Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eemlandbewoners waren fanatieke wolvejagers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eemlandbewoners waren fanatieke wolvejagers

2 minuten leestijd

BUNSCHOTEN - Konden we als kinderen vroeger niet huiveren als in een vertelling een huilende wolf voorkwam, die bij het vallen van de avond aan de rand van een grote sneeuwvlakte zich luid jankend liet horen? Eeuwen geleden leefden er ook wolven in Nederland.

Rien Poortvliet schrijft dit jaar bij een tekening op zijn prachtige kalender dat er in 1.760 een wolvenplaag heerste in Nederland. Als we echter nog verder teruggaan in de geschiedenis, stuiten we op de periode waarin het gevaarlijke en schadelijke roofdier Eemland en wijde omgeving onveilig maakte.

Al in de dertiende eeuw ondervonden de Bunschoters, behalve van de gevreesde strooptochten van de Gelderschen, overlast van wolven. Dat wolven als gevaarlijke en schadelijke roofdieren werden gezien, kan worden afgeleid uit de hoge premies die werden uitgeloofd voor de bestrijding van deze dieren. In het "Groot Placaetboek van 's Lands Utrecht" beschrijft griffier J. van de Water dat er in 1431, 1592 en 1593 wolvejachten werden uitgeschreven.

Zo ook in 1592, toen op bevel van de Staten van Utrecht de bewoners van Soest, Baarn, Eemnes, Hoogland, Leusden, Hoevelaken en Bunschoten werden opgeroepen voor een grote drijfjacht, om het grote aantal wolven drastisch in te perken of hen zo ver mogelijk te verjagen. De wolven werden vanaf de Muiderberg aan twee kanten langs de Utrechtse heuvels naar de Grebbe gedreven. Ook in het jaar 1612 werden er nog twee wolvejachten gehouden, een in de maand mei en een in de herfst. Om de wolven op te jagen uit hun schuilplaatsen werd er op de trom geslagen.

Vangpremies
De Staten van Utrecht betaalEen jong wolf je bracht tien gulden op. den flinke premies voor het doden van de schadelijke wolven. In 1430 werd deze premie vastgesteld op dertig gulden per wolf, terwijl in 1596 al het dubbele bedrag werd uitgeloofd. De aangifte van een gesignaleerde wolf leverde vier gulden op. De eerste steek was goed voor twaalf gulden beloning. Vond men een nest met jonge wolven, dan bracht dat tien gulden per jong wolf je op.

In 1646 was de premie al verhoogd tot 100 gulden voor een reu. Voor een wijfjeswolf werd 120 gulden betaald. Door deze hoge premies stonden de wolven volop in de belangstelling. Zij werden dan ook door de Eemlandbewoners fanatiek en fel gejaagd en, uiteindelijk, verdreven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 februari 1988

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Eemlandbewoners waren fanatieke wolvejagers

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 februari 1988

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's