Niet door geweld
Dé islam bestaat niet. Zoveel is ons de achterliggende weken in interviews en analyses wel duidelijk geworden. Het gedachtegoed van een gemiddelde soenniet is anders dan van een sjiiet. En de denkwijze van de Taliban in Afghanistan spreekt de overgrote meerderheid van de moslimgemeenschap in Saudi-Arabië beslist niet aan.
Generaliserende opmerkingen over moslims moeten ons dan ook wantrouwend maken. Niet zelden worden nuances vergeten, om des te sneller en met des te groter gemak tot boude uitspraken te komen. Deze houding heeft al tot veel brokken en ongeoorloofd gedrag geleid. De molotovcocktails in de moskee van Gorinchem zijn getuigen.
Er is ook een andere kant. De angst om te discrimineren kan zo groot worden, dat niemand meer iets durft te zeggen. Dit kan ertoe leiden dat iemand die het waagt een verband te leggen tussen de islam en de aanslagen van 11 september, op de vingers wordt getikt. Burgemeester Opstelten van Rotterdam vermaande begin deze maand in dit verband, bij de opening van de Mevlana-moskee in zijn stad, de media. Zij zouden het beeld doen ontstaan dat moskeeën broedplaatsen zijn van verkeerde ideologieën. Dat is volgens Opstelten "natuurlijk niet juist." Met zijn uitspraak voegde hij zich in het koor van politici en wereldleiders die na de aanslagen in de VS zich naar een moskee spoedden om te benadrukken dat de islam een vredelievende godsdienst is. Een uitspraak die zo algemeen gesteld is, dat hij alleen al daarom niet waar kan zijn. Het Taliban-regime is het bewijs.
We zien in de samenleving nog een ander mechanisme in werking treden. Daarbij worden alle negatieve aspecten van religies op het conto van het fundamentalisme geschoven. Om het simpel en overzichtelijk te houden, beschouwt men dan diegenen als fundamentalist die zich wensen te houden aan de letterlijke tekst van hun heilige geschriften. De vergelijking tussen het Taliban-bewind en de SGP is dan snel gemaakt.
Alleen zij die hun eigen religie weten te relativeren en geen absolute aanspraak op de waarheid maken, zouden de ideale burgers zijn. Wat in hun geschriften voor hedendaagse oren prettig klinkt, mag blijven staan - en wat onprettig klinkt, wordt gewoonweg anders geïnterpreteerd. In de moderne islamitische wereld zijn er velen die zo hun geloofsovertuiging laten sporen met de 'verworvenheden' van de moderne, westerse cultuur.
Helaas zijn er niet weinig christenen die op eenzelfde wijze met de Heilige Schrift omgaan en haar zo krachteloos maken. Vooral in de laatste groep moeten we de mensen zoeken die grote overeenkomsten zien tussen islam en christendom. De meesten van hen beschouwen Allah en de God van Abraham, Izak en Jacob als verschijningsvormen van één en dezelfde God.
Juist in een tijd die wars is van de antithese, is het nodig dat christenen klip en klaar laten zien dat er een onoverbrugbare kloof ligt tussen de god van de moslims en de God van de christenen. Waar Allah uiteindelijk toch de mogelijkheid biedt om in zijn naam een godsdienstoorlog te ontketenen, klinkt het ons vanuit de Schrift toe: "Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de Heere der heirscharen." En waar een moslim nooit zeker kan zijn van zijn eeuwige bestemming, mag een ware gelovige met de apostel Paulus roemen in het kruis van de Heere Jezus Christus.
Dat neemt niet weg dat wij állemaal zondaren voor God zijn. Christenen en moslims. En ook is het goed te bedenken dat in het verleden in Christus' naam kruistochten zijn gevoerd. Maar dit laat onverlet dat er slechts één Naam onder de mensen gegeven is door Welke wij moeten zalig worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 2001
Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 2001
Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's