Geen verbod van elf bestrijdingsmiddelen

Het gaat om bestrijdingsmiddelen als chloorpyrifos, dichloorvos, parathion-ethyl en propachloor, die worden gebruikt in de groente- en fruitteelt. De milieubeweging en waterbedrijven vroegen een verbod op deze bestrijdingsmiddelen omdat zij in het milieu en het grond- en oppervlaktewater terechtkomen. Door de middelen na een eerder verbod door een wetswijziging weer toe te laten zou het milieu het onderspit delven tegen economische belangen.

De rechter schrijft in de uitspraak dat niet overtuigend is aangetoond dat het milieu ondergeschikt is gemaakt aan de belangen van land- en tuinbouw. Het gaat de rechter te ver in kort geding vast te stellen of er bruikbare alternatieven voor de bestrijdingsmiddelen zijn. De voorstanders van een verbod zeggen dat in plaats van de bestrijdingsmiddelen milieuvriendelijker oplossingen mogelijk zijn. Daarbij wordt gedacht aan roofmijten, zwavel, sluipwespen en resistente rassen.

Europese Commissie

De rechter houdt er bovendien rekening mee dat de elf bestrijdingsmiddelen door de Europese Commissie alsnog worden toegelaten. Het gaat immers om bestaande middelen, die in het verleden eveneens waren toegestaan. Daar komt bij dat de toelating in de gewijzigde Bestrijdingsmiddelenwet van beperkte duur is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen