Leefbaar Nederland
In Hilversum werd gisteren een nieuwe partij opgericht: Leefbaar Nederland. Een bundeling van lokale partijen waarvan sommige, zoals Leefbaar Utrecht, bij de raadsverkiezingen uiterst succesvol bleken. Dat succes wil men nu bij de aanstaande kamerverkiezingen op landelijk niveau herhalen.
Hoewel het in Nederland niet gebruikelijk is om partijcongressen op zondag te houden (alleen de voormalige CPN was dat gewend) zocht het bestuur van Leefbaar Nederland juist de zondag uit om de partij officieel op te richten. Volgens de campagneleider was die dag daarvoor geschikter dan de zaterdag, waarop veel mensen moeten voetballen of hockeyen of met de kinderen op stap moeten.
Dat maakt wel duidelijk dat Leefbaar Nederland typisch een product is van de moderne tijd, waarin de zondag zijn bijzondere plaats als de dag des Heeren volstrekt verloren heeft. Dat eigentijdse karakter van Leefbaar Nederland blijkt trouwens ook uit allerlei andere dingen.
Zo is de partij tot dusver meer herkenbaar door de namen van de initiatiefnemers dan door haar programma en haar politieke beginselen. Het programma moet nog opgesteld worden en een politieke ideologie ontbreekt geheel.
Populisme is wellicht het etiket dat er het beste op zou passen. De partij zoekt naar standpunten die bij het publiek goed vallen. Ook is het de bedoeling dat iedere Nederlander over de samenstelling van de kandidatenlijst mag meebeslissen.
Met die aanpak verwacht men volgend jaar ten minste tien zetels te behalen. Blijft het resultaat daaronder dan zullen de initiatiefnemers als bestuurslid aftreden. Die doelstelling is hoog gegrepen. Zo succesvol is een nieuwe partij in Nederland nog nooit geweest. De ouderenpartijen kwamen in 1994 in één klap met zeven zetels de Kamer binnen, evenveel als D66 enkele decennia eerder bij zijn politieke start behaalde.
Toch worden de activiteiten van Leefbaar Nederland door de gevestigde partijen met enige bezorgdheid gadegeslagen. Iedere zetel die ze eraan verliezen is er immers een. Omdat Leefbaar Nederland een plaats zoekt in het politieke midden, is zij voor vrijwel iedereen een potentiële concurrent. Alleen scherp geprofileerde partijen als SGP en ChristenUnie enerzijds en SP en GroenLinks anderzijds hoeven voor de aantrekkingskracht van Leefbaar Nederland niet beducht te zijn.
De regeringspartijen kunnen de kiezers voorhouden dat de welvaart onder de paarse coalitie er duidelijk op vooruit gegaan is. Maar er blijft altijd wat te wensen en te klagen over. De paarse coalitie begint slijtage te vertonen en na acht jaar gaan mensen op zoek naar een alternatief. Dit temeer daar de binding aan de partijen minder voorstelt dan ooit. Er zijn steeds meer zwevende kiezers die hun keuze door politieke incidenten en de stemming van het moment laten bepalen.
De afkeer bij velen van de landelijke politiek vertaalt zich op gemeentelijk niveau veelal in de opkomst van de lokale partijen. Een bundeling van deze partijen zou zich bij de kamerverkiezingen kunnen opwerpen als het alternatief voor mensen die de Haagse politiek zat zijn. Ook D66 heeft zich in het verleden opgeworpen als een soort antipartij. Die presenteerde zich toen als het redelijk alternatief. Bij Leefbaar Nederland gaat het meer om gevoelens dan om redelijke argumenten. Maar ook daarin sluit men aan bij de tijdgeest.
Succes bij de komende verkiezingen betekent nog niet dat Leefbaar Nederland een blijvertje zal zijn. De ouderenpartijen waren dat ook niet, ondanks hun aanvankelijke succes en ondanks het feit dat zij door de toenemende vergrijzing konden beschikken over een breed rekruteringsgebied.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 11 juni 2001
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 11 juni 2001
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's