Blokken in de bank, beulen op de hei
Jubilerende KMA voert eigen veldslag na drastische bezuinigingen op defensie
Wie generaal wil worden, moet naar de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. Dat is al 175 jaar zo. Morgen is er op het Kasteel een grote reünie. En krijgen twee prinsen een boek over de KMA.
In camouflagepak in de collegebanken, dat kan alleen op de KMA. Cadetten -zo heten de studenten- worden in Breda opgeleid tot officier bij landmacht, luchtmacht en marechaussee. De marine, in veel gevallen een buitenbeentje, heeft haar eigen officierenopleiding: het KIM in Den Helder.
De felbegeerde status van officier wordt na een aantal jaren studie bereikt. Eind vorige maand werden aan 269 cadetten de officiersdiploma's en KMA-bullen uitgereikt. De meest verdienstelijke cadet kreeg gewoontegetrouw een gouden horloge. Daarna gingen, ook al weer traditie, de petten de lucht in.
De KMA heeft in haar 175-jarig bestaan veel tradities en gewoontes ontwikkeld. Sommige zijn verdwenen, andere bestaan nog steeds. Deze tradities krijgen alle militairen in de opleiding mee, tijdens de introduc tieperiode. Ze gelden niet alleen voor militairen in opleiding. Ook de leden van de vaste staf krijgen te maken met enkele tradities, waarvan verwacht wordt dat ze nageleefd worden.
Grijze steentjes
Enkele specifieke plaatsen op het terrein hebben hun eigen aparte tradities. Bijvoorbeeld de Parade, het voor het Kasteel gelegen terrein. In vroeger tijden was dit terrein niet geplaveid, maar met zand bedekt. Dit werd door de burgerij tegen een kleine vergoeding geharkt, na de exercitielessen. Uit respect voor het werk dat deze mensen deden, liepen de militairen niet over het aangeharkte zand. Ze liepen over de paden of eromheen. De zandvlaktes zijn inmiddels geplaveid met grijze steentjes. KMA'ers noemen dit de "heilige steentjes." Nog steeds lopen ze niet over deze steentjes, maar alleen over de paden. De Parade wordt nog altijd als exercitieterrein gebruikt.
De ingang van het Kasteel heet de Henricuspoort. In deze poort zijn in de muren en het plafond de namen gekerfd van afgestudeerde cadetten. Uit respect voor deze ouderejaars lopen de militairen in opleiding, wanneer zij door de poort komen, "in de houding."
Als sociëteitsruimte dient de oude ridderzaal van het Kasteel, de Grote Zaal. Bij de ingang van deze zaal hangt een schilderij met de namen van gevallenen. Uit respect voor hen, de Koningin en aanwezigen nemen de militairen in opleiding de houding aan bij het betreden van de zaal.
Hoewel formeel de groetplicht is afgeschaft binnen het leger, is het op de KMA een gewoonte dat militairen in opleiding de vaste staf de militaire groet brengen. Van elke meerdere wordt verwacht dat hij of zij de groet op de correcte wijze beantwoordt.
Krijgskunst
Koning Willem I gelastte in mei 1826 de oprichting van de Koninklijke Militaire Academie, "de eerste militaire inrichting in Europa, waar de krijgskunst in haar gehele omvang en op wetenschappelijke grondslagen door de toekomstige officieren van alle wapens werd beoefend."
Op 24 november 1828 opende de zoon van de koning -prins Frederik- de KMA-officiersopleiding. Volgens een verslag gaf de prins tijdens een rondleiding "telkens de ondubbelzinnigste blijken van volkomen tevredenheid over de alom heersende orde."
In het eerste studiejaar betreden 173 cadetten het Kasteel. Het aantal cadetten schommelde in de loop van de jaren sterk. Anno 2003 bevolken ruim 1000 cadetten de opleiding. Onder hen 144 vrouwen.
Dames op de KMA is nog maar iets van de laatste 25 jaar. Het fenomeen is zo opvallend dat er eind augustus een symposium aan werd gewijd. Staatssecretaris Van der Knaap van Defensie liet daar weten dat het hoog tijd wordt voor een vrouwelijke generaal binnen de krijgsmacht. Een handvol vrouwen is na 25 jaar officiersopleiding tot de rang van kolonel gevorderd. Een kolonel zit net een streepje onder de brigadegeneraal. Het is afwachten welk krijgsmachtdeel het eerste tot actie overgaat.
Schieten
Albert Visser uit Dordrecht is derdejaars aan de KMA. "Een keuze met toekomst", zegt hij over zijn beslissing om na zes jaar vwo aan de Guido de Brès in Rotterdam voor de militaire opleiding te kiezen. "Ik wilde in het leger niet onderaan beginnen maar meteen officier worden. Dan ligt de KMA voor de hand."
Een goede conditie is een absolute voorwaarde om tot de opleiding te worden toegelaten. Studeren aan de KMA is blokken in de collegebanken en beuken op de hei. "Je moet gezond in elkaar steken, ook bovenin", stelt Visser (21). Hij wil aan de slag bij de genie, zeg maar de bouwvakkers van de Koninklijke Landmacht. "Een technische en pittige opleiding."
Het ontwikkelen van "een groepsgevoel" is een groot goed op de KMA. "In het eerste jaar zit je als jonker met vijf, zes mensen op een kamer. Je leert elkaar kennen, je leert rekening te houden met elkaar en privacy te delen." Overdag is er geen reden tot verveling. Het appèl is om kwart voor acht precies, daarna loopt het programma tot kwart voor vijf 's middags. "Je wordt goed beziggehouden." Marcheren, schieten, stormbaan, schuttersputje graven, bivak bouwen; alle dingen die een militair moet kunnen.
De militaire opleiding is gratis, cadetten krijgen vanaf dag één salaris en met studiefinanciering hebben ze weinig van doen. De sfeer op de KMA is goed, aldus Visser. Natuurlijk, het is een militaire opleiding dus er heerst discipline. "Je staat straks als officier voor de club en dan moet je je verantwoordelijkheid nemen." De regels zijn strak als het gaat om op tijd zijn, er correct uitzien en de beleefdheidsvormen in acht nemen. Voor Visser geen probleem. "Het is een vervolg op je opvoeding."
Ook voelt hij zich als kerkelijk iemand geen vreemdeling. "In ieder peloton van veertig mensen zitten er wel drie of vier die naar de kerk gaan. Een enkel lid van de Gereformeerde Gemeenten, hervormden en veel vrijgemaakten." Respect voor elkaar is gemeengoed in het militaire bolwerk. "Je moet wel vanaf het begin duidelijk zijn in bijvoorbeeld bidden voor en danken na het eten."
Over een halfjaar ruilt sergeant Visser Breda in voor Enschede. Aan de faculteit civiele techniek van de Universiteit Twente wordt hij geschoold in mechanica en constructieleer. De vakken zijn onderdeel van de opleiding tot officier bij de genie. "Over twee jaar ben ik klaar. Dan sta ik als tweede luitenant voor de club." Op zijn uniform fonkelt één ster. De hoogst haalbare rang, die van generaal, behoort theoretisch tot de mogelijkheden. Toekomstmuziek voor Visser. Hij tekende voor tien jaar bij defensie: vier jaar opleiding en twee keer drie jaar in een functie bij de landmacht. "Als er dan een leuk bedrijf langskomt zien we wel verder."
Prins Bernhard
In Breda wordt morgen een grote reünie van de KMA gehouden. Honderden luitenants, kapiteins, majoors, oversten, kolonels en generaals zullen elkaar ontmoeten. Prins Bernhard en zijn kleinzoon prins Willem-Alexander nemen de eerste exemplaren in ontvangst van het jubileumboek "Studeren in uniform". De oude prins was nauw betrokken bij de modernisering van de KMA in de jaren 1950 tot 1970.
Het boek beschrijft de geschiedenis van de academie als opleidingsinstituut voor generaties Nederlandse officieren van de Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Luchtmacht, de Koninklijke Marechaussee en tot 1940 ook het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger.
Duidelijk wordt welke bagage de KMA sinds 1828 heeft meegegeven aan meer dan 10.000 Nederlandse officieren, onder wie markante persoonlijkheden zoals H. G. Winkelman, S. H. Spoor en H. J. Kruls, en aan andere bekende Nederlanders die op het Kasteel van Breda hun opleiding kregen, zoals A. Plesman, de oprichter van de KLM, architect W. M. Dudok, waterbouwkundige P. Caland en oud-minister van Defensie Stemerdink.
Het feestje wordt overschaduwd door de bezuinigingsdrift bij de overheid. De KMA stuurde de afgelopen maanden cadetten van de opleiding omdat er door de bezuinigingen bij defensie geen alternatief voor hen is als ze hun zware opleiding niet halen. Er zijn weken dat de commandant van de KMA, gouverneur C. Hilderink, vijf tot acht jonge militairen moet wegsturen.
Generaal-majoor Hilderink doet dat naar eigen zeggen "met pijn in het hart." Tot voor kort kon hij een cadet met wie het in de opleiding niet goed ging nog een alternatief bieden bij defensie. Maar door de bezuinigingen zijn de 'pijplijnen' binnen de krijgsmacht vol. Er is geen rek meer. "Als het niet lukt moet een cadet nu de academie verlaten", zegt Hilderink.
Veldslag
Gouverneur Hilderink vecht zijn eigen veldslag. Mogelijk gaat de KMA nog nauwer samenwerken met het Instituut Defensie Leergangen in Rijswijk en het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder.
Maar Hilderink voelt de gevolgen al eerder. De dreiging van het verdwijnen van ruim 10.000 functies bij defensie "is stevig aangekomen" op de KMA, zegt hij. Al die jonge cadetten die zich suf sporten en studeren, moeten nog maar afwachten of de functie waarvoor ze in opleiding zijn over drie tot vier jaar nog wel bestaat.
Hilderink geeft toe dat de personeelsplanning enigszins achterloopt bij de werkelijkheid, in dit geval bij de bezuinigingen. De bevelhebbers van de landmacht, de luchtmacht en de marechaussee 'bestellen' elk jaar een aantal nieuwe officieren bij de KMA. Maar er zijn er nu minder nodig dan er vier jaar geleden zijn besteld.
De gouverneur zegt dat de "aannamekraan" een stukje dicht moet. Hij heeft nu 200 cadetten die de lange opleiding (vier jaar) volgen en ongeveer 250 cadetten die de korte opleiding (een jaar) doen. Dat aantal moet duidelijk worden teruggeschroefd. Eigenlijk, zegt Hilderink, zou hij de KMA wel een jaartje op slot willen doen en even geen nieuwe cadetten willen aannemen.
Maar de luchtmachtgeneraal weigert bij de pakken neer te gaan zitten. De KMA heeft ook de veranderingen sinds het afschaffen van de dienstplicht en de val van de Muur overleefd en komt steeds meer midden in de samenleving te staan. Hilderink gaat ervan uit dat de KMA vanaf oktober 2005 ook civie l erkend is en dan net als andere universitaire opleidingen diploma's voor bachelor en master kan afgeven.
Verkeerd beeld
De KMA leidt de laatste jaren vooral op voor crisisbeheersingsoperaties. Hilderink heeft een hekel aan het woord vredessoldaat. "Het bekt wel lekker, maar het geeft een verkeerd beeld. De krijgsmacht heeft de afgelopen jaren ook bommen gegooid op Kosovo. Dat was geen vredesmissie. En ook in Srebrenica was er een missie zonder vrede."
De jongeren die na hun middelbare school of hogere opleiding op het Kasteel van Breda volgens Hilderink "als kinderen" binnenkomen, moeten binnen enkele jaren officieren worden die ook een missie in Irak aankunnen. Dan moet je weten wat te doen als een Irakees zich bij de poort van de Nederlandse basis in al-Muthanna meldt. "Als hij hulp nodig heeft, geven we die zo goed als mogelijk. Als hij begint te schieten, mag het duidelijk zijn wat we doen: terugschieten."
Hilderink werkt met zijn cadetten met een standaardset van instructies. "Het is een ethisch kader waarbinnen omschreven staat wat militairen moeten doen om situaties te deëscaleren en wanneer ze geweld mogen of moeten gebruiken. Maar elke missie is anders en soms zitten er tegenstrijdigheden in de opdrachten. De dilemma's die we bij het vak ethiek behandelen zijn knap moeilijk", aldus Hilderink.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 2003
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 2003
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's