vaste relatie uit voort dan is dat bepaald nog geen garantie voor geluk. Integendeel. Exotische uitstapjes als deze zorgen nogal eens voor ellende omdat Japanse schoonmoeders in het huishouden graag alles zien gebeuren zoals zíj het gewend zijn. Voor een 'geplukte bloem' uit de Filipijnen is dat vaak een te hoge eis.

Dat ooit rijstbouw hier het een en al was, is voor wie een beetje Japans kan ontcijferen uit de namen van de bewoners af te lezen. Stuk voor stuk klinkt er een combinatie met het woord rijstveld (Ta) in door. Maar vandaag de dag liggen veel rijstvelden er haveloos bij. Vanuit Tokio heeft iedere prefectuur productielimieten opgelegd gekregen, die voortvloeien uit afspraken met de Verenigde Staten. In ruil voor import van buitenlandse rijst mag Japan auto's en andere fabrieksproducten naar de VS uitvoeren.

"Wij boeren zijn de dupe", moppert Nagazakura Itsuki, een 69-jarige boer uit het gehucht Agarihara. "Want wij moeten op iets anders overschakelen." Bovendien, vervolgt hij, geen hond in Japan die buitenlandse rijst lust. Die wordt daarom maar verwerkt in koekjes, of uitgedeeld aan zwervers in Hirosjima en Osaka. "Wij Japanners hebben een te verfijnde smaak. Alleen Japanse rijst, van het merk "Licht van de Sterren" is wat onze vrouwen kopen."

Nu is dat verhaal over opgelegde productiebeperking maar één kant van de zaak. Een andere is dat Japan nog altijd meer rijst verbouwt dan het zelf op kan. Om kiezers van het platteland vast te houden wordt de sector namelijk zwaar gesubsidieerd, en dus kunstmatig in stand gehouden. Rijst maakt nog maar 30 procent van het inkomen uit; vroeger was dat 70 procent. Overigens is ook de natuur voor Takanoërs een bron van inkomsten: bamboestokken, brandhout, kruiden, paddestoelen, en heel af en toe een geschoten beer, het komt allemaal uit de bossen die de dorpjes omsluiten.

En dan die kritische consument. Die is ook voor de boeren zelf steeds vaker een blok aan het been, nu ze overschakelen op de verbouw van producten die vergeleken met rijstvelden minder bewerkelijk zijn, en dus met minder arbeidskrachten toekunnen. Zo hebben de meeste boerderijen naast enkele rijstveldjes, kassen met tomaten en spinazie, of boomgaarden met appels en wat koeien voor het vlees.

Maar wat is een boer zonder stedelijke consument? "Je wordt er niet goed van, zo kritisch als die is", verzucht Koji Kitamura, die vanuit Hirosjima voor zijn krant het gebied rond Takano in zijn portefeuille heeft. "De appels moeten mooi groen zijn, de spinazie dient te glanzen en wee je gebeente als er een geel blaadje tussen zit! En liefst alles zo duur mogelijk, want dat wordt gezien als een garantie voor vers en goede kwaliteit."

Te verwend

Kitamura vertelt dat iedere boer hier zijn hoogstpersoonlijke verpakking heeft om zijn producten maar zo exclusief mogelijk te laten lijken. Takano heeft inmiddels naam gemaakt met twee van zijn voortbrengsels. Takano-tomaten zijn een begrip in de wijde omgeving. En dat geldt ook voor rode wortels. "Zeker 70 procent van die wortels in Hirosjima komt van hier. Dankzij de zachte grond kunnen ze hier recht naar beneden groeien. Eén enkel kronkeltje erin en ze zijn onverkoopbaar."

De Japanse consument is te verwend, en te verspillend, vindt Kitamura. En de boeren moeten dat allemaal maar bijbenen. "Hopelijk zorgt de economische recessie voor een keerpunt, en worden we met z'n allen wat soberder."

De meeste gezinnen die in Takano zijn gebleven, hebben die wending niet afgewacht. Zij keerden het boerenleven de rug toe en hebben nu een baan in de stad. Het boerenwerk doen ze er nog bij wijze van hobby bij. De schatting is dat driekwart van het inkomen via ander werk wordt verdiend.

Maar om dicht bij huis alternatieve werkgelegenheid te creëren valt niet mee. Alles valt of staat met het aantrekken van toeristen uit de steden. De golf- en schietbaan, even buiten het dorp, is daarvan zo'n voorbeeld. Die oogt prachtig, maar ook behoorlijk verlaten.

Er is echter een kentering gaande, die ervoor gaat zorgen dat Takano weer op de kaart komt. Als we Akio Osaka tenminste mogen geloven. Akio was drie jaar onderwijzer in Takano -van 1958 tot 1961- en kwam twee jaar geleden terug om er zijn oude dag te slijten. Wat heet slijten? Akio heeft grootse plannen met het 'vergeten' dorp!

Op de laatste avond van mijn bezoek heeft het gemeentebestuur bij wijze van afscheid een barbecue georganiseerd. Naast het vlees van de runderen van de burgemeester, worden zo'n beetje alle producten uit de omgeving boven de vlammen geroosterd. En terwijl rondom de bergen zich als gitzwarte muren verheffen en in de verte een uil roept, doet Akio in het flikkerende licht van de vlammen zijn verhaal.

Rijkdom van het hart

"Nog niet zó lang geleden draaide het leven van de gemiddelde Japanner om veel studeren, een goede baan vinden en veel verdienen. Maar mede vanwege de economische neergang ontdekken ze ook andere waarden. De rijkdom van het hart, noem ik het altijd maar. Om die te ervaren heb je rust nodig en een leven dicht bij de natuur." Akio richt zich op en wijst naar opzij. "Daarom ga ik dit lege schoolgebouw ombouwen tot een plek waar rustzoekers uit de stad terechtkunnen. Een 'levenshuis' ga ik ervan maken."

Akio is ervan overtuigd dat zijn plan gaat slagen. "Het echte Japan ligt hier, op het platteland, niet in de stad. Kijk naar wat er met Nieuwjaar gebeurt: dan loopt Tokio leeg en gaat iedereen naar zijn "heimat", naar het platteland; daar liggen hun wortels." De overige Japanners murmelen in stemmend.

Die nacht slaap ik nog één keer in Akio's 'levenshuis' van de toekomst. In het lege schoolgebouw. En opnieuw op de grond. En bijna als vanzelf begin ik te verlangen naar een echt bed in een goed hotel in... de stad.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 2001

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Japanners en hun wortels

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 2001

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's