Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zwitserse Reformatie was anders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zwitserse Reformatie was anders

Vanaf het begin was er een element van collegialiteit aanwezig

12 minuten leestijd

Het bekoorlijke van de Reformatie is gelegen in de verscheidenheid waarmee haar beginsel werd beleefd en beleden. In de meest fundamentele stukken is er sprake van een onmiskenbare eenheid. Die eenheid raakt de belijdenis van de rechtvaardiging door het geloof alleen. Luther heeft de kracht daarvan op een heel persoonlijke manier ervaren.

Het verhaal daarvan is bekend: de monnik in het klooster kan geen rust vinden, totdat hem door het Woord Gods de deur in het paradijs wordt geopend. Luther voelde zich herboren. De vrede van God nam hem in bezit. En de prediker der genade was in hem wakker geworden, geroepen als hij zich wist door God alleen. Een machtige impuls is van deze prediking uitgegaan over geheel Europa. Zij vond weerklank. Zij werkte bevrijdend. Zij doorbrak de kluisters in de harten van mensen. Zij schiep een nieuwe wereld, waarin de kerk van de Reformatie het Woord van God deed horen.

Het is onvoorstelbaar met wat voor gretigheid het Evangelie werd beluisterd. En op dit punt was er een eenheid, die kenmerkend was voor de gehele reformatorische beweging. De drie "sola's", zoals wij ze plegen te noemen, geven de rijkdom van het herontdekte Evangelie weer: alleen door genade, alleen door het geloof, alleen door de Schrift.

Verscheidenheid

Toch is er bij deze diepe eenheid binnen de gehele beweging ook sprake van een rijke verscheidenheid. Het is de moeite waard om ook daar bij stil te staan. We kunnen deze verscheidenheid heel goed in het oog krijgen, wanneer we letten op het eigenaardige karakter van de Reformatie in Wittenberg en in Zwitserland. Een paar dingen vallen onmiddellijk in het oog. In Wittenberg is het vooral Luther geweest die jaren aaneen zijn stempel heeft gezet op de ontwikkeling der dingen. Zonder twijfel mag men hem beschouwen als de eigenlijke reformator van Duitsland. Zijn invloed was groot. Zij duurde ook geruime tijd. En na zijn dood kon men telkens horen: „Luther zei..."

In vergelijking daarmee was de situatie in Zwitserland anders. Zwingli heeft —het is duidelijk—, de zaak van de Reformatie in Zwitserland aangevangen. Maar van meetaf stond om hem heen een aantal mannen die aan de beweging een zo grote mate van verscheidenheid hebben geboden. Bulhnger was niet alleen Zwingli's opvolger. Hij was van meet af aan ook een medestander. Zurich gaf met deze twee mannen aan het roer leiding aan het gebeuren. Maar tegelijk was er een aantal mensen die het beeld mede bepaalden; in Bern was het Halier, in Bazel was Oecolampadius actief. Aan Geneve zou Calvijns naam met die van Farel en Viret blijvend verbonden worden. Er was vanaf het begin een element van collegialiteit in de Zwitserse Reformatie aanwezig.

Dit element werd versterkt door een bijkomend feit dat, juist omdat het op de achtergrond mee bleef spelen, van betekenis zou worden. De Wittenbergse Reformatie stond in het teken van een groot territorium. Een uitgestrekt gebied kwam onder de beademing van het Evangelie. Dat veranderde aan het Evangelie niets. Maar het betekende wel iets voor de gestalte of vorm waarin de kerk zich in de wereld ging vertonen: een kerk waarin op den duur de landvorst een rol zou gaan spelen. In Zwitserland daarentegen kwam het Evangelie in een samenleving die getekend werd door het beeld van de stad Zurich, Bazel, Bern, Geneve, Straatsburg, Konstanz: het waren stedelijke samenlevingen. De stedelijke structuur was van betekenis voor de ontwikkeling van een meer democratisch bestel, dat niet alleen de magistraatslichamen kenmerkte, maar dat eveneens doorwerkte in de kerkelijke vormen van ambt en gemeente, van synodes en vertegenwoordigers.

Men kan niet zeggen dat het synodaal- presbyteriale kerkmodel daaraan zijn ontstaan te danken heeft. Maar het is niet te loochenen dat het wel invloed heeft gehad op het tot stand komen van de synodale gedachte.

Maar al deze dingen raken nog slechts in zekere zin de buitenkant. De collegialiteit en de 'democratische' inslag van de Zwitserse Reformatie zouden, als het er op aankomt, niet voldoende zijn om het verschil tussen beide manieren van Reformatie aan te geven. Daarvoor moeten we dieper peilen. De Zwitserse theologie, of althans de manier waarop men met de dingen van de Schrift omging, was op een andere leest geschoeid dan die van Luther en de zijnen. Op drie factoren kan men hier wijzen.

Uitleg van de Bijbel

Allereerst is er de manier waarop men met de Schrift omging. Voor beide bewegingen, zowel in Zwitserland als in Wittenberg, gold het principe van het gezag van de Schrift, als openbaring van God. De Schrift is geen mensenwoord zonder meer. De Schrift is het Woord van God. Maar voor Luther ging het in dit Woord Gods om de boodschap van de rechtvaardiging door het geloof alleen. De Schrift predikt Christus. En Schrift is dan ook alleen „was Christum treibet". Luther hanteerde daarmee een norm die hem in staat stelde om de Schrift te verstaan en om haar te beoordelen. Kon hij Christus niet vinden in een tekst, dan was die tekst voor hem discutabel. Of hij exegetiseerde met behulp van de allegorische methode, totdat hij Christus in deze tekst had gevonden. Die methode had dan ook bij tijden meer weg van inlegkunde dan van een zuivere verklaring van de Schrift. Zij hing samen met het feit dat Luther van de tekst naar de canon ging.

In dit stuk van zaken stonden de Zwitsers op een meer ongecompliceerde manier tegenover de tekst van de Schrift. Zij gingen van de canon naar de tekst. We bedoelen daarmee dat zij de Schrift bij voorbaat aanvaardden als het Woord van God. En dat zij in hun verklaring van de Schrift de tekst als tekst lieten spreken. Calvijns methode van Schriftverklaring is dan ook een andere dan die van Luther. De methode van de prediking werd daarmee ook een andere. De lutherse Reformatie kent het zogenaamde pericopenstelsel: gedeelten van de Schrift keerden in liturgie en prediking terug, stereotiep. De gereformeerden, geschoold in Zwitserland, volgden bij voorkeur in hun prediking de teksten op de voet. Zij wandelden in hun prediking hele bijbelboeken door. Zwingli preekte zondagen aaneen, en ook in door-de-weekse beurten, uit één bijbelboek. Hij werd daarin gevolgd door anderen. Ook zij stonden op een klare en heldere Christusprediking. Maar zij lieten zich daarbij veel meer leiden door de tekst van de Schrift in haar geheel en in haar samenhang. Luthers spreuk: "sola scriptura" aanvaardden zij geheel en al. Maar zij hadden er een andere spreuk bij: "tota scriptura". De Schrift alleen. Maar ook de Schrift geheel. Geen selectie die wij tot stand brengen, maar de gehele Bijbel is het Woord van God. Ook de brief van Jacobus.

Kerkopvattingen

Een tweede factor die kan dienen om enigszins het verschil aan te duiden tussen de Zwitserse en de Wittenbergse Reformatie, treffen we aan in de opvattingen omtrent de kerk en haar structuur. Op de achtergrond speelde, zoals boven reeds werd aangeduid, de stedelijke structuur en die van het territorium. De magistraat in de stad trachtte de reformatorische beweging in de hand te houden. De landsvorst in de lutherse gebieden bemoeide zich intensief met het kerkelijke leven. Door allerlei andere oorzaken, waaronder ook theologische, gaf Luther het bestuur van de kerk in zekere zin uit handen. Hij vertrouwde dit toe aan de vorst. Daardoor kwamen de eigenlijke kerk-vragen ook niet zozeer op het lutherse programma voor. De landsvorst zorgde voor de gang van zaken. Hij had er zijn eigen personeel voor, samengebracht in het consistorie, dat er op Luthers terrein heel anders uitziet dan op gereformeerd gebied.

Zwingli, Oecolampadius, Bucer en Calvijn echter zagen de kerk als de hoedster van het Woord, dat ook in de samenleving gezag moest hebben. Over de wijze waarop dit gebeurde was er weliswaar verschil, dat ik hier echter nog laat rusten. De kerk hoorde er voor de gereformeerden zeer wezenlijk bij. Niet slechts als de plaats van de prediking, maar ook als het gebied waar de prediking vrucht draagt. De gemeente is niet alleen een preekgemeenschap. Zij is ook een avondmaalsgemeenschap. Er is niet alleen de leer die gepredikt wordt. Er is ook de levensstijl die gevormd wordt. Er is een doctrina. Maar er is ook een disciplina. Leer, dienst en tucht behoren bijeen. Daardoor kon het gebeuren dat gereformeerden mensen van de kerk zijn geworden. De kerk, die er wezenlijk bij hoort. En daarom is gereformeerde vroomheid ook altijd doortrokken van kerkelijk cement. Men kan dit beschouwen als een voordeel. Maar deze oriëntatie op de kerk kan ook wel eens in een nadeel omslaan. Soms denkt men, dat hier een van de oorzaken ligt van de grote kerkelijke verdeeldheid. Dan is er belangstelling voor de kerk, grote belangstelling zelfs, innige betrokkenheid. Maar de kerk kan ook iets op zichzelf gaan worden: los van de Schrift en zelfs los van de boodschap die zij heeft te brengen. Dan is er het kerkisme, of er ontstaat een verdeeldheid, die een al te sterke belangstelling voor de kerk-alleen verraadt. En dit was nimmer de bedoeling van de Zwitserse Reformatie. De kerk is er vanwege de genade. Zij heeft de boodschap van de vrije genade te brengen.

Prediking van genade

Maar ook op dit punt is er sprake van enig verschil tussen de Zwitserse en de lutherse Reformatie. De lutherse Reformatie stelt de vraag: Hoe word ik rechtvaardig voor God. Het antwoord is: Alleen door een waar geloof. De Zwitsers gingen nog een stap verder. Zij vroegen ook: Wie werkt dit geloof in u? Vanwaar komt het geloof? En zij antwoordden: Het is een gave van de Heilige Geest. Luther ontkende dit vanzelf niet. Maar het ontving bij hem niet die nadruk die voor de zaak vereist was. Er is zelfs een tijd geweest dat er op dit punt een tegenstelling groeide tussen de Zwitsers en de lutheranen. Deze trad aan het licht op een godsdienstgesprek dat in 1529 te Marburg werd gehouden over het avondmaal. De kwestie daarachter was de gehele vraag van de toeëigening van het heil. En het was bij die gelegenheid dat het zware woord van Luther viel tegenover Bucer: „Gij zijt van een andere geest dan wij".

Luther kon zich niet voorstellen dat men over de Heilige Geest kon spreken, zoals de gereformeerden deden, zonder een geestdrijver te zijn. Zo kon het gebeuren dat de lutherse Reformatie ook anders ging spreken over de genadige verkiezing van God. Luther had in zijn conflict met Erasmus in bijzonder duidelijke termen de leer van de verkiezing ter sprake gebracht. De latere lutheranen distantieerden zich daarvan. Zij konden het maar kwalijk verdragen dat de gereformeerden hun deze passages uit Luthers geschrift over de gebonden wil bleven voorlezen. Menig geschrift van gereformeerde zijde verwees naar Luthers oorspronkelijke opvatting. Men kan daarom wel de stelling verdedigen dat de gereformeerden trouw zijn gebleven aan Luthers gedachten op dit punt, ofschoon zij dikwijls een wat minder krasse manier van spreken gebruikten.

Ook zij leerden de rechtvaardiging door het geloof alleen, maar zij zagen dit geloof als vrucht van de wedergeboorte en als teken van de verkiezing der genade.

IJver voor eenheid

Zo is er op enkele belangrijke punten zeker wel verschil aan te wijzen tussen de luthersen en de gereformeerden. Maar we mogen niet vergeten dat deze punten vooral voor de laatsten geen overwegend bezwaar betekenden. De gereformeerden hebben getracht om de eenheid van de reformatorische beweging na te streven. Ook toen er eenmaal een breuk was geslagen tussen de lutheranen en de gereformeerden hebben zij getracht om die breuk te herstellen. De eenheid van de kerk ging hun zeer ter harte.

In Nederland is de invloed van de Zwitserse Reformatie ten slotte van doorslaggevende betekenis geworden. De reformatorisch gezinden oriënteerden zich op de Zwitserse Reformatie. Dit hing samen met de strijd die de protestanten in de Nederlanden hadden te voeren. Zij kozen voor het verzet tegen Spanje. Luther was, wat het recht van verzet aanging, zeer terughoudend. Verbiedt de overheid de dienst van God, verlaat dan de stad en schud het stof van uw voeten.

De gereformeerden lazen de tekst anders. Zij konden niet concluderen dat hij betrekking had op de overheid. En ging het om die overheid, dan wisten zij dat men God meer moet gehoorzamen dan de mensen. Zij kwamen in opstand. In die strijd wisten zij zich gesteund door de gedachtenwereld van de Zwitserse Reformatie. En toen de vrijheid daagde, kon die Zwitserse invloed eerst recht van kracht worden. Maar toen bleek ook dat men zich binnen de Zwitserse Reformatie niet oriënteerde op Zurich, maar op Geneve. Zwingli had een idee van een soort stadsstaat ontwikkeld, waarbinnen de kerk was opgenomen zonder een eigen krachtige structuur. Anderen, zoals Oecolampadius van Bazel, Bucer van Straatsburg en vooral Calvijn van Geneve waren voorstanders van een vrije kerk binnen een vrije samenleving, samen zich buigend onder het éne Woord van God.

Keuze in Nederland

Voor die structuur hebben de gereformeerden in Nederland gekozen. Zij hebben daarvoor aan Zwingli en Bullinger op den duur minder betekenis toegevoegd dan aan Calvijn en Beza. De Zwitserse Reformatie heeft derhalve via Calvijn en zijn opvolger invloed behouden in Nederland. De eerste martelaren die hier het leven lieten, waren lutherse monniken. Het was in de jaren twintig van de zestiende eeuw. Ruim veertig jaren later kwam het calvinisme met kracht vanuit het Zuiden naar het Noorden toe. En het was in deze vorm, theologisch en maatschappelijk, dat de Zwitserse Reformatie hier gestalte kreeg: zegenrijk verbond het element van oorspronkelijk luthers denken zich met de factoren die bestand zouden blijken tegen de Spaanse overheersing.

Een vrije kerk? Al spoedig zou blijken dat de kerk zich op Calvijn kon beroepen, maar dat de overheden zich gedroegen naar Zwingliaanse ideeën. Het betekende strijd tussen kerk en staat, die niet eerder beslecht werd dan toen de vrije kerk ontstond in de negentiende eeuw. Zij trachtte de oorspronkelijke gedachten van de Zwitserse Reformatie te verwezenlijken. Is het haar gelukt? Wie let op de toestand waarin kerk en staat zich vandaag bevinden, kan moeilijk positief antwoorden.

Maar er blijft een roeping liggen om ons te laten leiden door de boodschap die in de zestiende eeuw heel Europa in beweging bracht. Nu het verenigde Europa zich aandient, mogen wij de reformatorische kracht uit het verleden niet vergeten. Moge zij in onze eeuw werkzaam worden als in de eeuw van de Reformatie.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1991

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's

Zwitserse Reformatie was anders

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1991

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's