Gepaste humor kent grenzen
Stelling: Gereformeerden hebben geen humor.
Reactie van: N. J. Spaan
Leeftijd: 62
Beroep: oud-docente Van Lodensteincollege te Amersfoort
"De stelling hierboven is me wat al te boud. Wat leert ons het woordenboek? Humor is "oog en gevoel voor vrolijkmakende tegenstrijdigheden." Gepaste humor is altijd aardig om aan te horen. In mijn beroep als docent op het Van Lodensteincollege was humor onmisbaar. Je bereikt met humor bij de lastigste leerlingen meer activiteit dan met andere vormen van aansporing en vermaning. In de klas kweek je dan een opgewekte sfeer. Wel heeft humor zijn grenzen.
Dat onze gereformeerde vaderen humor kenden, wil ik illustreren aan de hand van een gebeurtenis in Schotland. Eens zat William Guthrie, schrijver van "Des christen groot interest", met vrienden aan de maaltijd. James Durham, predikant in Glasgow, zijn twee jaar jongere vriend, was ook uitgenodigd. Ds. Guthrie had een levendige geest met wonderlijke tegenstellingen. Soms was hij zwaarmoedig, dan weer vol opgewektheid die anderen aanstak. Soms moest hij belijden dat zijn vrolijkheid te ver ging. Dan weende hij in zijn binnenkamer hete tranen van berouw over zijn in gezelschap geuite grappen. Maar dat gebeurde zelden. Vaak merkte de omgeving op hoe gemakkelijk en snel hij van stemming kon veranderen en een gesprek begon over de meest ernstige en geestelijke onderwerpen. Toch was hij nooit profaan.
Ds. Durham daarentegen stond bekend vanwege zijn ernstige aard. Hij lachte zelden. Hij was dan ook wat ontstemd over Guthries kwinkslagen en grappige verhalen aan tafel. Langzamerhand werd Durham aangestoken en lachte hij hartelijk mee.
Guthrie werd gevraagd de maaltijd met gebed te eindigen. Toen bad Guthrie met zo'n ernst en zo vurig dat het hen allen verbaasde. Daarna liep ds. Durham op hem af en zei: "O, Will, wat ben jij toch een gelukkig mens. Als ik zo vrolijk was geweest, dan zou ik in geen 48 uur in staat zijn geweest om te bidden."
Om dichter bij huis te blijven, een onder ons zeer bekende dominee hoorde een vrouw op een gezelschap uitgebreid klagen over haar zeren en zweren. Fijntjes merkte hij op: "Ik hoor het al, je hebt gelukkig nog geen reumatiek onder je tong." Humor? Onderwijzend? Gepast? Ja! Beter gepaste humor dan opgelegde vroomheid."
Deze serie loopt tijdens de Boekenweek, die in het teken staat van scherts, satire en ironie. Morgen: Marlies van der Staaij.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2007
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2007
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's