Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geref. synode: opnieuw studie over „opdragen"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geref. synode: opnieuw studie over „opdragen"

Ondertekeningsformulier nog verplicht

3 minuten leestijd

LUNTEREN — De geref. synode heeft gisteren besloten deputaten te benoemen die de vragen met betrekking tot het „opdragen" van kinderen (als alternatief van de kinderdoop) in studie nemen. Zij kwam tot dit besluit omdat de vraag naar het opdragen van kinderen herhaaldelijk binnen de Gereformeerde Kerken wordt gesteld. De synode van Maastricht (1975) beschouwde het opdragen als niet geoorloofd.

De kwestie kwam op de synode ter sprake naar aanleiding van een verzoek van een ouderpaar uit Zwolle om zijn kind voor het forum van de gemeente te mogen „opdragen". Ook onder andere de kerkeraad van de geref. kerk te Hardenberg vroeg hiervoor ruimte te scheppen. De commissie die zich over deze kwestie boog, verklaarde dat de kerk de belofte om een kind een christelijke opvoeding toeven niet kan weigeren. Evenwel, zo vroeg zij zich af, hoe moeten de kerken een liturgische vorm aan de belofte geven? En welke status hebben dan de kinderen? Een soort „belofteleden", analoog aan de geboorteleden van de Hervormde Kerk?

Verworpen
Het tegenvoorstel van dr. F. T. Bos uit Nieuwegein, waarin gezegd werd dat de belofte van een christelijke opvoeding ten overstaan van de gemeente alleen in het kader van de bediening van de doop een functie heeft, werd verworpen. Ds. E. Overeem, moderamenlid en mede-ondertekenaar van het voorstel van Bos, noemde het opdragen een „surrogaat-doop". „Het kan niet, het is zoiets als een vierkante cirkel", aldus ds. Overeem. Bovendien waren volgens hem vanuit de mindere vergaderingen geen zwaarwegende argumenten hiervoor aangedragen.
Dr. H. B. Weyland verklaarde dat de sacramenten in de Geref. Kerken nooit een vrijblijvend karakter hebben gehad en dat in het opdragen elementen uit de sacramenten verzelfstandigd worden.
Verder besloot de synode om kerken (nog) niet toe te staan ambtsdragers mondeling in plaats van schriftelijk instemming met het ondertekeningsformulier van de belijdenisgeschriften te vragen. Een commissie had dit voorstel aan de synode voorgelegd naar aanleiding van diverse bezwaren uit Gereformeerde Kerken tegen de tekst van het ondertekeningsformulier. Deze bezwaren waren onder andere dat Schrift en belijdenis te veel op één lijn gesteld werden en dat het ondertekenen te veel als een juridische kwestie fungeert.

De synode sprak hierop uit dat de Heilige Schrift de „enige regel voor geloof en leven" (ondertekeningsformulier eerste zin) is, waaraan de belijdenis te allen tijde ondergeschikt blijft. De belijdenisschriften uit de zestiende en de zeventiende eeuw markeren het begin van de reformatorische traditie en zijn richtingwijzers, die niet veronachtzaamd mogen worden. Maar tegelijkertijd is het belijden per definitie altijd open en onaf, aldus de synode. Ondertekening van de belijdenis is zowel een verklaring waarmee men aangeeft uit welke traditie men zich afkomstig weet als ook een belofte zich in het spoor van het belijden van het voorgeslacht te willen bewegen.

Onderzoek
Tijdens de discussie hierover constateerde dr. Weyland het feit dat er in de Gereformeerde Kerken verschillende ouderlingen zijn die het ondertekeningsformulier niet getekend hebben. Hij pleitte daarom voor een duchtig onderzoek hoe de kerken over dit formulier denken, ook met betrekking tot de Samen-op-Weg-partner, de Hervormde Kerk.

Drs. W. Bakker betreurde het dat de commissie zich meer heeft laten leiden door de angst voor een juridische binding dan door het besef van de kerkelijke betekenis van het ondertekeninsformulier.

Hij bespeurde in het afkerig zijn van een duidelijk kerkrechtelijke structuur een doperse visie. „Wanneer er voor recht en orde geen ruimte is, dan komt men op gespannen voet te staan met het gereformeerde belijden en maakt men een gereformeerde kerkorganisatie onmogelijk", aldus drs. Bakker.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 1986

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Geref. synode: opnieuw studie over „opdragen"

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 1986

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's