Bekijk het origineel
Bekijk het origineel
Petrus Immens en de roepstem van Zachéüs
"Ik weet, ik zal zeker zalig worden, doch het zal maar nauwelijks, nauwelijks, nauwelijks zijn"
Wie onderzoek doet naar de gezinssituatie van Petrus Immens, kan zich niet aan de indruk onttrekken dat hij uit een bijzondere familie kwam. Onmiddellijk valt de hardnekkige keuze op van de voornaam Robertus voor de oudste zoon. Zo heette Petrus' broer Robertus, evenals zijn vader, grootvader en overgrootvader. Bijzonder was zeker ook de opvoeding van de kinderen. Kernmerkend is het verhaal dat geen van de kinderen ongevraagd in aanwezigheid van de ouders zijn mond opendeed. Zelfs als de oudste zoon, die in Utrecht voor predikant studeerde, eens thuiskwam, sprak hij aan tafel niet, totdat zijn vader zei: "Zoon, nu is 't u geoorloofd te spreken."
Premium Artikel
Dit artikel is exclusief leesbaar voor abonnees met een RD-abonnement, een zesdaags abonnement op het RD of op de e-paper. Dit artikel lezen? Log in op uw EMG-account of neem een abonnement.
Inloggen Neem (proef)abonnementBekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 2003
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 2003
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's