„Ook in e-mail-tijdperk is er plaats voor email”
Bedrijfin Naarden wil nieuwe toekomst voor oud product
NAARDEN - Een geëmailleerd straatnaambord. Het lijkt een beetje uit de tijd, maar als het aan Holland Email ligt, treffen we het in de toekomst weer steeds meer aan. „Het aantrekkelijke zit in de duurzaamheid ervan”, legt Alexander de Jonge Oudraat van genoemde onderneming uit. ,,En je moet het natuurlijk mooi vinden”.
Email is tegenwoordig niet echt populair. Het kreeg door de jaren heen een wat nostalgisch karakter. De ontstaansgeschiedenis van het nog piepjonge bedrijf in Naarden illustreert dit. Het verrees uit het faillissement van een fabriek die hetzelfde werk afleverde. Toen die bv het niet redde, zetten de medewerkers de productie voort.
Met z’n vieren proberen zij nu het ambachtelijk emailleren nieuw leven in te blazen. Zij hopen het imago van hun vak op te poetsen. „De bemerk in ieder geval dat er voldoende belangstelling bestaat voor wat wij aanbieden”, zegt De Jonge Oudraat, die de commerciële aspecten behartigt en daarmee feitelijk de kar trekt. Op een open zolder, boven de hal waarin de machines en de oven staan, heeft hij voorlopig zijn bureau geïnstalleerd.
Geschiedenis
In 1927 richtten de blikfabrikanten gezamenlijk een emailleerbedrijf op. Zij gaven het de naam Langcat en vestigden het in Bussum. Het maakte behalve straatnaamborden onder meer naamplaatjes, huisnummers en reclamepanelen.
Na de oorlog kwam er een grote klant bij. De ANWB bestelde er regel matig verkeersborden en richtingaanwijzers. Halverwege de jaren zeventig verhuisde Langcat naar Almere. De firma telde toen zo’n honderd personeelsleden. Zij haalde in hoofdzaak orders binnen voor kleine aantallen decoratieve producten, zoals embleemborden voor Bovag-garages, ambassadeschilden en peilschalen voor de waterschappen.
De ANWB haakte later af. Die gaf voortaan de voorkeur aan aluminium boven email. De onderneming raakte in de versukkeling. Telkens traden er nieuwe eigenaren aan. Zo ging zij in 1993 over in handen van DRD uit Delft, een inderhaast opgerichte bv. Waarschijnlijk was het betrokkenen meer te doen om het onroerend goed dan om de industriële component van het geheel.
Nieuwe start
In oktober vorig jaar volgde voor DRD/Langcat het faillissement. Op dat moment stond er, na de eerdere afslankingen, nog maar een handjevol mensen op de loonlijst. Onder hen Alexander de Jonge Oudraat, die begin 1995 in dienst was gekomen als verkoper. „Ik was meteen gegrepen door het email”, vertelt hij. lukte vrij snel een financieringsbron Hij stak met enkele collega’s de hoofden bij elkaar. Zij besloten een poging te wagen de activiteiten van de definitieve ondergang te redden. Het aan te boren. Met het benodigde kapitaal kochten zij van de curator de productiemiddelen, waarna zij half februari in een pand in Naarden opnieuw startten.
Wat bracht hen tot dit initiatief? De Jonge Oudraat: „We wilden weer aan de slag en we wisten dat het gezien onze leeftijd moeilijk zou zijn elders iets te vinden”. Zo werd Holland Email geboren, wat hij wel eens aanduidt als „Jiet jongste startende bedrijf met de gemiddeld oudste werknemers”.
„Maar we waren er ook van overtuigd dat een efficiëntere opzet goede kansen bood op succes. In Almere zaten we in een duur gebouw en kamp ten we met hoge overheadkosten. Dat was niet meer op te brengen. We opereren nu veel goedkoper. Bovendien behoefden we, in de situatie van een faillissement, natuurlijk niet de hoogste prijs te betalen”.
Wat de afzetkant betreft: „Veel klanten zijn met ons meegegaan. En verder brandde half januari in Soest een emailleerbedrijfje af. Dat verdween van de kaart en dat was voor ons niet ongunstig; wij kregen daar extra handel door”.
Oppervlaktetechniek
We stappen over naar de technische kant van het verhaal. „Emailleren kun je aanmerken als een oppervlaktetechniek”, zet De Jonge Oudraat uiteen. „Email is een mengsel van glas, klei, kleurstof, water en stelmiddelen, die voor de binding zorgen. Die elemen ten gooi je in een molen. De fijngemalen emulsie spuit je vervqjgens op een bepaald object. In een oven, met een temperatuur van boven 800 graden, wordt het email daarna gebakken”.
„Afhankelijk van het aantal kleuren, herhaal je dat procédé voor hetzelfde product. Je gebruikt dan sjablonen. Ook zeefdrulien met speciale emailpasta’s is een veel gehanteerde methode”.
Als we door de fabriekshal wandelen, horen we nadere bijzonderheden. Bij 70 tot 80 procent van de productie beperkt Holland Email zich niet tot het aanbrengen van een laagje email, maar vervaardigt het ook het te bewerken materiaal. Het koopt staal in en buigt en knipt dat in de juiste afmetingen.
„De belangrijkste ‘eigenschap van email vind ik de duurzaamheid ervan”, aldus de manager. „De kleuren blijven tot in lengte van jaren goed. Je pakt het hele object als het ware in glas in. Het kan een grote druk weerstaan en het is bestand tegen de schadelijke effecten van het zonlicht en van agressieve stoffen. Dat laatste maakt het uitermate geschikt voor bijvoorbeeld de bewegwijzering in het Botlekgebied”.
Ambachtelijk werk
Email komen we in de huishoudelijke omgeving onder andere tegen op potten en pannen, op boilers en op kookapparaten. Dan gaat het om een laag in één kleur, zonder letters of figuren. De emailleerders in Naarden richten zich meer op het decoratieve, ambachtelijke werk, met tekst „ en kleur.
Op dat terrein vormen zij met elkaar een uniek bedrijf in ons land. „Wij hebben geen concurrenten in de zin van marktpartijen die hetzelfde doen. Onze concurrenten zijn alternatieve materialen, zoals aluminium en kunststof’, benadrukt De Jonge Oudraat.
Hij voert een intensief acquisitiebeleid. Zo benadert hij de gemeenten om de herinvoeriilg van het geëmailleerde straatnaambord te bepleiten. „Amsterdam gebruikt ze nog steeds. De hoofdstad is een goede klant van ons. Ik bespeur trouwens bij veel bestuurders weer een toenemende interesse voor email, vooral voor het gebruik ervan in een oude binnenstad of in een gerenoveerd centrum”.
En verder merkt hij op: „Email bezit het imago van kwaliteit en ambachtelijk. Daar moet je dus van profiteren. Je zoekt naar klanten onder bedrijven en winkels die streven naar ook zo’n uitstraling. Dan kun je denken aan de warme bakker en aan bepaalde biermerken”.
Plannen
Met betrekking tot de toekomst verklaart De Jonge Oudraat: „We moeten nuchter zijn. Eerst de opdrachten perfect afleveren en de investering terugverdienen. Als wij maar mooie dingen blijven maken en hard aan de bel trekken bij potentiële klanten, lukt het wel”.
Ondertussen broedt hij op allerlei plannen. Zo mikt hij op andere distributiekanalen dan -tot nu toe gebruikelijkde ijzerwinkel. Hij denkt aan afzet van geëmailleerde artikelen via doe-het-zelf-ketens. Hij overlegt met kunstenaars en hij is bezig met technische experimenten, waarvan de resultaten naar zijn zeggen het begrip email uit de nostalgische sfeer zullen halen.
De Jonge Oudraat droomt niet van een groei naar een grote onderneming. „Maar we zijn wel blij dat we ons werk kunnen doen; werk waarop we trots zijn. Ook in het e-mail-tijdperk is er nog steeds plaats voor email”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 8 juli 1996
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 8 juli 1996
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's