Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet over rozen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet over rozen

4 minuten leestijd

Gerrit zit op het bankje achter in de tuin. De zon schijnt heerlijk. Hij geniet van dit plekje. Eigenlijk was het altijd hún plekje geweest. Hun, dat was het toen Marrie nog leefde. Vorig jaar zaten ze hier nog samen. Onvoorstelbaar, vorig jaar.

Onwillekeurig dwalen zijn gedachten terug naar het moment bij de dokter, nu ruim een halfjaar geleden. "Ik heb niet zo goed nieuws voor u", zei hij. Wat hij nog meer heeft gezegd, weet Gerrit eigenlijk niet meer. Het ging allemaal zo snel. Vanaf dat moment heeft hij moeite zijn gedachten de juiste volgorde te laten lopen. Eerst die kuur in het ziekenhuis. Er was goede hoop dat Marrie daar weer wat van op zou knappen. Maar helaas heeft die kuur, achteraf bezien, meer kwaad dan goed gedaan. Nog vijf weken was ze in het ziekenhuis gebleven en toen mocht ze naar huis. Gelukkig wel. Wat was hij moe geworden van dat heen en weer reizen tussen huis en ziekenhuis.

De laatste maanden was zij hier geweest en had ze nog kunnen genieten van het samenzijn. De kerstdagen en oud en nieuw waren heel speciaal geweest. Veel hadden ze samen gesproken over hun leven en het naderende afscheid. Hoe het verder zou moeten met Gerrit als zij er niet meer was. Over de zorgen die zij daarover had. Ook over het verdriet dat zij had omdat zij haar eerste kleinkind waarschijnlijk nooit zou zien. Gerda, hun jongste dochter, heeft inderdaad zes weken na de begrafenis een zoon gekregen. Nu heeft Gerrit een kleinzoon die ook Gerrit heet. Wat had hij dat graag nog aan Marrie willen vertellen. Maar in de tijd van ziekzijn heeft Marrie ook veel gesproken over de liefde die zij mocht voelen van haar Heere en Heiland. "Het stopt straks niet, Gerrit", had ze gezegd, "het begint pas."

Ook de liefde van de kinderen was van onuitsprekelijke waarde geweest. Zeker de laatste zes weken waren zijn beide dochters iedere dag geweest. Zij waren hem en Marrie tot grote steun geweest. Behalve een verdrietige tijd was het zeker ook een heel goede tijd geweest. Marrie was vaak degene die troostte, in plaats van dat zij getroost behoefde te worden. Nog verder dwalen zijn gedachten. Naar de tijd dat zijn dochters klein waren en zo veel steun nodig hadden van hen. Fijne meiden waren het, allebei. Toen ze getrouwd waren hadden zij er eigenlijk twee zoons bij gekregen. Zo zei Marrie dat altijd.

Toch was hun leven niet over rozen gegaan. Zeker de periode van de miskraam van zijn oudste dochter Marjan was erg moeilijk geweest. Toen daarna duidelijk werd dat zij nooit kinderen zou kunnen krijgen, was een zware tijd aangebroken. In de eerste plaats voor Marjan en haar man Kees. Maar wat hadden zij als ouders het er ook moeilijk mee gehad. Veel vragen hadden ze elkaar gesteld; veel vragen hadden zij ook aan God gesteld. Marrie wist het altijd zo mooi onder woorden te brengen. Wat mist Gerrit dat.

Nee, hun leven is niet over rozen gegaan, dat is zeker waar. Zijn ogen dwalen af naar het rozenperk in zijn tuin. Hij plukt een paar blaadjes van een roos. Wat hield Marrie van die rozen. Vol liefde snoeide zij ze. Vaak maakte zij een klein boeketje voor op de tafel.

Rozen, eigenlijk was Marrie zíjn roos geweest. Zo mooi, maar toch ook zo breekbaar. Soms in volle bloei, als de zon rijkelijk scheen in hun leven. Soms ook zonder bloemen, als de tijd moeiten en zorg bracht. Dan kon ze soms zo stil zijn, zo onbereikbaar. Eigenlijk was haar leven als een roos geweest. In de winter is niet te zien welke kleur haar bloemen heeft, zelfs de kleur van het blad is in de winter onzichtbaar. Maar de zomer geeft alle kleuren prijs. Prachtig mooi blad en schitterende bloemen.

Ja, zo wil hij haar leven zien, als een roos. Een roos die nu tot volle bloei is gekomen en nooit meer zal verdorren in de heerlijkheid van haar Maker.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2001

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Niet over rozen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2001

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's