"Ik zie in de natuur constant schilderijen"
Galeriehouder Gé Nijhuis viert jubileum van Europa's grootste "wildlife art"-expositie
Gé Nijhuis verkocht al schilderijen van Rien Poortvliet toen deze nog niet beroemd was. Als burgemeester J. Mans van Enschede zaterdag de jaarlijkse tentoonstelling "Wild in de Natuur" opent, viert de galeriehouder een zilveren jubileum. De vraag is hoe vaak hij Europa's grootste "wildlife art"-expositie nog zal organiseren. Zodra zich een koper voor 't Kunsthuis van het Oosten aandient, houdt de huidige eigenaar ermee op. "Ik wil ontzettend graag zelf weer dieren schilderen."
Nijhuis noemt zich dierschilder, maar als restaurateur van oude schilderijen leverde hij eveneens een bijdrage aan het behoud van Nederlands erfgoed. Zo nam de 56-jarige Enschedeër doeken van Mesdag en Koekkoek onder handen. Hij keek die kunst af van de overbuurman van zijn ouders, kunstschilder en lijstenmaker Pieter Arie ("Pa") Nijgh. De kinderloze eigenaar van P. A. Nijgh Studio wilde graag dat z'n leerling de zaak overnam. Maar Gé ging naar de kunstacademie, waar de realist, tegen zijn zin, "met zachte hand naar de moderniteit werd geleid."
In 1971 werd Nijhuis toch eigenaar van de firma van zijn inmiddels overleden Nijgh. De ondernemer voegde aan het restauratieatelier, de lijstenmakerij en de kunsthandel een winkel in teken- en schilderbenodigdheden toe. Vijf jaar later, toen de zaak naar de huidige locatie -een voormalig textielfabriekje aan het Gronausevoetpad- verhuisde, kwam de naam "'t Kunsthuis van het Oosten" op de gevel.
Ondanks de zakelijke beslommeringen lukte het hem af en toe dieren en landschappen op het linnen doek te zetten. Z'n voorbeelden hangen nog altijd in het Rijksmuseum Twenthe, eveneens in Enschede. Of, beter gezegd, liggen in de kelder. "Dit museum beschikt dankzij een nalatenschap van Gerrit Jan van Heek over Europa's grootste collectie dierschilderijen, waaronder werken van Wilhelm Kuhnert en Bruno Liljefors. De textielbaron stond bij de opening in 1930 132 doeken in bruikleen af en bekostigde zelfs een vleugel om die verzameling permanent te tonen." Nijhuis is in z'n nopjes met het voornemen van de huidige directie om deze wildlife art opnieuw voor het voetlicht te halen. Het Nederlandse publiek zal echter tot 2008 geduld moeten hebben, want na restauratie gaan de schilderijen eerst op tournee door de VS en Canada.
Belevingen
Volgens hem kan wildlife art het beste omschreven worden als een kunstvorm gebaseerd op het thema "in het wild levende dieren". Natuurkunstenaars vestigen soms de aandacht op nieuwe en daarom zo leerzame details, meent Nijhuis. "Bernd Pöppelmann schilderde eens een slechtvalk bij haar nest. Daarin lagen kapotte eieren. Vanaf een klif keek je in een dal en zag je schoorstenen van een kerncentrale. Zonder echt het vingertje te heffen, attendeerde deze Duitse wildlife artist op de milieueffecten."
Om de fauna trefzeker te kunnen schilderen moet de kunstenaar dieren in hun natuurlijke biotoop observeren. "Het kunstwerk moet die omgeving ademen. In dit genre moet alles kloppen. Je moet een lynx niet schilderen in een Veluws landschap of een citroenvlinder op een herfstaster. In een dierentuin gedragen dieren zich anders. Bovendien zijn ze vaak te vet door de goede voeding die ze krijgen. Ook hun nagels zijn meestal te lang. Je kunt er best ruwe schetsen maken en de grove opzet bestuderen. Dat je voor de detaillering foto's gebruikt is evenmin erg."
Zelf trekt Nijhuis, gewapend met camera en tekenattributen, regelmatig de natuur in. "Ik bedoel dan echte natuurgebieden, zoals je die in het buitenland nog hebt. In de natuur zie ik constant schilderijen. Je ervaart er de weersomstandigheden heel anders dan in een stad. Dat geldt ook voor de geluiden. Als een eland je op 10 meter afstand passeert, is dat echt een schokkende ervaring!"
Hij heeft niets tegen abstracte kunst, maar realistische kunst stelt volgens hem altijd iets voor. Letterlijk. Een realistische of naturalistische schilder ziet vaak ook andere dingen dan de meeste mensen. "Hij heeft geleerd oog te hebben voor details. Een bemoste steen of een afgevallen blad. De kunstenaar kijkt om te registreren en dat kan voor toeschouwers enorm verrijkend zijn."
Het resultaat hoeft niet altijd een optelsom van pietepeuterige details te zijn, maar soms leidt een realistische interpretatie tot voorstellingen die precies op foto's lijken. Toch is volgens Nijhuis een foto van een wild beest heel iets anders dan een schilderij waarop dat dier met fotografische nauwkeurigheid en bewonderenswaardige precisie is gepenseeld. "Een foto is een momentopname. Een camera interpreteert niet e n combineert niet. Een goed schilderij is een combinatie van waarneming en visie. Een schilder analyseert datgene wat hij zelf ziet en pelt de verschillende elementen kleur, licht, vorm en ruimte uit elkaar. Daarna stelt hij het beeld opnieuw op het doek samen, met bepaalde zwaartepunten en accenten. Die kunnen in alle rust bekeken worden en overwogen, en eventueel nog aangepast."
Reputatie
Nijhuis' schilderwerken waren op tentoonstellingen in Europa te zien. Dat na 22 jaar weer enkele van zijn doeken op z'n eigen "Wild in de Natuur"-expositie zullen hangen, had te maken met "bescheidenheid." In 1978 kwamen hij en zijn vriend Awe van Wulfden-Palthe op het idee die tentoonstelling te organiseren. Er deden 25 kunstenaars aan mee. "Het was zo'n succes dat we besloten er een jaarlijks terugkerend evenement van te maken. Carl Brenders en Allan M. Hunt, schilders die nu tot de wereldtop behoren, hadden hier hun debuut." Het feit dat hun geesteskind nu dezelfde reputatie heeft als "Birds in Art" in het Amerikaanse Wausau, vervult de jubilerende galeriehouder eveneens met trots.
Europa's grootste tentoonstelling van wildlife art heeft onder kenners zo'n goede naam dat Nijhuis nauwelijks kunstenaars hoeft te benaderen. Voor de 25e editie waren er 276 aanmeldingen uit binnen- en buitenland. Uiteindelijk kwamen 51 wildlife artists door de selectie. Ze tonen gezamenlijk 500 schilderijen en sculpturen in verschillende technieken en stijlen.
De kunstwerken variëren in prijs van enkele honderden euro's tot 20.000 euro. Nijhuis schrikt niet van dat soort bedragen. "Een wildlife artist moet veel tijd en materiaal investeren voordat hij aan het werk kan. Hij is soms weken met een schilderij bezig. Een goed schilderij dat je aanspreekt is nooit te duur. Het is een aanschaf voor het leven."
"Wild in de Natuur" in 't Kunsthuis van het Oosten is van 1 tot en met 29 november gratis te bezichtigen. Adres: Gronausevoetpad 28 te Enschede. Openingstijden: 11.00 tot 17.00 uur, op donderdagen tot 21.00 uur. De jubileumcatalogus kost 15 euro. Informatie: 053-4312584 of http://home.wxs.nl/kunsthuis/index.html.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 27 oktober 2003
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 27 oktober 2003
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's