Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Veel Armeniërs kunnen best terug"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Veel Armeniërs kunnen best terug"

Sociaal-economische toestand in Trans-Kaukasus vormt achtergrond asielaanvragen

10 minuten leestijd

De Armeense gemeenschap in Nederland is de laatste tien jaar meer dan verdrievoudigd. Van de grote stroom vluchtelingen die na 1991 Armenië verliet, kreeg ook ons land zijn deel. Niet vervolging of levensgevaar, maar de sociaal-economische toestand in de Trans-Kaukasische republiek vormt de achtergrond van de meeste asielaanvragen. RPF-kamerlid Van Dijke: "Veel Armeniërs kunnen best terug naar hun land."

Met wat geduld kun je ze één voor één uit het telefoonboek plukken: de Armeniërs in Dordrecht, Leiden, Almelo of Amsterdam. Hun achternamen eindigen zonder enige uitzondering op "-ian": Georgian, Janbazian, Torigian, Krikorian. In welk land ter wereld een Armeniër zich ook vestigt, zijn naam verraadt zijn afkomst.

Wie wil weten hoeveel Armeniërs er in totaal in Nederland wonen, zou eigenlijk de telefoonboekmethode moeten volgen. Officiële cijfers bestaan er niet, wel ruwe schattingen. "Waarschijnlijk woonden er hier eind jaren tachtig zo'n 3000 Armeniërs", stelt Haroutioun Simonian, voorzitter van de in Amsterdam gevestigde sociaal-culturele vereniging Ararat. "De afgelopen tien jaar zijn er minstens 5000 bij gekomen. Een totaalschatting van 8000 volksgenoten is aan de voorzichtige kant. Het zouden er best 10.000 kunnen zijn."

Diaspora

Vergeleken met het aantal Armeniërs in andere westerse landen is de Nederlandse populatie klein te noemen. In Rusland wonen er zeker 800.000, in Georgië 350.000, in Frankrijk minstens 250.000 en in de Verenigde Staten vermoedelijk 1 miljoen. Van de naar schatting 8 miljoen Armeniërs die onze aarde telt, wonen er maar dik 2 miljoen op het grondgebied van de huidige Republiek Armenië. De rest leeft in een wereldwijde diaspora, die vooral ontstaan is na de Turkse genocide van 1915, maar die een nieuwe impuls kreeg na het vertrek van de Sovjets uit Armenië in 1991.

Het is vooral die laatste gebeurtenis geweest die ervoor gezorgd heeft dat de Armeense gemeenschap in Nederland de afgelopen tien jaar minstens verdrievoudigd is. Armenië slaagde er niet in de omslag te maken van een communistische geleide economie naar een westerse vrijemarkteconomie. De politieke situatie was onstabiel en de economie zakte als een plumpudding in. Niemand had meer vertrouwen in de toekomst van de onafhankelijke republiek Armenië. Jaarlijks trokken honderdduizenden burgers weg. Er ontstond een exodus, die nog elke dag doorgaat.

Een gezin dat in het afgelopen decennium het straatarme Armenië verwisselde voor het welvarende Nederland, is de in Voorthuizen woonachtige familie Niyazian. Samuël Niyazian, die in november 1995 met zijn vrouw en twee kinderen in Nederland aankwam, heeft onlangs een C-status gekregen en zal binnenkort een Nederlands paspoort krijgen.

Buurvrouw

De Niyazians, die redelijk Nederlands spreken, zijn al goed ingeburgerd. Ruzanna, die in Armenië een ingenieursopleiding volgde: "Wij wonen hier midden tussen de Nederlanders. Ik heb dagelijks contact met mijn buren. Ze komen ook regelmatig bij mij over de vloer. Dat is gezellig en ik leer er de Nederlandse taal beter door spreken."

Contact met andere Armeniërs in Nederland heeft de familie Niyazian wel, zij het niet in overvloed. "Het zijn met name contacten die we overgehouden hebben uit het asielzoekerscentrum."

Samuël en Ruzanna willen zo snel als mogelijk is in hun eigen onderhoud voorzien. Ruzanna heeft zich onlangs in kunnen schrijven bij de Kamer van Koophandel. Het schuurtje achter haar rijtjeshuis heeft ze ingericht als naaiatelier. "Ik naai graag kinderkleren en ben daar volgens anderen bedreven in. Het is mijn bedoeling party's te organiseren en de kleding op die manier bij de mensen aan huis te verkopen."

Samuël heeft nog geen werk; wel ambitieuze plannen. "Het is mijn voornemen natuursteen uit Armenië te gaan importeren, dat hier toegepast kan worden voor bijvoorbeeld grafstenen."

Over de reden waarom de Niyazians hier zijn gekomen, praten ze niet graag. "Wij zeggen liever geen negatieve dingen over ons land. Maar iedereen weet dat het in Armenië slecht gaat. Met de economie, de maatschappij, de politiek. Alles. Er is geen sterke rechtsorde en de veiligheid van burgers is er niet gegarandeerd."

Samuël Niyazian werd op zeker moment, nadat hij deel had genomen aan een demonstratie over Nagorno-Karabach, vlak voor zijn huis neergestoken door agenten in burger, vertelt Ruzanna. Kort daarna nam het gezin de wijk naar Nederland.

Sneeuwbaleffect

Nederland mag dan verhoudingsgewijs niet veel Armeniërs aantrekken, het is wel degelijk een geliefd reisdoel voor asielzoekers uit de Kaukasus, vertelt Noebar Sepojan, voorzitter van het Armeniëfonds Nederland. De uit Turkije afkomstige Sepojan woont al ruim twintig jaar in Nederland. "De meesten van mijn volksgenoten die naar het Westen komen, trekken naar de VS en naar Frankrijk. Dat ze naar die landen gaan, is begrijpelijk. Amerik a heeft een ruim toelatingsbeleid en is een echt emigratieland. Minstens zo belangrijk is het sneeuwbaleffect: waar al veel Armeniërs zitten, komen er ook veel naar toe. Men trekt aan op familie of vrienden. Los daarvan is Nederland populair vanwege de goede opvang en rechtvaardige asielprocedure."

Over de redenen waarom mensen het in Armenië voor gezien houden, is Sepojan kritisch. "Uiteindelijk is het toch de sociaal-economische situatie die de Armeniërs de Kaukasusregio doet verlaten. Dat geldt vooral voor de laatste vijf, zes jaar. Tot 1994/1995 zijn veel Armeniërs Nederland binnengekomen die zeiden om politieke redenen gevlucht te zijn. Dat had te maken met het conflict met Azerbeidzjan over Nagorno-Karabach en met de problemen die de Dashnak-partij ondervond tijdens het regime van Ter Petrosian. In die tijd zijn er inderdaad wel dingen gebeurd die het rechtvaardigden dat mensen op de vlucht sloegen."

Geen vervolging

Sinds 1995 gaat Nederland ervan uit dat politieke of godsdienstige motieven geen reden meer kunnen vormen een Armeniër definitief toe te laten. Sepojan: "Het land mag dan nog geen rechtsstaat zijn zoals Nederland, systematische vervolging om politieke of godsdienstige redenen vindt er niet plaats."

Dat is ook de waarneming van de Franse ambassadeur Michel Legras in de Armeense hoofdstad Jerevan. "Armenië is serieus van plan de doodstraf af te schaffen. Er bestaat al enkele jaren een moratorium op het uitvoeren van die straf. Er is vrijheid van godsdienst." Daar staan enkele negatieve punten tegenover, weet Legras. "Jehovah's Getuigen en hare krisjna's hebben het moeilijk. Openlijke propaganda voor een bepaalde godsdienst wordt door de autoriteiten niet gewaardeerd. Ten slotte is de situatie in het leger niet altijd zoals die behoort te zijn. Mishandeling van soldaten komt voor. Mede daardoor is dienstplichtontduiking een veelvoorkomend verschijnsel."

Maar deze enkele punten kunnen onmogelijk de massale uitstroom uit dit land rechtvaardigen. "Die kan alleen verklaard worden door de bittere armoede en het volledig ontbreken van perspectief."

Hoewel er dus geen sprake is van systematische vervolging, zijn er ook de laatste vijf jaar nog heel wat Armeniërs Nederland binnengekomen. Vorig jaar meldden zich bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zo'n 3450 Armeniërs, van wie 1249 uit Armenië zelf en ruwweg 2200 uit Azerbeidzjan. Sepojan: "De Armeniërs die uit Armenië komen, beroepen zich de laatste jaren vooral op het argument van het gemengde huwelijk. Ze zijn getrouwd met een Azeri en zeggen daardoor in hun land grote moeilijkheden te ondervinden."

Weggejaagd

De grootste groep asielzoekers komt echter uit Azerbeidzjan. Sepojan reageert sceptisch. "Volgens mij wonen er in Azerbeidzjan momenteel, met uitzondering van Nagorno-Karabach, nauwelijks of geen Armeniërs meer. Je kunt daar als Armeniër geen maatschappelijke positie bekleden: je wordt weggejaagd of weggepest. Degenen die zeggen uit dat land te komen, hebben eerst een tijd in Georgië of Rusland doorgebracht alvorens naar het Westen te trekken. Dat ontkennen ze ook niet."

Een Armeniër die uit zijn land weg wil, denkt het eerste aan Rusland, legt Sepojan uit. "Hij is per slot van rekening nog altijd een beetje "homo sovjeticus". Maar nu het ook in die landen slechter gaat, probeert men in het Westen asiel te krijgen."

Dat er bij de motieven van veel Armeense asielzoekers vraagtekens te plaatsen zijn, is ook de indruk van RPF-kamerlid Van Dijke. Deze zomer bezocht hij het land van zijn schoonzoon om een indruk te krijgen van de situatie en te onderzoeken welke mogelijkheden ons land heeft om economische hulp te verlenen. Ook in Nederland heeft Van Dijke inmiddels heel wat gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de Armeense gemeenschap. "De conclusie moet luiden dat veel asielzoekers in wezen economische vluchtelingen zijn. Men wendt voor dat men uit Azerbeidzjan komt, maar hun spraak maakt al openbaar dat dat niet waar is. Zoals wij meteen horen of iemand uit de Achterhoek of uit Zeeland komt,

zo hoort een Armeniër meteen dat veel volksgenoten niet uit Azerbeidzjan komen. Maar het aanvoeren van smoezen komt natuurlijk niet alleen bij Armeniërs voor. Het is een algemeen verschijnsel in de asielwereld."

Toch krijgen nog heel wat Armeniërs daadwerkelijk asiel in ons land. Van Dijke: "Dat houdt voor een deel verband met de algemene problemen in de asielprocedure. Men wacht anderhalf jaar op een beslissing. Is die negatief, dan gaat men in beroep. Weer anderhalf jaar wachten. En zo draait het soms toch nog op een verblijfsvergunning uit."

Diamanten

De Armeniërs die in Nederland aankomen, vestigen zich in een land waar al eeuwen volksgenoten wonen. De eerste Armeniërs, kooplieden, trokken al in de zeventiende eeuw naar Amsterdam, waar zij handelden in diamanten, specerijen en zijde. De Armeense gemeenschap, gesitueerd in de Nieuwmarkt-buurt, bezat een eigen drukkerij en kerk. Dit laatste gebouw aan de Kromboomsloot is sinds 1989 weer in gebruik als Armeense apostolische kerk.

Vanaf de jaren zestig kwam er opnieuw een groep Armeense immigranten naar Nederland. Het waren voor een groot deel Turkse Armeniërs die zich sinds de Turkse genocide in 1915 in hun land nooit meer echt veilig hadden gevoeld. Nu Nederland Turkse gastarbeiders aantrok, zagen zij hun kans schoon. Het is vooral deze groep, afkomstig uit Istanbul en Oost-Turkije, die de basis vormt van de huidige Armeense gemeenschap in Nederland. De grootste groep woont in Almelo, waar zij een eigen kerk en priester heeft.

De gevestigde Armeense gemeenschap in Nederland kijkt met gemengde gevoelens naar de vluchtelingenstroom van de afgelopen tien jaar, weet Sepojan. "Het is een bekend verschijnsel dat een volk in diaspora nog sterkere patriottische gevoelens ontwikkelt dan een volk dat in z'n eigen land leeft. De onafhankelijkheidsverklaring van 1991 bracht hier een golf van vreugde teweeg. Eindelijk hadden we weer een eigen staat. Tegen die achtergrond vinden Armeniërs in Nederland het moeilijk te verteren dat hun volksgenoten massaal wegtrekken van de voorvaderlijke bodem."

Wantrouwen

Het klikt dan ook slecht tussen de 'oude' en 'nieuwe' Armeniërs in Nederland, stelt de voorzitter van het Armeniëfonds Nederland vast. "Er is wederzijds wantrouwen. De nieuwelingen zijn inmiddels even sceptisch tegenover de gevestigden als andersom."

Harutioun Simonian vult aan: "Wij keken altijd op tegen onze volksgenoten in Armenië. Zij waren voor ons een soort van heiligen. Zij bewaakten het land, het grondgebied. En nu komen ze allemaal hierheen. Enerzijds begrijpen we dat, want de situatie is er bar slecht. Maar toch...

Ik weet ook wel wat ze mij antwoorden: "Zullen we dan ruilen?" Het is hun goed recht om die vraag te stellen. Teruggaan doe je inderdaad niet snel, al was het maar vanwege je kinderen die zich hier thuis voelen."

Noebar Sepojan is iets positiever over de mogelijkheid van terugkeer. "De laatste keer dat ik naar Armenië ging, heb ik mijn zoon meegenomen. Met angst en beven. Maar dat viel ontzettend mee. Hij voelde zich er kiplekker. "Pa", vroeg hij, "waarom heb je me altijd zulke sombere verhalen over dit land verteld?""

Remigratie

Terugkeer blijft wel degelijk het ideaal van veel over de aardbol verstrooide Armeniërs, denkt Sepojan. "Als het economisch beter gaat met dit land, zal er zeker remigratie plaatsvinden. Maar hoe krijgt de economie een keer ten goede? Dat is de grote vraag. Buitenlandse hulp is daarbij onmisbaar. En dan niet zozeer noodhulp, maar structurele hulp, investeringen."

Die opvatting is ook Van Dijke toegedaan. De belangrijkste aanbeveling die hij in zijn rapport aan kabinet en Kamer doet, betreft de noodzaak van meer westerse hulp. Daarnaast stelt de parlementariër voor om in Nederland verblijvende Armeense asielzoekers meer mogelijkheden te bieden voor vrijwillige terugkeer, bijvoorbeeld via hulp bij het starten van bedrijfjes. "De wil bij deze mensen is er wel. Armeniërs zijn vaak goed opgeleide, ondernemende mensen. Daar stonden ze in de voormalige Sovjet-Unie wijd en zijd om bekend. Maar na 1991 heeft de apathie toegeslagen. Soms zijn kleine zetjes genoeg om die moedeloosheid te doorbreken."

Dit is het zevende en laatste deel in een serie over Armenië en het Armeense volk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 oktober 2000

Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's

"Veel Armeniërs kunnen best terug"

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 oktober 2000

Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's