LinkerLisse zoekt expansie in kristallen honden en textiel
„Niet 's zondags 'Vroom' en in de week 'Dreesmann zijn''
Belletje trekken in de Haarlemmermeer, het slijten van elektrische dekens bij boeren en een moeder die met weven voor het brood op tafel moet zorgen. Zo is het bedrijf Linker in Lisse ooit begonnen. Hoogtepunten en dieptepunten kenmerkten de geschiedenis van de onderneming. De laatste jaren groeit het bedrijf echter gestaag. Het heeft nu al drie loten aan de stam, waarvan de beddenzaak de bekendste is. Gisteren is een kroon op het werk gezet met de opening van een modern bedrijfspand in Lisse. Met enthousiasme vertellen de beide eigenaars. Jan J. Linker en zijn zus Everdien B. Linker, over hun onderneming. Maar ook met voorzichtigheid, want „het is alles afhankelijk van de zegen des Heeren
Koortsachtig wordt er in en om het nieuwe gebouw gewerkt om alles op tijd klaar te hebben. Een kwastje hier en een likje daar moeten de laatste puntjes op de 'i' zetten. Terwijl de aprilbuien het pand op de proef stellen, maken Jan (41) en Everdien (38) in de ruime directiekamer duidelijk wat er aan het bereiken van deze mijlpaal vooraf is gegaan.
De namen Linker en Lisse lijken onafscheidelijk, maar dit is niet altijd zo geweest. Jan: „De oorsprong van de Linkers ligt in Almelo. Hier had mijn vader samen met zijn broer een groothandel in zelfgekweekte bloemen en planten. Na de Tweede Wereldoorlog vestigde m'n vader zich in Lisse, de gemeente waar mijn moeder vandaan komt. Hij begon hier een handeltje in elektrische dekens. Dit was eigenlijk heel 'toevallig'. Mijn vader ontmoette namelijk in Lisse iemand die op een zolderkamertje deze dekens maakte en mijn vader zag daar wel handel in".
Kou
Met de dekens achter op zijn fiets ging mijn vader in de Haarlemmermeer belletje trekken, zo vervolgt Jan. „Hij fietste de boeren langs om zijn dekens te slijten. Dit ging vaak moeilijk, omdat veel mensen nog nooit van elektrische dekens hadden gehoord. De mensen geloofden niet dat zo'n deken zou helpen tegen de kou. Mijn vader gaf ze daarom een deken zeven dagen op proef. In deze periode mochten de mensen kijken of de deken beviel. Als dat niet het geval was, dan konden ze hem teruggeven.
In het begin ging de verkoop uiterst moeizaam. Er kwam zelfs zo weinig geld binnen, dat mijn moeder moest gaan weven om aan voldoende geld voor voedsel te komen. Maar in de loop van de jaren vijftig ging het met de handel in elektrische dekens steeds beter. Het bedrijf Linker groeide uit tot een onderneming waarin veel winst werd gemaakt.
Het bleef goed gaan tot omstreeks 1965. Toen verslechterde de markt voor elektrische dekens vanwege de opkomst van de verwarming. De omzet en winst liepen hard terug. Daarom besloot mijn vader het assortiment uit te breiden met wollen dekens, linnen en dergelijke. Met de handel hierin probeerde hij weer wat meer inkomsten te krijgen.
In 1968 ben ik in de zaak gekomen en twee jaar later Everdien. Daarnaast werkten in deze periode nog zo'n zes mensen in het bedrijf. Nadat wij in 1973 de zaak van onze vader hadden overgenomen, zijn we ons gaan specialiseren in bedden. Dit liep zo goed, dat we na zes jaar een nieuw pand in Lisse hebben laten bouwen. Een tweede zaak ging in 1984 in Rotterdam van start".
Vlooien
Het bedrijf zocht echter nog meer mogelijkheden voor expansie. Aan het eind van de jaren '70 werd daarom samen met een andere firmant een tweede loot aan de Linkerstam opgericht, namelijk Bedding House. Dit onderdeel specialiseerde zich in de import en groothandel van huishoud- en slaapkamertextiel.
De zaken bij Bedding House ontwikkelden zich niet zo voorspoedig. Everdien: „In de beginjaren werden er grote verliezen geleden. Hieraan hebben wij niet gelijk wat gedaan, omdat de groei van de beddenspeciaalzaak al onze aandacht opslokte. De bedrijfsvoering lieten we over aan de andere firmant, die ook een belang had van 50 procent. Hij het deed het echter niet goed. Na een paar jaar hebben we dan ook ingegrepen. Wij hebben zijn belang teruggekocht en zijn samen verder gegaan.
Uit deze catastrofe heb ik echter wel iets belangrijks mogen ervaren. De firmant was namelijk een ongelovige en de Bijbel zegt duidelijk: „Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen". Achteraf heb ik in mogen zien dat deze samenwerking niet goed was. Bij het ondernemen maakt het een groot verschil of je wat met duiten zit te rommelen, of dat je weet dat er 's Heeren zegen op rust. En dat laatste was hier in de beginfase niet het geval".
Na de herstructurering is Bedding House een bloeiende onderneming geworden met vijftien personeelsleden, aldus Jan. „De textielprodukten worden over heel de wereld ingekocht. We gaan daar naar toe waar de handel is. Hoe we dat weten? Tja, hoe komt een aap aan vlooien? Je spreekt dan die en dan die...".
Sinds twee jaar heeft LinkerLisse een derde onderneming: Unique Designs. Dit bedrijf heeft niets met bedden of textiel te maken. Het richt zich op de import en groothandel van beestjes van kristal en keramiek, zoals honden, poezen, vlinders en olifanten. Deze produkten worden geleverd aan geschenkenwinkels en kunstzaken, maar daarnaast ook aan insteUingen, zoals Apenheul in Apeldoorn.
Door de groei van de laatste jaren werken er nu ruim dertig mensen bij LinkerLisse. Hoe groot de omzet van het miljoenenbedrijf is willen Jan en Everdien niet zeggen. „Dat wekt naar de buitenwereld de indruk alsof wij dat allemaal zelf hebben bereikt. En dat is niet het geval".
De twee kapiteins op het Linker-schip zeggen nooit ruzie te maken over de bedrijfsvoering. Everdien: „We verschillen wel eens van mening, maar dat is niet zo vaak. Wij vullen elkaar aardig aan. Mijn broer houdt zich vooral bezig met de hoofdlijnen van het hele bedrijf en ik richt mijn aandacht meer op de details. Bovendien doe ik de post personeelszaken".
Jan vindt zich hier niet zo geschikt voor. „Ik ben meer een individualist, ik ben wat directer. De samenwerking met het personeel zie ik als een puzzel. Ieder mens in het bedrijf vormt een puzzelstukje, alleen het ene stukje is wat groter dan het andere. Je moet uitgaan van iemands talenten en kijken hoe'die zich ontwikkelen. Een personeelslid mag best veel verdienen, maar dan moet hij of zij eerst wel aantonen dat hij of zij dat waard is. Iemand begint dus 'laag' enkan dan stijgen. Het is echter tegen-;, woordig een probleem dat men vaak bezig is om gelijk een directiefunctie voor zichzelf te creëren".
Stap voor stap
Voor de toekomst hebben de Linkers^ nog geen plannen om met iets nieuws te beginnen. Jan meent dat ze voorlopig genoeg activiteiten hebben. „We streven voor de nabije toekomst naar een consolidatie van de omzet bij de beddenspeci^ aalzaken, omdat we daar al aan ons maximum zitten. Wel verwachten we een grote groei bij Bedding House en zeker bij Unique Designs. Die groei willen we echter stap voor stap realiseren, omdat we het anders niet kunnen verwerken".
Door de groei van de laatste jaren raakte het oude kantoorpand te klein. Besloten werd om een nieuw gebouw neer te zetten, dat geschikt was als showroom en distributiecentrum voor de artikelen van Bedding House en Unique Designs en als kantoorruimte voor LinkerLisse. Gisteren is het pand officieel geopend door hun moeder, mevrouw E. B. Linker-Nieuwenhuis.
Bid en werk
Hoe kijken de Linkers terug op de achterliggende periode? Hun moeder spreekt van een groot wonder van God, dat het na vele dieptepunten toch nog zo goed is gegaan. Everdien sluit zich daar bij aan. „'We hebben alles aan de zegen des Heeren te danken. Daarin ligt ook , de basis van het ondernemen. De wetenschap om in alle omstandigheden, tot in het allerkleinste toe, de Heere nodig te hebben, geeft de kracht om beslissingen te nemen. Het is een bijzondere ervaring om uit Gods hand te mogen leven en om de door Hem geschonken talenten te mogen gebruiken. In de Bijbel staat daarom ook dat wie wijsheid ontbreekt, hij ze van Hem begere en dat Hij ze dan mildelijk schenkt".
Jan moet lang nadenken voor hij antwoord geeft op deze vraag. „Mijn vader zei terecht dat de Heere het kleine kan zegenen en het grote teniet kan doen. Je : kunt miljoenen bezitten, maar als God er even in blaast, dan ben je alles kwijt. Als ik nu terugkijk, kan ik niet anders vaststellen dan dat we rijk zijn gezegend.
Echter, je moet bij het spreken over de afhankelijk van God oppassen dat het geen soort van lijdelijkheid wordt, in de trant van God moet het doen. Het christelijk ondernemerschap schept verplichtingen, want in de Bijbel staat: Bid en werk. Waar je bij het ondernemen echter wel voor op moet passen, is dat je niet 's zondags 'Vroom' bent en door de ' week 'Dreesmann'. Voor mij staat dan , ook centraal dat ik liever een gulden in ^ Gods gunst verdien dan honderd gulden : onder Zijn toelating".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 april 1989
Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 april 1989
Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's