Nog is het grote Rusland niet verloren
Minister Primakov spiegelt zich aan fervente rijksverdediger uit vorige eeuw
APELDOORN - Nationale neergang noopt doorgaans tot zelfonderzoek en historische bezinning. Biedt het eigen verleden wellicht moedgevende impulsen? Wijzen voorgangers, die met een vergelijkbare situatie van vaderlands verval kampten, mogelijk een uitweg? De Russische minister van buitenlandse zaken, Jewgeni Primakov, oriënteert zich in elk geval op een ambtgenoot uit de vorige eeuw, Alexander Gortsjakov (1798-1883).
Ter gelegenheid van de tweehonderdste geboortedag van Gortsjakov hield Primakov een redevoering. Die speech is inmiddels afgedrukt in het Russische vakblad "International Affairs". Voor de Amerikaanse politieke analist en Kremlin-kenner Paul Goble liggen de zaken duidelijk: Primakov beschouwt Gortsjakov als "een model" voor Moskous benadering van de buitenwereld in de pijnlijke nasleep van de ineenstorting van de Sowjet-Unie.
Waarom? Wel, heel concreet. In de optiek van Primakov slaagde Gortsjakov erin Ruslands macht en invloed te herstellen na de smadelijke nederlaag in de Krimoorlog tegen Groot-Brittannië.
Gortsjakov aanvaardde zijn verantwoordelijke positie als bewindsman van buitenlandse zaken in 1856. 's Lands toekomst oogde donker. In de woorden van Primakov: "Velen dachten dat zij getuige waren van de begrafenis van het Russische imperium of dat zij in ieder geval Ruslands afglijden naar een tweederangsmogendheid meemaakten".
Een plausibele gedachtegang, erkent Gortsjakovs laattwintigste-eeuwse collega. De Krimoorlog legde immers tal van interne zwakheden van het Russische keizerrijk bloot. De meeste toonaangevende grootmachten van het midden van de vorige eeuw spanden daarenboven tegen Rusland samen. Het lichtende voorbeeld van de weerspannige Tsjetsjenen van vandaag, de Noord-Kaukasische verzetsleider imam Sjamil (1799-1871), waagde zich zelfs aan een vermetele strooptocht op Russisch grondgebied.
Is het verwonderlijk dat veel Russen toentertijd opteerden voor nationale zelfinkeer, voor het "opgeven van de status van grootmacht" (Primakov), voor het aanvaarden van het leiderschap van andere mogendheden? Die defaitistische lijn had de directe voorganger van minister Gortsjakov, graaf Nesselrode (1780-1862), dan ook uitgezet. Nesselrode ging daarin zo ver dat hij serieus voorstelde het departement van buitenlandse zaken maar op te heffen.
Tussen haakjes: over Nesselrode schrijft de Keulse historicus prof. dr. Andreas Kappeler in zijn studie "Russland als Vielvölkerreich" verhelderend: "Een voorbeeld voor het kosmopolitische karakter van Ruslands elite was Karl Nesselrode. Als zoon van een Duitse, katholieke vader en een joodse, protestantse moeder in Lissabon geboren en anglicaans gedoopt, was hij meer dan vier decennia minister van buitenlandse zaken van Rusland, zonder dat hij daarbij ooit leerde de Russische taal werkelijk te beheersen".
Vijf lessen
Gortsjakov toonde zich evenwel voorstander van een totaal tegenovergestelde koers. Voor die resolute ommekeer prijst Primakov hem. Sterker nog, die vormt een leidraad voor Russische externe activiteiten in de toekomst!
Waarvoor stond de energieke opvolger van de volstrekt anders geaarde Nesselrode dan? Gortsjakov achtte "een krachtige buitenlandse politiek" essentieel voor zowel Ruslands binnenlandse modernisering als voor het herwinnen van zijn buitenlandse invloed. In de volgende dertig jaar overtrof Gortsjakov de verwachtingen van zijn tijdgenoten ruimschoots, roemt lofredenaar Primakov.
Wat kunnen Gortsjakovs volksgenoten dezer dagen van hem leren? Diens aanpak bevat niet minder dan vijf lessen, argumenteert Primakov. Ten eerste demonstreerde Gortsjakov dat een zelfs door verlies verzwakt Rusland een actieve buitenlandse politiek kan voeren. Inderdaad, benadrukt Primakov, in Gortsjakovs kielzog, want Rusland rest geen andere keus.
In de tweede plaats wenste Gortsjakov de Russische buitenlandse politiek te behoeden voor een al te beperkte, eenzijdige oriëntatie. Nee, het vaderland diende zich wereldwijd en breed te manifesteren.
Ten derde kan Primakov zich helemaal vinden in het rotsvaste vertrouwen van Gortsjakov dat Rusland "genoeg kracht" bezit om een leidende rol op de aardbol te spelen.
De vierde nagelaten les van de 19e- eeuwse diplomaat geldt het uitbuiten van de ressentimenten van veel kleinere staten jegens grotere landen. Op deze wijze kan Rusland evenzeer zijn eigen invloed uitbreiden.
De vijfde en laatste les van de vroegere "politieke grootmeester" is naar het oordeel van leerling Primakov niet meer van deze tijd: het behoedzaam manoeuveren tussen de grootmachten in Europa is echt verleden tijd, passé.
Verdacht voorstel
De hedendaagse Russische bewindsman van buitenlandse zaken geeft een beter recept. Moskou moet streven naar "constructieve bondgenootschappen met alle landen in plaats van op zoek te zijn naar de een of andere 'mobiele' dan wel permanente coalitie". Dat klinkt weliswaar bijzonder constructief, maar strookt intussen moeilijk met Primakovs praktische beleid.
De toepassing van deze vijf principes illustreert, aldus alweer Primakov, dat Gortsjakov de fundamenten van de Russische buitenlandse politiek begreep. Hij kent aan dit inzicht een fraai motto toe: "Er zijn geen constante vijanden, maar er zijn constante nationale belangen".
Het gaat erom dat de Russische diplomatie evenwichtig opereert. In concreto houdt die benadering in: geen "buitensporige eisen" stellen. Claims die geen rekening houden met de gebeurtenissen van de afgelopen tien jaar. Anderzijds is het bewust aannemen van een te laag internationaal profiel eveneens taboe. Want dat negeert weer Moskous eigen mogelijkheden.
Bij die essentiële notie sluit Primakovs visie op Ruslands relatie met het 'beschaafde Westen' aan. Zij mag beslist niet koste wat het kost prevaleren.
Interessant genoeg stipt analist Paul Goble een schijnbare tegenstrijdigheid aan in Primakovs reactie op Gortsjakovs overlevering. De laatste ijverde voor de consolidering van de territoriale integriteit van het Russische imperium. Primakov betoogt dat die situatie onherroepelijk voorbij is. Het imperium en de Sowjet-Unie zijn beide uiteengevallen. "De realiteit van vandaag gedoogt niet het in twijfel trekken van de soevereiniteit van de voormalige republieken van de USSR". In één adem laat hij daar echter op volgen dat Moskou zich tot het uiterste moet inspannen om "de staten op het grondgebied van de vroegere Sowjet-Unie dichter bij elkaar te brengen door economische integratie, ja door "het scheppen van één economisch grondgebied".
Bepaald geen geruststellende toekomstprojectie voor Moskous "nabije buitenland" én het Westen, vindt Paul Goble. Zeker niet wanneer we bedenken dat Primakov dit voorstel oppert in de context van zijn bewonderi ng voor een van Ruslands gepassioneerdste verdedigers van het imperium.
Een bevriende historicus uit Oost-Europa kan zich in die kritische kanttekening van Goble helemaal vinden. "Je houdt je hart vast. Direct na de verloren Krimoorlog was Rusland een prettig land voor zichzelf en de buren. Het stond open voor interne vernieuwingen. Gortsjakov bewees dat het land uit een diep dal kon klimmen. De historische parallel die Primakov trekt, ligt al met al voor de hand. Nogmaals, wij -Rusland en de buitenwacht- mogen ons hart vasthouden voor de lessen die hij de Russen uit Gortsjakovs carrière voorhoudt".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 augustus 1998
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 augustus 1998
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's