De Afrikaanse zondebok
Duizenden kindheksen zwerven door straten Kinshasa
In de nacht doden ze verwanten en kennissen, overdag hangen ze rond in de straten van de stad: de kindheksen van de Congolese hoofdstad Kinshasa. Niemand weet precies hoeveel het er zijn, maar duidelijk is dat het om duizenden kinderen gaat. Zij leven voor een deel in een andere werkelijkheid. "'s Nachts ben ik een kat."
Ze spuiten 's nachts hun ouders in met 'slecht bloed', waarop de ouders besmet raken met aids en ze brengen kanker en hartaanvallen bij familieleden. Meisjes van een jaar of vier transformeren zich tot bloedmooie vrouwen en lokken zo hun vader of oom het bed in, waarop die ziek wordt. Maar ook de kapotte televisie en het ongelukje op de markt zijn het werk van behekste kinderen. Zij krijgen de schuld van alle rampspoed.
Kinshasa is een stad met miljoenen inwoners (6 tot 10 miljoen) en enorme tegenstellingen. Er rijden meer Mercedessen rond dan in Amsterdam, maar er is ook enorme armoede en honger. De stad draagt de diepe sporen van de verwoestende oorlog die in de jaren negentig tussen Rwanda en Congo woedde. Talloze mensen vluchtten van het platteland naar de steden, waardoor grote armoede en werkloosheid ontstonden. Unicef schat het aantal straatkinderen in Kinshasa op 20.000 tot 30.000. Van hen zou 60 tot 80 procent heks zijn.
Zij zijn in de meeste gevallen op straat gezet omdat hun verzorgers hen niet meer konden onderhouden of het kind om andere redenen als ongewenst bestempelden. Kinderen die een of beide ouders hebben verloren worden vaak opgevangen door stiefvaders en stiefmoeders, ooms en tantes, maar die kunnen door de economische malaise vaak zelf maar ternauwernood rondkomen. Het is cultureel onacceptabel om de kinderen zomaar de straat op te sturen, maar de bestempeling tot heks geeft de mogelijkheid om dat toch te doen.
Een andere reden van beschuldiging ligt op sociaal gebied. Veel huwelijken in Congo zijn polygaam. In geval van overlijden van een van de vrouwen komt het regelmatig voor dat haar kinderen door (een van) de achtergebleven vrouw(en) van hekserij beschuldigd worden. Dat is bovendien een manier om de positie van de eigen kinderen te versterken en in de gunst te komen bij de man ten koste van de andere vrouw. Ook echtscheiding brengt de kinderen uit het vorige huwelijk vaak in een tweederangspositie.
Volgens een deze week verschenen rapport van Human Rights Watch (HRW) over straatkinderen in de Democratische Republiek Congo komt het nauwelijks voor dat kinderen die nog bij beide biologische ouders wonen van hekserij beschuldigd worden. Een rooms-katholieke priester verklaarde tegenover de organisatie dat van de 630 van hekserij beschuldigde kinderen die hij in 2004 opving er slechts 17 waren van wie beide ouders nog leefden.
In het Congolese denken hebben kwade gebeurtenissen altijd een oorzaak. Kinderen en andere zwakke figuren zoals ouderen krijgen dan vaak de beschuldigende vinger naar zich toe. De twaalfjarige Aubrey vertelt in het HRW-rapport dat hij na de dood van zijn ouders introk bij zijn getrouwde oudere broer en diens kinderen. Toen een kind vlak na de geboorte stierf, beschuldigde zijn schoonzus hem ervan verantwoordelijk te zijn voor de dood. Ze ging Aubrey slecht behandelen, hij kreeg minder eten en slaag met de stok van een bezem als hij klaagde. De schoonzus noemde hem een heks en een moordenaar. Nadat ze ook haar man overtuigd had van Aubreys schuld aan de dood van de baby, vluchtte Aubrey van huis.
Dergelijke verhalen zijn er legio. Toch is uitstoting niet het hele verhaal, beweert de Leuvense hoogleraar antropologie Filip De Boeck, die als een expert geldt op dit gebied. "Er zijn ook kinderen die de straat zelf opzoeken, omdat ze daar meer mogelijkheden hebben dan binnen de familie. Ze kunnen als heks bovendien macht uitoefenen over volwassenen. Een kind kan bijvoorbeeld een oudere aanwijzen als degene die hem behekst heeft."
Het geloof in hekserij en de geestenwereld zit diep geworteld in de Congolese samenleving. De Afrikaanse kerken in het algemeen, maar zeker de sterk groeiende Pinksterkerken, schenken veel aandacht aan de figuur van de duivel en de strijd tussen goed en kwaad. De Boeck: "Openbaring is een zeer veelgelezen Bijbelboek in Congo. Het apocalyptische karakter spreekt de mensen bijzonder aan. Ze hebben het idee dat ze zich midden in de strijd tussen de demonen en God bevinden."
Het beschuldigen van kinderen van hekserij is echter een relatief nieuw fenomeen en bovendien sterk stedelijk bepaald. In het verleden trof de aantijging vooral weduwen of alleenstaande vrouwen, schrijft HRW.
Uitdrijvingsrituelen
De Boeck typeert de rol van de kerken in Congo als ambivalent. Ze houden enerzijds het idee van hekserij in stand door kinderen als bezeten te bestempelen, maar zijn anderzijds ook de enige instanties die een oplossing voor het probleem bieden. In vele kerken in Kinshasa vinden regelmatig uitdrijvingsbijeenkomsten plaats. Volgens HRW zijn er in de miljoenenstad meer dan 2000 zogenoemde "églises de réveil" (opwekkingskerken) waar exorcisme een grote rol speelt. Deze kerken hebben voornamelijk in de afgelopen vijftien jaar een geweldige opmars gemaakt.
Voorafgaand aan het ritueel van exorcisme zijn de kinderen meestal al een tijdje (variërend van een paar dagen tot een paar weken) door de kerk in afzondering geplaatst, alleen of samen met andere kindheksen. Tijdens deze periode worden de kinderen van tijd tot tijd verhoord. Soms in bijzijn van de ouders, maar dat is niet noodzakelijk. De ondervragingen ontlokken de kinderen de meest wonderlijke verhalen. Ze worden bijvoorbeeld om tien uur 's avonds opgehaald door de oude man op de hoek van de straat, verkeren in de mystieke wereld en keren om vijf uur 's ochtends weer terug in hun lichaam. 's Nachts nemen ze alle mogelijke gedaantes aan: vogel, vlieg, leeuw, kat: het kan allemaal.
De afzonderingsperiode dient ook om het lichaam van het kind te reinigen van vlees van opgegeten slachtoffers. Daarvoor worden laxeermiddelen ingezet. Onverteerde stukken vlees kunnen als bewijs dienen bij de biecht voorafgaand aan het uitdrijvingsritueel in de dienst. In een BBC-opname uit 1999 laat een voorganger de verslaggever trots een grote steurgarnaal zien die een kind zou hebben uitgespuugd. Daarin had de duivel zich klaarblijkelijk verpakt. Na het uitbraken van de vis was het kind volkomen rustig geworden, aldus de pastor.
Brian (12) vertelt in het HRW-rapport: "We mochten drie dagen lang niet eten of drinken. Op de vierde dag hield de profeet onze handen boven een kaars om ons te laten erkennen (dat we heks waren, MW)." Overigens zijn dergelijke excessen lang niet in alle opwekkingskerken gangbaar. Veel kerken beperken zich tot bidden en vasten.
Het uitdrijvingsritueel in de dienst gaat er zeer heftig aan toe, aldus De Boeck. Het kind wordt omringd door een kring van gemeenteleden en onderworpen aan verschillende intense uitdrijvingssessies van gebed en handoplegging. De bedoeling is dat het kind na de ceremonie weer opgenomen wordt in de familie, maar volgens De Boeck gebeurt dat lang niet altijd omdat de familie toch bang blijft voor achtergebleven hekserij. Zo belandt het kind alsnog op straat.
Een 'profeet' tegenover HRW: "Ons grootste probleem is dat kinderen hier komen, wij doen de dienst, maar vervolgens willen de ouders de kinderen niet terug. Dat komt vooral voor wanneer het kind iemand in de familie heeft 'opgegeten'. We proberen de ouders zo veel te overtuigen als we maar kunnen."
Sommige selfmade voorgangers zien een lucratieve handel in de uitdrijvingsrituelen. Ze stellen de diagnose van hekserij en vragen vervolgens -impliciet dan wel expliciet- een flinke som geld voor het uitdrijvingsritueel.
Buitenstaander
Wat maakt dit verschijnsel eigenlijk zo fascinerend? vraagt De Boeck zich in De Balie in Amsterdam af tijdens een bijeenkomst over het thema. "Ik heb soms bijna een dagtaak aan het beantwoorden van vragen van de pers hierover. Ik zou iedere avond ergens kunnen spreken over kindheksen in Kinshasa. Wat zegt dit over ons? Zien wij onze angsten en verlangens misschien geprojecteerd in Afrika?"
De totaal andere beleving van de werkelijkheid in Afrika kan voor ons fascinerend zijn, maar maakt ook dat we de problematiek niet werkelijk kunnen begrijpen, benadrukt de hoogleraar. Daarom relativeert hij zijn rol als expert sterk. "Als westerling houd je toch altijd afstand. Laten mensen het achterste van hun tong zien? We blijven buitenstaander."
Theatermaker Guido Kleene, die een theaterstuk over het onderwerp voorbereidt, merkte tijdens zijn recente verblijf in Kinshasa eveneens dat het uiterst moeilijk is om een vinger achter de kindhekserij te krijgen. "Er bestaat hierin geen één waarheid, maar minstens tien en iedereen heeft gelijk." Hij ontmoette in Congo niemand die hekserij naar het rijk der fabeltjes verwees, maar de interpretaties kunnen sterk uiteenlopen.
De complexiteit van het fenomeen blijkt uit het verhaal dat Kleene hoorde van de vader van een kindheks. De man had tegenslag na tegenslag te verduren, waarop de priester van de kerk concludeerde dat zijn zoon een heks moest zijn. Dat bracht hem in een moeilijk dilemma: moest hij zijn kind nu wegsturen, zoals de priester adviseerde? De man wilde dat niet en bleef zijn zoon verzorgen. De tegenslagen bleven zich echter opstapelen, waarna de zoon verklaarde dat hij uit eigen beweging uit huis zou gaan als dat zijn vader kon helpen. Enkel een excuus om van een kind af te komen, is hekserij dus niet.
Niet primitief
Kleene sprak geen kinderen die de beschuldiging probeerden te weerleggen dat zij heks waren. "Ze bevestigen het. Het komt blijkbaar niet in ze op te ontkennen."
De in Nederland wonende Congolees Paul Mbikayi onderstreept dat de spiritualiteit er bij zijn volk diep in zit. Mbikayi noemt zich christen noch moslim, maar wanneer hij langs een kerk loopt, buigt hij zijn hoofd. Hekserij ziet hij echter als manipulatie. President Joseph Mobutu, die het land van 1965 tot 1997 regeerde, zou het geloof in hekserij handig hebben gebruikt door te beweren dat hij 's nachts in een luipaard veranderde. Zo probeerde de dictator nachtelijke moordpogingen te voorkomen.
De Boeck waarschuwt om hekserij en de cultuur van de opwekkingskerken te zien als iets primitiefs. "De kerken vormen ook een opstap naar de moderniteit. Ze brengen een heel ander arbeidsethos in, dat sterk gericht is op het individu. Daarmee zetten ze de oude clanstructuur op losse schroeven." Kindhekserij is de weerslag van een sterk veranderende samenleving, waarin kinderen een steeds centralere rol krijgen toebedeeld in het publieke leven. Deze kinderen zijn volgens hem niet alleen maar passief en kwetsbaar, maar ook actieve participanten. Ze hebben een macht die in voorgaande generaties ondenkbaar was.
"Iedere predikant krijgt hier met hekserij te maken"
Toverij en hekserij behoren in Congo tot het leven van alledag. Ook binnen de Gereformeerde Kerk van Congo is het thema volop aan de orde, aldus ds. J. M. van Leeuwen, docent aan de gereformeerde theologische school in de Zuid-Congolese stad Lubumbashi.
Zelfs voor de studenten aan de theologische opleiding is de magische wereld volgens de predikant een uiterst reële. De school in Lubumbashi besluit soms studenten die de studie niet aan blijken te kunnen, na een jaar te adviseren de opleiding te verlaten. Van Leeuwen: "Je zou zeggen dat ze zelf ook merken dat de lesstof voor hen te moeilijk is, dat het over hun hoofden heengaat. Maar we hebben het meermalen meegemaakt dat zo'n student na ons advies een schuldige aanwees: die en die heeft magie tegen mij gebruikt en daarom overkomt me dit. Dan gaat het dus over jongens die predikant willen worden."
De Congolees zoekt achter alle leed een dader, zegt de docent, die in 2000 de gereformeerd-vrijgemaakte kerk van Eemdijk verwisselde voor Lubumbashi. "De zondebokken zijn meestal de weerloze figuren: oude mensen of weduwen." Kindhekserij is volgens hem echter vooral een grotestadsprobleem. Het komt op het platteland wel voor, maar in veel mindere mate.
Bij begrafenissen maakt Van Leeuwen het regelmatig mee dat de weduwe of weduwnaar bij het graf tegenover de aanwezigen benadrukt dat hij of zij geen schuld aan de dood heeft. Bij verlies van geliefden, werk, een mislukte oogst of ziekten komt altijd de vraag op wie daar achter zit en daarbij wordt er allereerst naar de naaste verwanten gekeken.
Veel van de nieuwe opwekkingskerken in steden als Kinshasa zijn volgens Van Leeuwen uitermate syncretisch. "Er zitten redelijk christelijke gemeenten bij, maar ook de meest dwaze sekten waar het oude traditionele geloof de boventoon voert." De Rooms-Katholieke Kerk, vanouds veruit de grootste kerk in Congo, probeert op goede manier tegenwicht te bieden aan het verschijnsel kindhekserij, signaleert de predikant. "Ze geven onder meer brochures uit waarin kindhekserij onder kritiek wordt gesteld. Ze wijzen erop dat zwakkeren zeker binnen de christelijke gemeente niet als zondebok mogen fungeren." Ook aan de priesterseminaries denkt men intensief na over een christelijk antwoord. De vraag is echter in hoeverre de boodschap landt bij het grondvlak.
Dat is ook in de Gereformeerde Kerken -die met zo'n 15.000 leden een uiterst kleine groep vormen- een probleem, zegt Van Leeuwen. Het geloof in magie zit er diep in. "Toen een collega van mij last kreeg van zijn gezicht en naar Nederland moest voor behandeling, waren er mensen die dachten dat ik daar achter zat. Dergelijke gedachten spelen net zo goed bij mensen die van harte in Christus geloven, zich hebben laten dopen en trouw in de kerk komen." Iedere predikant hier krijgt met het probleem te maken.
De Gereformeerde Kerken proberen een Bijbelse visie op kwaad en lijden aan de mensen mee te geven, zegt Van Leeuwen. "Afgelopen jaar is een student bij ons nog afgestudeerd op het thema hekserij. Juist in de gereformeerde traditie zijn we onder de indruk van de soevereiniteit van God, schrijft hij. Dat betekent dat je ook het kwade dat je overkomt in Gods handen moet laten."
Je hoopt dat zo'n afstudeeronderzoek doorwerkt, zegt de docent. "Afrikanen zijn net als andere mensen. Ook in Nederland kun je nog zo preken tegen individualisering of materialisme, maar ook daar blijkt het maatschappelijke klimaat vaak sterker dan de Bijbelse boodschap."
De predikant heeft geleerd van de Congolese houding dat "satan meer pijlen op de boog heeft dan ik in mijn postmoderne wereldvisie kan waarnemen. De Bijbel ontkent de aanwezigheid van kwade machten ook niet. De koppeling van het kwade aan mensen is echter uiterst gevaarlijk."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 april 2006
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 april 2006
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's