Jozef in het biezen mandje
Predikanten signaleren toenemende onkunde bij ambtsdragers
Steeds minder ambtsdragers kunnen nog bogen op gedegen schriftkennis. En dat is verontrustend, vinden de hervormde predikanten ds. M. Baan en ds. W. van Gorsel. "Als je lid bent van de voetbalvereniging, ken je ook de statuten."
Met opleidingsniveau heeft het niets te maken. Een ouderling met slechts de eerste vijf klassen van de lagere school op zak, kan beter thuis zijn in Bijbel en theologie dan zijn geletterde medebroeder met een spraakmakende titel. Ds. Baan uit Nijkerk kent zo'n laaggeschoolde ouderling, een "simpele boer", die desondanks belezen is en in staat om een begrafenis te leiden en te catechiseren. "Tegenwoordig hebben ze bijna allemaal doctorandus voor hun naam staan, maar ze kunnen geen mallemoer meer. De kennis opgedaan in de maatschappij sluit slecht aan bij de vereiste kennis in de kerk."
Twee soorten kennis heeft een ambtsdrager volgens hem nodig. Feitelijke kennis van de Schrift en geestelijk kennis. Dat laatste is het "van God geleerd zijn, maar ook oog hebben voor de tijd waarin je leeft." Beide soorten lopen bijna parallel aan elkaar, kunnen niet zonder elkaar. Ds. Baan constateert dat de kennis bij ambtsdragers terugloopt. "We leven in een tijd waarin het niet meer gaat om parate kennis, maar om het kunnen verwerken van de stof. Mensen zijn niet bereid iets te lezen. En dat is een verschraling en verarming."
Aap
Ds. Van Gorsel uit Bergambacht trekt na een ambtsperiode van dik 35 jaar dezelfde conclusie. "In de begintijd van mijn predikantschap was er meer kennis onder ambtsdragers dan nu. Je merkt dat aan het gebed en aan de reacties in de consistorie. Gefundeerde kennis ontbreekt." En zo sluipen gaandeweg ketterijen de kerk binnen. "Bijvoorbeeld dat de Heere Jezus voor alle mensen gestorven zou zijn. Onbegrijpelijk dat zoiets kan gebeuren. Je denkt dan: Pikken ze het niet goed op uit de preek?"
Ds. Baan: "Een ouderling vertelde vol overtuiging over Jozef in het biezen mandje. Alsof hij er zelf bij was geweest! Het was geen vergissing, maar gebrek aan kennis." De predikant ziet eveneens het gevaar van dwalingen. "Op bepaalde fronten vecht men fel voor de zuivere waarheid, maar de ketterijen lopen door de achterdeur naar binnen. Mensen maken zich druk over tastbare, uiterlijke dingen. Totdat ten slotte nog een keurige façade overeind staat, maar de inhoud totaal verwereldlijkt is. Door het ontberen van kennis worden de geesten rijp gemaakt voor afval van de levende God."
De onkunde schrijft ds. Van Gorsel toe aan de toenemende invloed van evangelischen. "Men ziet niet het gevaar van EO-jongerendagen, van sommige uitzendingen van de EO. Er heeft echter een veralgemenisering van het heil plaats. De bijbelgetrouwheid is in het geding. Ongemerkt nemen we dwalingen over."
Onkundige ambtsdragers plaatsen Job zonder scrupules in het Nieuwe Testament of misvormen onwetend de preek in het consistoriegebed. Ds. Baan: "Toen ik eens ergens te gast was, vertelde een goedwillende ouderling in zijn slotgebed precies het tegenovergestelde van wat ik gepreekt had." Opmerkingen maken over de preek doen steeds minder ambtsdragers. "Als je een aap op de preekstoel zet, luisteren ze nog, hoorde ik onlangs zeggen."
Schriftonderzoek
Van schriftonderzoek hebben veel kerkenraadsleden kennelijk geen kaas gegeten. "Ze willen dingen horen die ze allang weten", bemerkt ds. Van Gorsel. "Terwijl het formulier spreekt van oefening in de verborgenheden van het geloof. Het oefenen gebeurt te weinig, vind ik. Je begrijpt dat ik generaliseer. Niet alle kerkenraadsleden zijn hier debet aan."
De hervormde predikant is van mening dat individueel schriftonderzoek verdwijnt. "Kijk, tegenwoordig zijn er cursussen en lezingen voor ambtsdragers. Een aantal van hen gaat daarheen en krijgt een algemene instructie. Maar het wezenlijke komt wel eens tekort. Voorheen kwam bij de ambtsdragers de "Institutie" van Calvijn of de "Redelijke Godsdienst" van A Brakel op tafel. Dat geldt eveneens voor het pastoraat, hoor. Vroegen predikanten vroeger of je er deel aan had, nu vragen ze hoe mensen in het leven staan."
De verschijnselen zijn er volgens de predikant over de hele linie. Ambtsdragers vertegenwoordigen de gemeente, waar de kennis eveneens minimaal is. "Rond Kerst en Pasen schrijft men veel over het ontbreken van kennis over de heilsfeiten. Maar ga de betekenis eens aan de kerkleden vragen! Dat valt tegen. Door onwetendheid staan ze open voor van alles en nog wat."
"Het probleem is", stelt ds. Baan, "dat men geen behoefte heeft aan kennis. Ik heb meegemaakt dat volslagen onkerkelijke mensen in drie maanden meer te weten kwamen dan een doorgewinterd kerklid in dertig jaar. Ze lazen alles, in hun honger naar het Woord, en hadden een fenomenale kennis."
Keurige verschijning
"'t Is wel een nette kerel, gooi er een cursus tegenaan en laat hem los op de kluit." Ds. Baan beschrijft chargerend de ambtsdragerverkiezing. "Ik zie een verschuiving. Gemeente en kerkenraad vinden een persoon in kwestie een keurige verschijning. Het zoeken van de vreze des Heeren raakt echter op de achtergrond." De predikant ziet desondanks niet veel in het aanleggen van criteria voor een toekomstige ambtsdrager. "Iemand met weinig kennis kan door de Heere geleerd worden. God wijst hem de weg. Zodat hij in alle eenvoud toch een huisbezoek kan afleggen. Natuurlijk moet men zich wel afvragen of iemand geschikt is. Dat zeiden onze vaderen al. Je moest geroepen zijn en er was de bekwaammaking." Ds. Van Gorsel: "Ik denk dat predikanten alert moeten zijn op wie er in de kerkenraad komt."
Voetbalvereniging
Een kerkenraad krijgt vandaag de dag maar moeilijk nieuwe leden. Heeft dat invloed op het kennisniveau van de ambtsdragers? Ds. Van Gorsel: "Dat spreek ik bezwaarlijk uit. Alsof je met minder genoegen moet nemen. Toch is het vaak zo. We kiezen ambtsdragers bij gebrek aan beter. Dat gebrek aan kennis begint al bij de catechisatie, die geen overdracht van de leer meer mag zijn. Je mag geen vragen meer overhoren. Het is een kwestie van inzicht, zegt men. Maar hoe kunnen jongeren inzicht hebben zonder feitenkennis? Een gebrek aan kennis wreekt zich later. Soms denk ik: hoe moeten deze jongeren straks in de kerkenraad zitten?" De predikant vreest dat als het zo doorgaat, de volgende generatie helemaal geen kennis meer heeft. "Wat je daaraan doet? Doorgaan met preken en catechiseren. Jongeren zeggen wel eens tegen me: Bij u moeten we weer wat leren. Bij anderen hoefde dat dus blijkbaar niet. Ik eis dat belijdeniscatechisanten ten minste weten wat er in de belijdenisgeschriften staat. Als je lid bent van de voetbalvereniging ken je ook de statuten."
Predikant als leraar
Dr. H. de Leede, rector van het seminarie Hydepark in Doorn, herkent de problematiek van teruglopende kennis bij ambtsdragers. Toegespitste onderwijsvormen zoals volwasseneneducatie, informatieve thema-avonden en praktische catechismuspreken kunnen volgens hem het tij keren.
Oorzaken
"In een toenemend aantal gemeenten heeft een snelle wisseling van kerkenraadsleden plaats, waardoor het kader steeds verandert. Verder is het vormende verenigingsleven van weleer al bijna een generatie lang voorbij. Daardoor leerde men gedachten te verwoorden in de vorm van discussies en inleidingen. Er zijn wel veel bijbelkringen, maar die zijn sterk gericht op persoonlijke geloofsopbouw en hebben geen studiekarakter. De vluchtigheid van het leven is een oorzaak van toenemende onkunde. Mensen lezen minder stevige literatuur, waardoor ze de grondlijnen van de Bijbel en het geloof niet meer goed kennen. Catechismuspreken, waarin de geloofsleer wordt uitgelegd, klinken minder frequent. Het lerend preken, altijd aanwezig in het gereformeerde protestantisme, verdwijnt. Mensen zijn bovendien niet bereidwillig om zo'n preek aan te horen en te verwerken."
Gevaren
"Het is riskant wanneer de kennis verder verdwijnt. Ambtsdragers moeten kunnen onderscheiden wat een kwalitatief verantwoorde preek is. Die vaardigheid is onmisbaar. Het is zorgelijk als het kader dat leidinggeeft aan de gemeente zelf niet voldoende toegerust is. Een ambtsdrager moet bereid zijn goede lectuur te lezen die inzicht geeft in de Schrift. Zodat hij ondersteunende feedback kan geven aan de predikant en een kritisch "tegenover" kan zijn. Wat de gemeente betreft: in de Bijbel staat dat het volk verloren gaat omdat het geen kennis heeft. Voor de geloofsoverdracht is het belangrijk dat de kennis over Gods geboden en beloften onderhouden wordt."
Oplossingen
"Een predikant moet het besef dat er onkunde dreigt, voeden en mogelijkheden ter verbetering aanreiken. Door het opzetten van een leerhuis of volwassenencatechese. Kortom, door toegespitste vormen van onderwijs. Mensen krijg je niet meer warm voor het traditionele verenigingsleven. In blokken kunnen bepaalde thema's zoals het gebed of de belijdenissen van Augustinus aan de orde komen. Jongeren zijn bereid tot het volgen van de Alpha-cursus. Waarom niet zo'n cursus opzetten, maar dan toegespitst op de geloofsleer? Zorg als predikant ervoor dat de catechismuspreek, waarin de bijbelse grondlijnen aan de orde komen, bij de tijd is en heel praktisch."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 2004
Reformatorisch Dagblad | 25 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 2004
Reformatorisch Dagblad | 25 Pagina's