Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Over de kraplap doe je een uur"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Over de kraplap doe je een uur"

Het verleden herleeft: Spakenburgse trouwt in klederdracht

4 minuten leestijd

BUNSCHOTEN-SPAKENBURG - Niets is zo aan mode onderhevig als klederdracht. Dat blijkt bij een bezoek aan het Spakenburgs Museum 't Vurhuus. Het museum, gevestigd in een paar oude visserswoningen, heeft dit jaar een expositie met als thema "Gereet en gekleet naar hun staat". Aan de hand van bepaalde scènes, zoals een kerkgang en een boerin die uit melken gaat, wordt de variëteit in de Spakenburger kostuums uitgebeeld.

„Veel van de tentoongestelde kostuums zijn uniek", vertelt conservator B. Zwaan tijdens een rondleiding. „Neem het welgestelde veehoudersechtpaar uit 1825. Mevrouw draagt een kostuum waarvan er nog maar één is in het hele dorp. Het jak en de rok zijn van dezelfde stof. Ze draagt een schort van Friese stof, schoenen met zilveren gespen, een originele karkasmuts met onderin zeer grote gouden mutsenbellen en een halsketting van granaten met een gouden slot. Granaten zijn kleiner dan bloedkoralen en ook minder kostbaar. Bloedkoralen zijn hier niet gedragen, voor zover ik weet. Wij prijzen ons heel gelukkig dat dit originele kostuum in ons bezit is. We hebben er veel moeite voor moeten doen".

Een ander tafereeltje speelt zich af in een kruideniers- annex stoffenwinkeltje. „De stoffen die op de planken hggen zijn allemaal antiquarisch en uniek. Er zijn er bij die meer dan tweehonderd jaar oud zijn. De collectie die hier uitgestald is, hebben we de afgelopen 28 jaar opgebouwd".

De expositie vervolgt met een Spakenburger kamer in rouwsfeer. Een oude grootmoeder krijgt er haar kleinkinderen op visite. „Grootmoeder is in zware rouw", vertelt Zwaan. „Dat is niet alleen te zien aan haar kostuum, maar ook aan de bedsteegordijnen. Die zijn in de rouwperiode niet gebloemd en het lint onder aan de gordijnen is blauw in plaats van rood. De doeken achter het kant van de bedslopen zijn ook blauw. De bedstee was opgenomen in de rouwvoorschriften van Bunschoten en Spakenburg. Dat was een ongeschreven wet. Al had je in de kamer honderd bontgekleurde borden, dat maakte allemaal niets uit. Die mochten blijven staan".

Bontgekleurd

Dat de Spakenburgers van bontgekleurde borden houden, blijkt wel uit deze kamer en uit de vitrinekasten die vol staan met porselein. „Vooral vroeger gold: hoe bonter, hoe mooier". Alle spullen die in het museum staan zijn eigendom van de gemeente Bunschoten-Spakenburg. De gemeente heeft ze, samen met het gebouw, in bruikleen gegeven aan de Stichting Spakenburgs Museum 't Vurhuus.

Het museum wil zijn collectie graag uitbreiden. Maar dat gaat langzaam. „We zoeken alleen oude, zeldzame kostuums. En ze moeten origineel zijn. De moeilijkheid is dat de kostuums vroeger tot in het oneindige versteld werden. Daarna gooide men ze weg. Bepaalde kostuums zullen we dan ook nooit in onze collectie kunnen opnemen, om de eenvoudige re-, den dat ze er niet meer zijn".

Op het moment beschikt het museum over tientallen verschillende kostuums, zegt conservator Zwaan. „Zeker meer dan honderd. Dat is ook logisch als je bekijkt voor welke gelegenheden men kostuums bezat. Er waren kostuums met verschillende rouwgradaties, men had speciale kerkkostuums, wandelkostuums, kostuums om mee op visite te gaan, kostuums voor de woensdagavondkerk en dan nog het alledaagse werkkostuum. Je moest dus over een aanzienlijke klerenkast beschikken om dit allemaal te bergen".

Het museum draait op een groot aantal vrijwilligers. De meeste zijn nog in klederdracht en dragen de bekende kraplap over de schouders. „Vroeger werd de kraplap niet in het openbaar gedragen. Dat is iets van later tijden. Het is altijd een heel werk om de kraplap goed in model te krijgen. Je moet de lap strijken en stijven. En aan het eind wordt de kraplap ook nog glanzend gemaakt. Dat vinden de dames mooier", aldus Zwaan. „Nadat een kraplap gewassen is, duurt het ongeveer drie kwartier voor hij weer in model zit".

Mevrouw Ter Haar, vrijwilligster in het museum en nog in Spakenburger klederdracht, corrigeert de museumconservator met kennis van zaken. „Over het strijken en stijven van een kraplap doe je zeker een uur. En dan moet je nog knap doordoen".

Trouwerij

Ook in Bunschoten-Spakenburg wordt de klederdracht steeds minder gedragen. Maar deze maand leeft nog een keer een stuk Spakenburger historie op. Er trouwt namelijk een 49-jarige dame in originele klederdracht. Mevrouw Ter Haar: „Het hele dorp loopt dan uit, hoor. Het zou wel eens de laatste kunnen zijn die op deze manier trouwt".

Mevrouw Ter Haar is nog een van de 750 mensen in het dorp die in dracht gaan. Ze vindt het jammer dat veel mensen in de jaren zestig en zeventig de dracht hebben afgelegd. „Maar ja, dat gebeurt. De meisjes gaan leren, ze worden secretaresse en dan gaan ze burgerkleding dragen".

Het Spakenburgs Museum zal er alles aan doen om iets van het culturele erfgoed van Bunschoten-Spakenburg te bewaren. „Maar", aldus Zwaan, „wat we hier tentoonstellen is het mooie deel van het leven in Bunschoten-Spakenburg. Er is ook nog een ander deel. Dat zie je in de tot museum omgebouwde visrokerijen. Daar word je geconfronteerd met de rauwe realiteit van het leven hier: werken, werken en nog eens werken".

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 juni 1992

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

„Over de kraplap doe je een uur"

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 juni 1992

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's