Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In Malawi bloeit uitsluitend de doodskistenindustrie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In Malawi bloeit uitsluitend de doodskistenindustrie

Oorlog in Irak heeft voor zwarte continent catastrofale gevolgen

9 minuten leestijd

Voor 15 miljoen Afrikanen in sub-Saharalanden breken cruciale maanden aan. Uit dat immense leger van hongerenden wacht hun die de komende weken geen voedsel bemachtigen de dood. Donoren en regeringen volgen met bonzend hart de internationale ontwikkelingen. Want oorlog in Irak zaait onherroepelijk dood en verderf in Afrika.

Afrika’s ”lelijke zusters”, armoede en aids, hebben de afgelopen maanden bezoek gekregen van de derde lelijke zus: honger. Werden bij vorige crises de schijnwerpers van de internationale media nog volop op dit creperende werelddeel gericht, nu zuigt de kwestie-Irak alle aandacht weg, in toenemende mate ook op de hoofdkantoren van grote internationale hulporganisaties.

De honger in het werelddeel is minder manifest dan bij voorgaande crises. Soms gaat de ellende schuil achter een vriendelijk masker van een groen landschap.

Neem Malawi, de vroegere Britse kolonie Nyasaland, dat 12 miljoen inwoners telt op een oppervlakte van anderhalf keer de Benelux. Wie vanuit de lucht moeite heeft om tussen het weelderige groen de bebouwing van de hoofdstad Lilongwe te ontdekken, begrijpt niet dat in dit land 50 procent van de kinderen chronisch ondervoed is. Maar wie eenmaal geland is, wordt spoedig duidelijk dat de maïs, het hoofdvoedsel, pas in maart rijp is, dat overstromingen en een cycloon de laatste reserves van de schamele vorige oogst hebben weggevaagd en dat de karige inkomstenbron van juist de armsten vrijwel is opgedroogd, omdat aids reeds een grote slachting heeft aangericht in de productieve leeftijdscategorieën.

Krottenwijk

In Ndirande, een immense krottenwijk aan de rand van Blantyre, het economisch hart van het zieltogende Malawi, regeren de lelijke zusters armoede, aids en honger met vaste hand. Midden in de wijk staat het schamele uit leem opgetrokken hutje van Emily (14), Cecilia (12) en het epilepsiepatiëntje Grace (10). In november vorig jaar overleed binnen 24 uur zowel de vader als de moeder. Emily zachtjes: „Toen wisten we dat we er alleen voor stonden. Er is geen familie, er zijn geen kennissen die ons kunnen opvangen.”

Ze zijn voor hun onderhoud aangewezen op de karweitjes die buurtbewoners hun opdragen: water halen, zand bij de rivier scheppen voor het bereiden van cement en het zwoegen in de moestuin. Als er geen werk is, is er ook geen eten; tenzij de buurvrouw van haar bescheiden voorraad een enkele keer wat aardappels afstaat. „Dat is dan in ruil voor het bier dat bij ons staat opgeslagen.”

Het zelf gebrouwen bier vormt de inkomstenbron voor de buurvrouw. ’s Avonds verdrinken de manlijke buurtbewoners hun laatste kwacha’s. Als de drank de remmingen wegneemt, willen ze zich nog wel eens vergrijpen aan een jong meisje. En aangezien vooral Emily al een gewilde kandidate is, loopt ze ernstig gevaar. „Maar waar moet ik heen?” zegt ze. „Ik heb geen keus.”

Wees

Ondanks die ellende is het trio vastbesloten de school af te maken. De twee oudsten gaan naar de Ndirande Lea Primary School, de grootste openluchtschool van Centraal-Afrika, zoals hoofdonderwijzer Francis D. Manjana enigszins bitter vaststelt. Hij heeft 8000 leerlingen, voor wie slechts 20 klaslokalen beschikbaar zijn. Die 8000 leerlingen zijn verdeeld over 126 klassen. Daarvan bivakkeren er 106 in de openlucht. Ze zijn afwisselend blootgesteld aan felle zon en harde slagregens.

Van de 1500 leerlingen die in 1995 aan groep 1 begonnen, zijn er nu nog maar 290 over. De anderen zijn afgehaakt, omdat ze nodig waren voor het werk op het land of in de huishouding, of omdat ze thuis hun zieke ouders moeten verzorgen. De landelijke cijfers zijn amper beter: 900.000 drop-outs op een totaal van 1,2 miljoen leerlingen. Het is dat Unicef de school ondersteunt, anders was het nog veel erger, weet Manjana. „Er worden tenten gebouwd, waardoor we wat meer klassen beschutting kunnen zoeken, maar het blijft catastrofaal.”

Emily, Cecilia en Grace zijn als wees eerder regel dan uitzondering op de Ndirande-school. „Van de ruim 8000 leerlingen zijn er 2611 die hun vader en moeder door aids hebben verloren”, leest Manjana voor uit de statistiek. „Over enkele jaren bestaat meer dan de helft van de schoolpopulatie uit weeskinderen.” En dan, een tikkeltje cynisch: „Welkom in Weeshuis Afrika.”

Voorlichting

In Mkanda, een traditioneel dorp aan de grens met Zambia, leeft de bevolking nog zoals in de dagen van Livingstone: geen elektriciteit, geen ramen, zelfs nog geen begin van een beetje comfort.

De grootmoeders Lufina Mkanda en Malingosi Maponda hadden er een rustige oude dag willen doorbrengen. Maar ze hebben nu de zorg voor 25 weeskinderen, nakomelingen van hun overleden kinderen: 16 koters voor Lufina, 8 voor Malingosi plus een weesje, de vierjarige Charity, die eenvoudig in de hut van de oude vrouw werd gedropt.

Lufina toont het restantje van het avondeten in een pan: een mengeling van maïsbladeren en gras. „We moeten wachten tot de maïs rijp is voordat we de kinderen weer echt te eten kunnen geven. Soms eten we de wortels van een banenboom. Maar zeker twee keer per week hebben we zelfs dat niet.”

In het dorp Kulamula bezweert Peter Kawega, de ”chief” van de gemeenschap, dat de aidsvoorlichting een succes is. Maar tijdens een bijeenkomst van vrouwen en mannen blijkt de zaak toch wat gecompliceerder te liggen. Ze begrijpen inmiddels allemaal hoe de ”ziekte-van-deze-dagen” verspreid wordt. Maar de promiscue Afrikaanse man gaat nog steeds van bed tot bed, raakt besmet met het HIV-virus en infecteert vervolgens zijn eigen vrouw.

Gelaten

De vrouwen weten het. „Wat kunnen we ertegen doen”, vragen ze zich af. Zelfs condooms helpen hier niet. „Als wij een condoom klaarleggen, zal hij die schaterlachend terzijde schuiven.” Seks weigeren is in de Afrikaanse context eenvoudig ondenkbaar. Dat het de dood betekent, realiseren ze zich. „Ach”, laten ze er gelaten op volgen, „dat is ons lot.”

De gemiddelde Afrikaan loopt nog altijd met een boog om het probleem heen. En als hij besmet raakt, klemt de diep-religieuze Malawiaan zich vast aan het leven na de dood, getuige de tekst op een sticker in het districtshospitaal in Kasungu: „God saves you, HIV-positive or not” (God redt je, of je nu HIV-positief bent of niet).

Er wordt met man en macht gewerkt aan het aidsprobleem in Malawi. Organisaties als Unicef hebben een complete afdeling die dag in, dag uit door het land trekt om voorlichting te geven. Het Aidsfonds ondersteunt grootscheeps allerlei initiatieven. Maar plaatsvervangend directeur Runar Sorensen maakt duidelijk dat zelfs medewerkers op het Unicef-kantoor in Lilongwe met een boog om het probleem heenlopen. „We hebben vorig jaar vijf medewerkers door aids verloren.”

De dood maakt in Malawi steeds vaker deel uit van het dagelijks leven. Peter Kumwenda, consultant op de pr-afdeling van Unicef, heeft in zijn uitgebreide familie- en relatiekring per maand gemiddeld vijftien begrafenissen. „Iedere morgen klopt er wel iemand aan de deur voor een bijdrage voor een begrafenis. De dood is een vertrouwd iets geworden.”

Voedselcrisis

Honger maakt wanhopig. Soms wordt er voedsel gestolen. Dat leidt af en toe tot uiterst bloedige wraakacties. Er zijn mannen van wie beide handen zijn afgehakt, louter en alleen omdat ze voor hun hongerende kinderen cassava hebben gestolen. Een vrouw werd wegens het stelen van voedsel voor haar gezin gedwongen om met haar kinderen een maand lang naakt door het dorp te lopen.

Als de trucks van World Food Program (WFP) ergens arriveren, is het steevast groot feest, zoals bij de Kachulice Fuu Primary School. Zodra de wit geschilderde wagens van de VN-organisatie het terrein van de school oprijden, rennen de leerlingen de trucks tegemoet, onderwijl dansend, koprollen makend en juichend roepend: „Mais, mais, mais.”

De acties van WFP hebben er ontegenzeggelijk toe geleid dat de voedselcrisis tot nu toe minder nijpend is dan vorig jaar. WFP-directeur voor Malawi, de Nederlander Gerald van Dijk, noemt dat een groot succes. Er sterven desondanks nog duizenden Malawianen, met name kinderen en ouderen.

Mohammed Luxman is als coördinator van de hulporganisator Care nauw betrokken bij de voedselverdeling van WFP. Hij is blij met het succes van het voedselprogramma, maar heeft grote zorgen over de gevolgen van een oorlog in Irak. „Alle voedsel en fondsen zullen dan naar de miljoenen vluchtelingen gaan die in die regio op drift raken. Dat betekent dat duizenden in Afrika niet gered kunnen worden.”

Corruptie

De ex-Nederlander Jan-Jaap Sonke, tot oktober nog onderminister in het kabinet van de Malawiaanse president Muluzi, deelt die mening. „Een oorlog in Irak is een ramp voor Afrika.” Sonke vindt dat de teloorgang van Malawi ook te wijten is aan falend overheidsbeleid. De zendelingenzoon die opgroeide in Nieuw-Guinea verwisselde in 1994 zijn Nederlands paspoort voor dat van Malawi en was de enige blanke die in het parlement kwam. Vervolgens wist hij zelfs onderminister van Financiën te worden in het kabinet van president Muluzi. Omdat hij zich verzette tegen het streven van de president om tegen de grondwet in een derde ambtstermijn te claimen, kreeg Sonke vorig jaar oktober ontslag.

Hij noemt de financiële situatie „rampzalig. Het hele overheidsbudget bedraagt 500 miljoen euro, net zoveel als dat van de Technische Universiteit Delft. De helft daarvan is gefinancierd via belastingen. De rest is allemaal ingebracht via donors of lokale leningen. Er is inmiddels zoveel geleend dat voor de rente van die leningen nu al de helft van de belastingopbrengst nodig is. En dat wordt ieder jaar erger, omdat de overheidsbestedingen totaal niet in de hand worden gehouden.”

Sonke weet van de wijdverbreide corruptie in regeringskringen. „Het is moeilijk te bewijzen, maar er zijn hier veel rare dingen gebeurd.” De situatie lijkt uitzichtloos. Sonke: „Er zijn hier 12 miljoen mensen die ik vooruit wil helpen. Moet ik het dan opgeven omdat hier een stel schurken zit? Nee toch?”

Doodskisten

In Malawi bloeit uitsluitend de doodskistenindustrie. In Blantyre zijn de broers Richard en Nedson Chanachre eigenaren van ’s lands grootste doodskistenfabriek. Honderdtwintig werknemers hameren er driftig op los om het groeiende aantal aidsdoden tijdig van een kist te kunnen voorzien.

Per dag vinden dertig kisten hun weg naar de klanten, drie keer zoveel als drie jaar geleden. Nedson Chanachre weet dat zijn bedrijf in de naaste toekomst nog zal groeien. In een rapport waarin de verschrikkelijke economische gevolgen van aids worden voorspeld, staat te lezen dat de komende tien jaar ongeveer de helft van alle onderwijzers, verpleegsters en politiemensen aan de gevolgen van aids zal overlijden. Chanachre, glimmend van trots: „Ik vermoed dat we volgend jaar gegroeid zullen zijn van 150 tot 200 werknemers.”

Hij heeft maar één zorg: de aanvoer van timmerhout. Het hout wordt geïmporteerd uit Mozambique. Maar doordat in de hele regio het aantal aidsdoden alarmerende proporties heeft aangenomen, kunnen de Mozambikanen de vraag niet goed meer bijhouden. Dat dreigt de prijs voor de berooide Malawianen nog meer op te drijven.

Chanachre maakt zich daar weinig zorgen over. „Dood gaan de mensen toch. Onze afname is verzekerd.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 februari 2003

Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's

In Malawi bloeit uitsluitend de doodskistenindustrie

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 februari 2003

Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's