Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ontgoochelde leden sekte staken strijd tegen machtig Genootschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ontgoochelde leden sekte staken strijd tegen machtig Genootschap

Secretaris Klein (83): Jehova's Getuigen hebben geld, wij niet

6 minuten leestijd

ROTTERDAM/UTRECHT (ANP) - De Nederlandse Vereniging van Ontgoochelden houdt op te bestaan. Twaalf jaar lang streden de ex-Jehova's Getuigen tegen het oppermachtig Wachttorengenootschap. De secretaris en de voorzitter hebben de strijd op doktersadvies gestaakt en geschikte opvolgers zijn er niet.

De 83-jarige secretaris N. Th. Klein, nog steeds strijdlustig: „Tegen deze levensgrote, wereldwijde organisatie kunnen wij niet op. Zij, hebben geld, naar schatting vijf miljard gulden aan vermogen. Wij hebben geen geld, we hebben er zelfs op toegelegd".

De vereniging, in 1979 door Klein en enkele anderen opgericht, telde op het laatst 700 leden. Ze behartigde de belangen van „alle Nederlandse slachtoffers die door het Wachttorengenootschap geestelijk, lichamelijk en financieel zijn getroffen". Volgens Klein zijn alle 31.000 Jehova's Getuigen in Nederland potentiële slachtoffers.

Ook SOS te gronde

Die slachtoffers zijn er nog steeds, het worden er zelfs meer. Maar Klein en de zijnen kunnen niet veel meer voor hen doen. Zelfs doorverwijzen naar de SOS -de Samenwerkende Ouders Sekteleden- kan niet meer, want die vereniging ging eerder dit jaar ook al te gronde.

„We hebben honderden mensen kunnen redden", zegt Klein, toch tevreden. Hij heeft heel wat ontgoochelde Jehova's Getuigen op bezoek gehad die zich probeerden te ontworstelen aan „het angstgeloof' en „de terreur" van het Wachttorengenootschap. Op de bank in zijn Rotterdamse flatje zijn vele tranen geplengd.

Zijn vrouw toont een bloemstukje, gekregen van een Belg die uit dankbaarheid voor Kleins inspanningen eerder al 1500 gulden aan de armlastige vereniging had geschonken. Anders dan haar man, is zij nooit voor de sekte van de Jehova's Getuigen de straat op gegaan. „Het is een heel moeilijk leven geweest", zucht ze. „Hij was blind voor alles, zag niks meer".

„Ik nam zelfs onze dochter mee langs de deuren", bekent Klein, die achttien jaar als 'pionier' met lectuur moest leuren. „Maar zij is er gelukkig nu ook uit, het gezin is weer compleet, normaal". Zijn vrouw is hervormd opgevoed en had dus bijbelkennis in huis. Hij als rooms-katholiek liet zich daarentegen overbluffen door de vervalste bijbelteksten van de Jehova's Getuigen.

Louter commercieel

Het Wachttorengenootschap gebruikt de Bijbel louter voor commerciële doeleinden, weet Klein. Angst voor het naderende wereldeinde (Armageddon), de verbreking van relaties met ongelovigen, de bijna dagelijkse studiebijeenkomsten, ja zelfs de deur-aan-deur-methode vloeien rechtstreeks voort uit de eigenzinnige Nieuwe Wereldvertaling.

Toen in 1975 bleek dat de wereld toch niet ten onder ging, verloren Klein en vele anderen definitief het vertrouwen in het Wachttorengenootschap, dat alleen voor Jehova's Getuigen redding van de ondergang had aangekondigd. Intussen was het hoofdwartier in New York echter wel vele miljoenen rijker, afkomstig van de arme 'gelovigen' die in het nieuwe Godsrijk toch niks met hun geld en goed konden beginnen.

„De broeders in Brooklyn maken zich geen zorgen om uw eeuwig heil, zij misbruiken u slechts om tijdschriften en boeken te verkopen", waarschuwde Klein congresgangers in 1985. „De top van het Wachttorengenootschap is niet de vertegenwoordiging van Jehova op aarde, maar de raad van commissarissen van een financieel florerende multinational, die in feite niks met godsdienst te maken heeft".

Aantallen

Het aantal verkochte boeken en nummers van "De Wachttoren" en "Ontwaakt!" en ook de uren die in het bezoekwerk worden gestoken, worden keurig bijgehouden en belanden via het 'bijkantoor' Emmen uiteindelijk in New York. De rekenmeesters aldaar konden vorig jaar noteren dat de 3,7 miljoen Jehova's Getuigen in 1989 welgeteld 835.000.000 uren hadden besteed aan „het bekendmaken van het goede nieuws". Er werden 263.855 nieuwelingen gedoopt.

„Ze willen je geld en je krachten", zegt Klein, die de Koninkrijkszaal in Rotterdam werd „uitgegooid" toen hij dat ook hardop ging zeggen. Sindsdien wordt hij gemeden als pest, want contact met uitgetreden Jehova's Getuigen is door de "Baas uit Amerika" verboden. „Hier bellen ze nooit meer aan", aldus Klein, die voor de zekerheid toch maar een sticker "Bezoek Jehova's Getuigen niet gewenst" op zijn deur heeft geplakt.

De geschiedenis van de Jehova's Getuigen begint ruim een eeuw geleden met de Amerikaan Charles Taze Russell. Op grond van getallen in de bijbel wist hij in 1877 te vertellen dat het einde van de wereld in 1914 zou komen. Zijn opvolgers zagen het duizendjarig rijk van Christus aanbreken in onder meer 1925 en 1975.

„Niet alle verwachtingen ten aanzien van 1914 kwamen uit", staat nu in de boekjes van het Genootschap. Maar Russell zat er toch niet ver naast. Het jaar waarin de Eerste Wereldoorlog werd ontketend, „kenmerkte wel het einde van de tijden der heidenen en was een zeer betekenisvol jaar". Over de mislukking van het jaar 1975 rept het materiaal niet.

Onder Russells opvolger Joseph F. Rutherford werd het Genootschap een van bovenaf geleide "theocratische organisatie". „Russell had nog wel goeie bedoelingen; Rutherford, dat was de grootste boef. Hij zei dat iedereen boekjes moest verkopen en geld moest binnenbrengen", zegt de ontgoochelde Klein.

Bloedtransfusie

Ook de vrijheid van Jehova's Getuigen -sinds 1931 zo genoemd om zich „van de christenheid te onderscheiden"- werd danig ingeperkt. Alcohol, tabak en andere verdovende middelen zijn taboe, bloedtransfusies zijn principieel niet toegestaan. Jehova's Getuigen die deze en (de vele) andere regels overtreden, worden uitgestoten.

Jehova's Getuigen zijn tegen de militaire dienst en hebben in ons land van minister Vredeling destijds ook vrijstelling daarvoor gekregen omdat zij vinden dat de wereldlijke overheid onder invloed van satan staat. Zij mogen geen lid zijn van een politieke partij en moeten verder niks hebben van de paus (de anti-christ) en homoseksuelen.

Deelname aan de jaarlijkse congressen, die deze zomer op vijf verschillende plaatsen worden gehouden, is voorgeschreven. „Stel dat Armageddon op dat moment aanbreekt, en jij bent niet op het congres", roept Klein uit. Bovendien is het „hun feestdag", hun enige, want het vieren van verjaardagen. Sinterklaas en het Kerstfeest is uit den boze.

Congres

Inderdaad hebben de bijna tienduizend deelnemers aan het congres in Utrecht afgelopen vrijdag hun zondagse kleren aangetrokken. Mannen, vrouwen, kinderen en zelfs peuters hebben een naambordje op, waarop tevens het thema van het driedaags districtscongres staat: "Vrijheidlievende mensen". Bijbel op de schoot, de bekende koffertjes en aktentassen in het gangpad.

De voorzitter gaat uitvoerig in op het belang van het congres, waarin de aanwezigen zich „geheel moeten laten onderdompelen". Het Besturend Lichaam, de leiding in Brooklyn, is er opnieuw in geslaagd „een heel fijn programma" samen te stellen, dat voorziet in veel bijbelstudie en zang, een symposium en bijbels drama.

Imperium

Woordvoerder Caron -zeg maar Wim- legt elders in de Jaarbeurs uit dat het negatieve beeld van de Jehova's Getuigen wordt veroorzaakt door de boodschap die zij brengen. „Maar de boodschap kunnen wij niet veranderen", zegt hij.

Caron is het met Klein eens dal het Genootschap een machtig imperium is. „Onze macht ligt in één ding: dat we goed georganiseerd zijn". Hel kan ook niet anders dat een organisatie met bijkantoren en drukkerijen ir 110 landen een groot vermogen bezit, maar van financiële malversaties is geen sprake. Dat laten de statuten niet toe „en kan ook niet met al dit belastingwetten".

Hij is niet onder de indruk van de ondergang van de Nederlandse Vereniging van Ontgoochelden, die „helaas" veel leugens over het Genoot schap heeft verspreid. „Het lijkt me een ontgoocheling voor die mensen zelf. Zij hebben ooit in een hoog ideaal geloofd, maar zijn er niet in geslaagd dit ideaal hoog te houden".

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 15 juli 1991

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Ontgoochelde leden sekte staken strijd tegen machtig Genootschap

Bekijk de hele uitgave van maandag 15 juli 1991

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's